Direct naar artikelinhoud

Speeltuigen voor truckchauffeurs

ZOMERREEKS - Wat staat die kerk in Thion- ville daar te doen, zo pal naast de snelweg? En welk verhaal zit achter La Femme Sans Tête bij Dijon? Tien ankerpunten op L'Auto- route du Soleil, tien verhalen in De Morgen. Vandaag: Aire de Jugy en de Porte du Soleil

Ze droeg rode Crocs en een geel jurkje en, een dag eerder, had de mevrouw zo voor de enige kleur op de Aire de Gevrey-Chambertin gezorgd. Ja, er was nog een plastic oranje gevelbekleding met daarop 'On the Run', maar ook dat was een voorproefje van de ontgoocheling. De paar flessen Aloxe Corton, Meursault en Gevrey-Chambertin in het winkeltje hielpen niet. Je moest er zelfs naar zoeken: het rekje met koekjes van Mère Poulard (Les Palets du Mont-St-Michel) was rijker gevuld.

Gewaarschuwd ("nooit alleen maar stoppen voor de naam") dan maar doorgereden en, verleid door een paar gekke mannetjes in de berm, gestopt bij de Aire de Jugy. Schreven Cortázar en Dunlop over deze rustplaats in hun boek: "Gruwelijk." Maar toen stond er nog niks. Vandaag staat er een pijltje met 'Jeux d'Enfants Les Carphores' en je komt echt in een paddenstoelenspeeltuin terecht. Aan kleur hier geen gebrek. Overmaatse rode, gele en paarse paddenstoelen zijn glijbanen, klimrekken en uitkijktorentjes. De ondergrond is zacht, geen vrees voor geschaafde knietjes en dus nog méér gehuil op de achterbank als de rit naar de zon later wordt hervat. Het forum van een Nederlandse site over kindvriendelijke stopplaatsen geeft nochtans maar 3,5 op 5, terwijl iemand toch schrijft: "Hele fijne stopplaats voor kleinere kinderen, even lekker spelen." Nu zo, in de avond, zijn er geen kindjes. Nu zo, in de avond, is alles grijs en regent het zelfs zachtjes. Nu zo, in de avond, maken vier bestuurders van twintigtonners zich klaar om hier de nacht door te brengen. Paddenstoelen dienen hooguit om slapeloosheid te bestrijden.

Vijfenvijftig van deze Aires zijn er dus tussen Luxemburg en Marseille, van hier nog 434 kilometer verwijderd. Hoe kies je ze uit? "We stoppen altijd in Beaune", zegden Nicole en Hugo, vorig jaar toevallig op terugweg inderdaad in Beaune gezien. Of, een dag later en nog eens 200 kilometer verder, kun je aan de Aire de Savasse stoppen. Diezelfde Nederlandse site meldt daarover "kleine parkeerplaats, toiletten, gehandicapte (sic) voorziening en picknickruimte" maar je ziet toch vooral (ook op een bord) 'Porte du Soleil'. Het zuiden wenkt, misschien dat het puur toeval is, maar uitgerekend hier is de zon overvloedig gaan schuiven. Het is een monument dat je echt vanaf de snelweg ziet liggen, een gigantisch kijkgat dat zicht geeft op een nog grotere zon. Maar wat je alleen ziet als je er stopt en erop loopt, is een gebeitelde tekst van Frédéric Mistral, uit 'Le poème du Rhône'. De man, die nu een wind is, schreef: "Salut empire du soleil, que borde comme un ourlet d'argent le Rhône." Goed dat ze nu schijnt, dat zal ze voor eeuwig doen, terugdenkend aan deze Aire. Want reizen is altijd een beetje herinneren. Twintig jaar geleden goot het zo op de Autoroute du Soleil ter hoogte van Montélimar, dat het dat nu altijd doet als die stad ergens ter sprake komt. Montélimar, dat is in het hoofd regen, pour toujours. Hoe goed ook l'empire du soleil nog eeuwig haar best zal doen. En zo zullen in Gevrey-Chambertin altijd rode Crocs opduiken.