Direct naar artikelinhoud

Dickens, ouwe snoeper

Ralph Fiennes is op de planken het compleetst, maar voelt zich ook als een vis in het water in filmland. Niet alleen als acteur. In The Invisible Woman regisseert hij de talentvolle Felicity Jones als Nelly, Charles Dickens' veel jongere maîtresse. Zelf neemt hij de rol van Dickens voor zijn rekening, en dat is niet zo toevallig als hij zelf doet uitschijnen.

Als het over de liefde gaat, moeten boeken of films op clichés beroep doen, vindt Fiennes. Zelden zijn ze te vergelijken met de unieke liefde die je zelf meemaakt, maar sommige geven toch iets herkenbaars mee. "In The Invisible Woman ontroerde me vooral de idee van een vrouw die een vergane liefde in zich vasthoudt, als een oude wonde waar ze maar geen vrede mee kan nemen. Dat gevoel kennen we allemaal." De vriendelijke, maar gereserveerde Ralph Fiennes spreekt zacht en bedachtzaam wanneer we hem ontmoeten in een hotelsuite in Toronto waar hij de première van zijn tweede regie bijwoont. Hij overpeinst elke vraag, ook degene die hij besluit niet te beantwoorden.

Fiennes relationele leven is best vergelijkbaar met dat van zijn personage in The Invisible Woman. Dickens maakte de beginjaren van de publieke belangstelling voor het privéleven van artiesten mee. Het maakte dat zijn geheime affaire met Nelly niet zo geheim bleef. Fiennes probeerde zijn amoureuze turbulenties met jongere en oudere vrouwen af te schermen, maar ze werden hoe dan ook geregeld tabloidvoer. Het ontlokte hem een ontboezeming aan biograaf Julie Kavanagh: "Natuurlijk ontmoet ik nog interessante vrouwen, maar ik heb me wel zo goed als neergelegd bij het alleen zijn."

Wat is uw favoriete Dickenspersonage?

"(pauzeert lang) Weet je, eigenlijk kende ik niet zo veel van Dickens. Maar toen ik het script van The Invisible Woman las, vond ik het verhaal zo mooi dat ik het niet links kon laten liggen. Ik heb het mee bewerkt, ben er verliefd op geworden en heb uiteindelijk besloten om zelf Dickens te spelen. Dus als u het wilde vragen, nee, het is niet omdat ik me met Dickens verwant zou voelen dat ik deze film heb gemaakt. Dit script is toevallig in mijn handen terechtgekomen."

Hoe dicht komt deze film bij theater voor u?

"Niet zo dicht. De vertolkingen zijn veel innerlijker dan je op toneel zou kunnen brengen. In de intiemste en geheimste scènes komt de camera erg dicht en kan er gefluisterd worden. Dat heeft film voor op theater. Toch moet ik geregeld het podium op omdat je dat mysterieuze contact met het publiek, dat je nooit beu wordt, wil blijven voelen."

Zelf praat u niet graag over uw privéleven. Zou Dickens het u niet kwalijk hebben genomen dat u de relatie met zijn veel jongere maîtresse op het grote scherm gooit?

"Ik geloof liever dat Dickens en Nelly blij zouden zijn dat we hún verhaal hebben verteld. Om eerlijk te zijn, ik was meer geïnteresseerd in Nelly dan in Dickens. De eerste versie van het script vertrok van het standpunt van een fictieve biograaf die Nelly wil doen praten. Het had meer iets van een detective. Nu tonen we Nelly's kijk op de zaak direct door haar ogen. En door haar ogen leer je Dickens dan weer kennen. Dat vond ik een aantrekkelijk idee: meekijken door de ogen van de vrouw die zichzelf moest wegcijferen."

Het cliché wil dat een succesvol man een sterke vrouw achter zich heeft. Wie was dat dan bij Dickens?

"Catherine Dickens was dat helaas niet. Het arme mens werd zowat belegerd door haar tien zwangerschappen. Sinds hun huwelijk was ze elke twee jaar zwanger. Fysiek moet ze dus wel sterk geweest zijn, maar ze was depressief van aard. Dat neemt niet weg dat Dickens wel altijd een sterke vrouw nodig had. Hij was een onverdunde workaholic. Hij werkte altijd tegen meerdere deadlines.

"Mijn theorie is dat hij een geïdealiseerd beeld had van een vrouw over wie hij in zijn boeken schrijft, tot hij denkt haar in het echte leven te zien. Hij ontmoette Nelly Ternan en viel voor haar. Maar Nelly gooide zich op den duur niet meer aan de voeten van de schrijver die zij zo bewonderde. Zij was autodidact, maar na verloop van tijd kon ze wel degelijk zijn intellectuele evenknie zijn."

Moet u dicht bij het karakter staan om het goed te kunnen spelen?

"Nee, het wisselt. Soms is het handig om iemand te spelen met wie je eigenschappen deelt. Personages die me compleet vreemd zijn daarentegen maken me nieuwsgierig. Je zoekt een manier om met hen een band te hebben, en dan kan je alsnog uit jezelf putten om er leven in te blazen. Vroeg of laat ga je van je personage houden - ook van Voldemort of Amon Goeth - en hou je ervan om het te vervolledigen."

Wilde u bewust de parallel trekken tussen Dickens' publieke leven en dat van bekendheden in deze tijd?

"Ik heb er niet zo over nagedacht, omdat het gewoon deel uitmaakte van het verhaal. De interesse van het publiek in het privéleven van artiesten is in die tijd opgekomen. De kranten begonnen van mensen als Dickens publieke figuren te maken omdat ze doorhadden dat ze daarmee de publieke vraatzucht konden bedienen."

Viel Dickens ook voor Nelly omdat zij zich nooit volledig gaf, zodat het een oneindige jacht bleef?

"Daar ben ik van overtuigd, ja. Ik denk ook wel dat ze hun relatie geconsumeerd hebben, maar ik vraag me af hoe dat moet gegaan zijn. (lachje) Zij moet dat moment alleszins lang uitgesteld hebben. Hij heeft het haar, met al zijn bezigheden en reizen, niet gemakkelijk gemaakt. Goed mogelijk dat als hij thuis was, er veel plezier werd gemaakt, al was het maar omdat hij een grappig verteller was.

"Het idee van de lijdende maîtresse, als slachtoffer van de mannelijke dominantie, is niet het hele verhaal. Nelly zag zich helemaal niet als een lijdzaam slachtoffer. Zij kon humeurig zijn, scherp uithalen en Dickens op zijn nummer zetten."

Ze is niet het slachtoffer van Dickens' midlifecrisis?

"Van zijn wedergeboorte, bedoelt u. (lacht) Nee, ik denk het echt niet."