Direct naar artikelinhoud

'Ik ben op mijn best als underdog'

Nooit eerder bleef het zo lang stil rond Milow. Maar drie jaar na de plaat die zijn status als Europese popster bevestigde is de Leuvense singer-songwriter terug. Met een intiemer geluid dan we van hem gewend waren geraakt.

De voorbije twee jaar bracht Jonathan Vandenbroeck voornamelijk in Los Angeles door. Eerst en vooral om op adem te komen na vier intense jaren. Jaren waarin hij was uitgegroeid tot een van de weinige Belgische muzikanten met een internationale carrière. Van Coming of Age alleen al werden in Europa een half miljoen exemplaren verkocht, en opvolger North and South bevestigde het succes. Maar na een tournee met vijftig optredens in twaalf landen was het even genoeg geweest.

"Nadien heb ik heel bewust de pauze-toets ingedrukt", zegt hij. "In de periode ervoor leek me dat wat ongepast. Ik werd overal uitgenodigd om over mijn muziek te komen praten en kreeg uit alle uithoeken van Europa de vraag om live te komen spelen. Het had me tien jaar gekost om op dat punt te komen, en ik besefte heel goed dat ik al die kansen met beide handen moest grijpen. Maar naar het einde toe dacht ik wel: met twee concerten minder per week was er misschien ook wat ruimte geweest om een stapje in de wereld te zetten, en dan had ik er vast meer plezier aan gehad."

Terug naar de roots

Nadat de tournee erop zat, vloog Vandenbroeck naar Los Angeles en huurde een apartement in Venice. "Daar besefte ik dat er een periode was afgesloten, maar ook dat er meteen een nieuwe zou beginnen. Die eerste weken waren heel verfrissend. Ik had tijd om wat boeken te lezen en naar de cinema te gaan. En ik kon weer naar concerten zonder dat ik de hele set begon te ontleden. Ik leerde bovendien veel nieuwe mensen kennen die eigenlijk niets afwisten van wat ik al gedaan had. Heel ontspannend. Maar tegelijk was het een moment van kritische zelfanalyse.

"Ik had op mijn zeventiende al een tijd in Californië gewoond, dus het leek me de perfecte plek om de balans om te maken van wat ik tussen mijn achttiende en mijn dertigste had gedaan. Wat had ik anders kunnen aanpakken? Stond ik waar ik wilde zijn? Was er door die grote optredens niet een beetje van datgene verloren gegaan dat wat ik doe zo bijzonder maakt? Dat intieme, dat breekbare. Het stoorde me dat ik regelmatig te horen kreeg dat mijn concerten beter waren dan mijn platen. Daarom is de nieuwe wat akoestischer, melancholischer."

In februari 2012 begon hij een residentie van vijf avonden in The Hotel Café in Hollywood, een kleine club waar vooral singer-songwriters op de affiche staan. "Gewoon inpluggen en spelen. Zonder stress om tickets te moeten verkopen. Die optredens hadden geen enkele functie voor mijn carrière, maar het voelde heel goed aan om terug naar de roots te gaan. Niemand kende me daar, wat heel bevrijdend was. Ik heb er het plezier gevonden om weer muziek te maken omdat ik dat wilde, en niet omdat het moést. Want dat was noodgedwongen wel een beetje het geval geworden. De jaren ervoor moest het eigenlijk altijd in een heel precieze context. Een plaat. Een optreden. Een radiosessie. Dit keer stond er niemand in mijn nek te hijgen. En dat was zalig."

De nieuwe nummers rolden eruit. In die mate zelfs dat Vandenbroeck dacht dat hij zijn nieuwe plaat klaar had. "Ik heb dat jaar nog wat heen en weer gependeld tussen L.A. en Europa. Op enkele festivals gestaan, nog een kleine akoestische tournee gedaan. Voor het eerst in China en Rusland opgetreden, ook. Ik speelde bijna elke avond zes nieuwe nummers. In mijn hoofd was de plaat al voor drie vierden klaar. Maar eens terug in Amerika voelde ik toch een zekere ontgoocheling. Is het dat maar? Acht van die songs staan nu in een liveversie op de bonus-cd die bij Silver Linings zit, omdat ik ze te goed vond op ze niét uit te brengen. Ik ben van nul herbegonnen en blijven schrijven. Na dertig nummers kwam ik langs paden waar ik nooit eerder was geweest. Het voelde aan als een verkenningstocht. En dat avontuur zou ik nooit zijn aangegaan als er een echte deadline was geweest."

Nerveuze omgeving

Tijdens ons gesprek wordt snel duidelijk dat Vandenbroeck een heel eigen invulling geeft aan het begrip sabbatjaar, want al snel blijkt dat hij in de States een vijftigtal keer live heeft gespeeld. "Maar dat waren kleine, akoestische optredens in crappy clubs. Vaak als voorprogramma, waar er niet eens een soundcheck van af kon. Dat maakte niets uit. Ik had wel al veel van Amerika gezien, maar dankzij mijn gitaar ben ik toch weer in een paar andere steden geraakt. Het was ook interessant dat ik als voorprogramma niet moest nadenken over welke nummers het publiek al kende. In Minneapolis stond ik in een jazzclub terwijl de mensen nog zaten te eten. Daar kon het niemand schelen wie ik was, of wat ik speelde. Dat toont meteen aan hoe relatief het allemaal is. Weet je: op creatief vlak piek ik het gemakkelijkst wanneer ik in de underdogpositie zit. En dus kwam het erop aan om me weer in zo'n positie te manoeuveren. Ook wat dat betreft was Los Angeles perfect. Dat is een nerveuze, intimiderende omgeving. En dus zat ik in mijn kamertje nummers te schrijven met de ambitie om aandacht te krijgen van die stad."

Vorig jaar leerde Vandenbroeck Kevin Augunas kennen, die eerder met ondermeer The Lumineers, Nick Waterhouse en Valerie June in de studio zat, en uiteindelijk als producer bij Silver Linings betrokken werd. Al bleek het geen rimpelloze samenwerking. "Er zijn wel wat conflicten geweest", klinkt het. "Hij wilde dat ik hem blind zou vertrouwen, terwijl dat niet mijn sterkste kant is. Ik ben intussen aan mijn vierde plaat toe, en ik weet intussen wat ik wel en niet wil. Bovendien: het is mijn naam op de hoes. Ik vond dus dat hij mijn vertrouwen moest verdienen. Nu, het resultaat voelt goed aan, en uiteindelijk is dat het enige wat telt. De nummers staan, ook zonder anekdotes achter de schermen, op zich."

Wie er de namen op het hoesje op naleest, merk dat op Silver Linings goed volk meedoet. Muzikanten die eerder hun sporen verdienden bij Bruce Springsteen, Jackson Browne, Norah Jones, en David Bowie. Leuk zonder meer, vindt Vandenbroeck. "Als de nummers niet deugen, zal ook de grootste virtuoos ze niet beter maken. Bovendien: ik ben niet zo gemakkelijk onder de indruk. Op een bepaald moment ging het erover welke drummer we zouden gebruiken: Jim Keltner of Matt Chamberlain. Twee levende legendes. Maar als het publiek de songs niet lust, maakt het niet uit wie erop meedoet. Nu, ik besefte ook wel dat ze die eerste dag in de studio niet voor mij kwamen. Het waren gewoon mensen met wie Kevin wel vaker had samengewerkt. Ik heb ze dus met een gezond kritische houding ontvangen, wilde eerste wel eens zien of die kerels het echt konden waarmaken. Ik voel me op zo'n moment niet minder. Integendeel: ik vind dat ik het verdien om met hen samen te spelen, want ik heb er tien jaar verdomd hard voor gewerkt. Als ze op mijn plaat spelen, ben ik in principe de baas. Dus als ik vond dat iets beter kon, zei ik dat. Iedereen onthoudt altijd de klassiekers waarop ze hebben meegespeeld, maar die mannen doen ook maar gewoon hun best. Nu, ik ben heel trots op het resultaat. Silver Linings is zeker niet de meest commerciële plaat die ik ooit heb opgenomen. Alleen: er zit zoveel eerlijkheid in de songs, dat ik ervan overtuigd ben dat het publiek daar niet naast zal kunnen luisteren."

Milow komt op 2 juni naar Mezz (Breda), op 25 juni naar Music for Specials in Hemiksem, op 3 juli naar Rock Werchter.