Euronext probeert zelfstandig te overleven
De Belgische staat zou bereid zijn om via de staatsholding FPIM 50 tot 100 miljoen euro te investeren in de verankering van Euronext, het bedrijf dat de aandelenbeurzen van Brussel, Parijs, Amsterdam en Lissabon overkoepelt. Waarom participeert de overheid in een beurzenuitbater?
Wat is er aan de hand bij Euronext?
De toekomst van het bedrijf is onzeker. Euronext zit sinds 2007 in een grote beursgroep samen met de New York Stock Exchange (NYSE), het uithangbord van Wall Street, en de derivatenbeurs Liffe in Londen. Die groep werd vorig jaar overgenomen door InterContinental Exchange (ICE), een Amerikaanse grondstoffenbeurs. Die wil alleen verder met NYSE en met Liffe. Voor de Europese beurzen is er geen plaats meer in de nieuwe groep. ICE mikt voluit op de bloeiende handel in derivaten, de afgeleide financiële producten. De bloedende aandelenhandel vormt een rem op de groei.
Is er nog een toekomst voor Euronext?
De voorbije maanden doken berichten op over een overname door andere beursuitbaters. Er was sprake van London Stock Exchange, Deutsche Börse en de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq. Maar concreet werden die dossiers niet. Euronext staat zelf ook niet te springen om overgenomen te worden door een andere beursuitbater en wil een zelfstandige koers varen. Om zich uit te kopen is er geld nodig. Euronext wil dat geld ophalen op de beurs. Nog voor de zomer wil Euronext een eigen beursnotering, wellicht in Parijs. Of die operatie doorgaat is nog onzeker. De eindbeslissing ligt bij ICE, dat vandaag eigenaar is van Euronext.
Wat heeft de overheid hiermee te maken?
De voorbije jaren waren geen succes voor klassieke aandelenbeurzen. De zware aandelencrash van 2008 laat nog altijd diepe sporen na. Zo noteert de beurs van Brussel nog steeds onder het niveau van voor de crisis. Heel wat bedrijven hebben de beurs de rug toegekeerd. Kleine beleggers aarzelen om met hun spaarcenten terug te keren naar de beurs. In zo'n klimaat is het voor Euronext van belang om zich te omringen met andere partijen die haar project willen verankeren. Met een participatie zou de overheid een signaal geven dat ze het behoud van een beurs in Brussel wil steunen.
Is de overheid bereid om geld te steken in de beurs?
Volgens de krant De Tijd is de kogel zo goed als door de kerk. Via de Federale Participatiemaatschappij (FPIM) zou de Belgische staat 50 à 100 miljoen euro willen investeren in Euronext. Als je weet dat Euronext een geschatte waarde heeft van 1,5 miljard euro dan zou de investering van de Belgische staatsholding goed zijn voor 3 à 6 procent van de aandelen. De operatie ligt politiek gevoelig. Want het gaat om belastinggeld dat in een beursuitbater wordt gepompt.
Zijn er nog andere partijen die Euronext willen steunen?
FPIM staat zeker niet alleen. Ook de Franse staatsholding CDC zou bereid zijn om te participeren in Euronext. En een consortium van banken staan klaar om een beursgang van Euronext te ondersteunen. In dat verband wordt er gesproken over grote spelers als KBC, ING, BNP Paribas, Société Générale, ABN Amro en de Portugese bank Espirito Santo. Samen met de FPIM en CDC zouden zij een belang nemen van 25 à 30 procent in Euronext voordat de rest van de aandelen wordt verkocht via een beursgang.