Direct naar artikelinhoud

Misbruik in de kerk: al 300.000 euro aan schadevergoedingen

Sinds november heeft het Centrum voor arbitrage 67 van de 621 ingediende dossiers van slachtoffers van seksueel misbruik binnen de kerk behandeld. De afgehandelde dossiers zijn goed voor 303.000 euro aan schadevergoedingen.

In totaal dienden 621 mensen een aanvraag in tot verzoening en arbitrage bij het Centrum voor arbitrage inzake seksueel misbruik, zo bleek uit de voorstelling van het jaarverslag gisteren. Dat zijn er een pak meer dan de 400 waarvan sprake in oktober. "Blijkbaar hebben heel wat mensen lang getwijfeld om met hun verhaal naar buiten te komen, want er zijn op het laatste moment nog veel aanvragen binnengekomen", zegt Stefaan Van Hecke (Groen), lid van de Bijzondere commissie seksueel misbruik. In oktober werden er nog 185 dossiers ingediend, in november - hoewel de deadline voor het aanvragen van herstelmaatregelen eigenlijk al verstreken was - nog 86.

Tussen begin november en 18 februari werden er 67 dossiers behandeld. Er werd in die periode voor 303.000 euro aan schadevergoedingen toegekend. Niet alle slachtoffers die een aanvraag hebben ingediend vragen evenwel een schadevergoeding, benadrukt Renaat Landuyt (sp.a). "Voor veel mensen gaat het erom dat ze voor het eerst in hun leven kunnen spreken over wat ze hebben meegemaakt. Ze vragen in de eerste plaats erkenning als slachtoffer."

Bij de behandelde dossiers zijn er 48 'lichte' en 19 'zware' gevallen van misbruik. De schadevergoeding bij de 'lichte' dossiers bedraagt maximaal 5.000 euro, bij de 'zware' dossiers ligt dat bedrag hoger. "Als de tendens zich verderzet, zal de totale schadevergoeding voor de kerk oplopen tot een bedrag tussen 2,5 en 3 miljoen euro", denkt Landuyt. "Dat lijkt me een zeer realistische inschatting."

Het is wel de vraag hoe lang de slachtoffers nog op een verzoening of schadevergoeding moeten wachten. Aan een tempo van zeventien dossiers per maand zal het nog meer dan twee jaar duren voor alle slachtoffers aan bod zijn gekomen. "Het gaat om erg intensieve gesprekken en het is normaal dat men daarvoor veel tijd nodig heeft", vindt Van Hecke. "Anderzijds willen we toch bekijken hoe de zaken versneld kunnen worden, bijvoorbeeld door tijdelijk wat meer personeel in te zetten."

De slachtoffers die een aanvraag indienden bij het Centrum voor arbitrage zijn voornamelijk Nederlandstalig (449 tegen 171 Franstaligen). Acht op de tien zijn mannen. Het Centrum ontving ook twaalf dossiers over slachtoffers die overleden zijn en zestien aanvragen werden vanuit het buitenland ingediend.