Direct naar artikelinhoud

'Vergeten is geen gebrek aan geheugen, maar een gebrek aan interesse'

Hij is graag alleen, zegt hij. 'Dan voel ik me prettig.' Jammer maar helaas: vandaag moet 'intellectuele drilboor' Etienne Vermeersch het gezelschap van 'Graafwerken Camps' dulden. 'Een beetje ijdel ben ik natuurlijk wel, maar prestige heb ik nooit nagestreefd. Daar ben ik te lui voor.'

Denken doet pijn, wisten de oude Grieken al. Moraalfilosoof en opiniemaker Etienne Vermeersch kan er zich niets bij voorstellen. Denken is voor hem spelen. Als een kind zo blij zet hij zich weer aan de eerste regel van zijn volgende boek of essay. Een lezersbrief kan ook, als het maar ergens over gaat, als er maar gedacht kan worden.

Zou er nog iets van het leven zijn waarover je met deze intellectuele drilboor niet kunt spreken? Seks misschien?

Overspel?

"Ik heb altijd tegen mijn vrouw gezegd: wil je vreemdgaan, doe maar. Alleen niet met Filip Dewinter. Als ik een partner had gehad die van de vrije liefde was geweest, zou ik dat zonder problemen aanvaard hebben. Ook van mezelf, ja. Maar alleen als mijn partner daar ook mee kon leven.

"U noemt dat nu verdraagzaamheid, maar daar heeft het niets mee te maken. Ik ken mensen die zeer verdraagzaam zijn, maar vergaan in jaloezie. Dan wordt vreemdgaan natuurlijk moeilijk. Jaloersheid ken ik niet. Ik ben nooit afgunstig geweest op mensen die rijker of intelligenter zijn dan ik. Prestige heb ik nooit nagestreefd, daar ben ik ook te lui voor. Een beetje ijdel ben ik natuurlijk wel, maar werken heeft bij mij altijd te maken met dingen die ik graag toe."

Chaos

Hij woont residentieel, op de grens tussen Wetteren en Melle. In een halvelings geblindeerd huis, zonder ramen met uitzicht op de straat. De gedachte aan een bunker wordt versterkt door de opgestapelde dozen aan de voordeur. Een halve vrachtwagen vol oude kranten en tijdschriften, knipsels en cahiers. Binnen in zijn woonkamer is de papieren chaos al even groot. Boeken en dossiers grijpen je naar de keel. In die mate dat de heer des huizes - toch al niet van de grootsten - bijna onzichtbaar wordt. Ik verdenk Etienne Vermeersch ervan dat hij thuis zijn eigen onzichtbaarheid probeert te creëren, anders dan in zijn publieke bestaan.

Hij is graag alleen, zegt hij. Vandaag is mevrouw Vermeersch naar een voorstelling van de opera La Bohème. "Als ik alleen ben, voel ik me altijd prettig."

Op 2 mei wordt de professor tachtig. Vier overbruggingen en twee stents hebben hem mede aan die gezegende leeftijd geholpen. Geen mens die het gelooft, maar op zijn verjaardag staat de geleerde een bal populaire te wachten. Ik vraag hem nu of hij dat beslist heeft in een vlaag van zinsverbijstering.

Quasi verontwaardigd: "Verjaardagen zeggen mij niets, ik vergeet ze ook altijd. Ik heb met dat hele feestgedruis niets te maken. Mijn medewerkers en vrienden hebben beslist tot een academische zitting en een feest. Er zijn sprekers genodigd. Onder hen ook Mieke Van Hecke. Daar keek ik van op. Als ik het goed begrepen heb, gaat zij iets over vriendschap zeggen. Ik had altijd wel een goed contact met haar, maar vriendschap is wel heel zwaar aangedikt. Enfin, het is allemaal beslist buiten mij om.

"Dansen? Dat kan ik als de beste. Toen ik uit het klooster was getreden, kreeg ik bij de minst aanraking met een meisje een erectie. Niet te doen, natuurlijk. Om me te leren beheersen ben ik danslessen gaan volgen. Zuid-Amerikaanse en Europese dansen, chachacha, tango, paso doble... Alsof het op mijn lijf was geschreven. Ik kon ook goed jiven, zoals ze dat in Antwerpen zeggen. En walsen, natuurlijk."

Pantoffels

Terwijl hij het geluk van zijn herinneringen consumeert, blijven zijn kleine voeten roerloos in de schattige pantoffels. De professor danst vandaag niet voor en na. Maar wie weet gaat hij op zijn verjaardagsfeest alsnog helemaal los.

"Ik ben niet zo'n losgooier, dat komt mede door mijn verleden bij de 'Compagnie' (de jezuïtenorde, HC). Wij hadden tweemaal per dag gewetensonderzoek. Je zat voortdurend jezelf te onderzoeken, alles vertraagt dan. Ik heb mij nooit ongecontroleerd in een menigte kunnen werpen. Controlefreak, já.

"Nee, bijlange niet wereldvreemd. Ik houd van goed eten en drinken. Wist u niet dat ik een voortreffelijke kok ben? Sinds koken een hype is geworden, staat het me wat tegen, maar vroeger was ik om de twee weken chef de la cuisine. Mijn vrouw zorgde voor de groenten, vis en vlees waren voor mij. Zoals ik konijn klaarmaakte - om duimen en vingers bij af te likken. Mijn consommé was niet een beetje helder, hij was volkomen klaar. Vergis u niet: ik had op een bepaald moment het respect van Piet Huysentruyt, hoor."

Tot het gaatje

Dat mag ik zeggen: in vrijzinnigheid gaat hij tot het gaatje. In geschriften en debatten over religie, interculturaliteit en islam, asiel en migratie, ethische kwesties, natuurlijk. Bijna als een straatvechter verdedigt hij zijn gelijk.

"Met mijn strijd voor anticonceptie, abortus en euthanasie mag ik zeggen dat ik een steentje in de rivier heb verlegd. Voor het resultaat geef ik alles weg, alle academische pretenties. In 1971 hield ik al mijn eerste euthanasiedebat op televisie. Où sont les neiges d'antan? Nooit vergeet ik hoe Joëlle Milquet in de Senaat zat te sms'en toen ik een uiteenzetting gaf over euthanasie. Hoe delicaat en intellectueel hoffelijk wil je zijn, als minister?

"Welnee, ik ben niet het gezicht van intellectueel Vlaanderen. Ik heb in linkse kringen altijd vrij veel tegenstand gehad, zeker na mijn publicatie over het probleem van de overbevolking. Iedereen dacht altijd dat ik van de 'loge' was. Geen haar op mijn hoofd dat daar ooit aan gedacht heeft. Rituelen zijn niet aan mij besteed. Weet u dat ik nooit de Arkprijs van het Vrije Woord heb gekregen? Precies omdat ik altijd voor het vrije woord heb gekozen tegen modieuze opvattingen in.

"Ik heb met Kris Merckx gestreden tegen de Orde van geneesheren, maar mijn affiniteit houdt op bij iedere zweem van sympathie voor communisten. Het communisme is afschuwelijk en het Rode Boekje van Mao is onvoorstelbaar irrationeel.

"Ik ben helemaal niet karakterieel contrair. Ik vind het zelfs bijzonder onprettig om tegen de stroom in te gaan. Nog nooit heb ik uit eigen beweging een persoon aangevallen. Het gaat mij altijd om de overtuiging. Maar als ze mij aanvallen, moeten ze wel oppassen."

Jaap Kruithof en Leo Apostel kleurden het filosofisch denken van Etienne Vermeersch. Hij werd overtuigd atheïst en liet niet na de kerk bij nacht en ontij te kapittelen wegens haar starre houding inzake abortus, euthanasie, anticonceptie... Het werd een volgehouden strijd.

"Mijn beste vriend is een gelovige katholiek. Maar soms gaat het spreken voor vriendschap. Zoals nu ook weer met het embryo-onderzoek. Ik moet dat onderzoek beschermen. Mijn leerstellige criteria worden voorgeschreven door ratio, niet door romantiek of empathie.

"Ik zeg niet dat het paus Franciscus aan authenticiteit ontbreekt. Ik wil best geloven dat hij streeft naar een minder triomfalistische kerk, naar minder dogmatisme zelfs. Maar hij zal geen vrouwelijke priesters wijden of het celibaat afschaffen. Misschien, als hij nog tien jaar de baas van het Vaticaan mag blijven, zullen zijn opvolgers wel verdere stappen kunnen zetten. Vandaag lukt het niet om een aantal dogmatische en ethische stellingnames te herzien."

Beschaamd

God hoort niet meer tot het continuüm in het lange en rijk gevulde leven van deze tachtigjarige. Toen hij met kerk en geloof brak moest hij wel een paar keer wenen. Zou er nog iets van spijt en nostalgie zijn dat knaagt?

Hij heft het hoofd, haalt de schouders op en dempt de stem. In zijn gezicht ligt de aankondiging van een belangrijke mededeling.

"Spijt is er omdat ik een aantal dingen niet heb gedaan. Ik had meer kunnen doen. Spijt is er dat mijn verzet tegen overconsumptie en overbevolking zo weinig is doorgedrongen. Nee, academische eenzaamheid ken ik niet. Er is in Amerika of in Finland altijd wel iemand te vinden die net zo denkt als ik. Mijn teleurstelling is vooral dat ik door luiheid en vergetelheid sommige beloftes niet ben nagekomen. Daar kan ik vreselijk beschaamd over zijn. Een vriend zei eens heel terecht: 'Vergeten is geen gebrek aan geheugen, het is een gebrek aan interesse.'

"Ik heb nu nog spijt van een voorval toen ik als zestienjarige op kamp was in de Ardennen. Een jongen moest wat spullen gaan halen in het dorp en vroeg of ik met hem mee wilde. Ik ben niet meegegaan en daar heb ik tot de dag van vandaag spijt van."

Hij kan zich perfect aansluiten bij de zin van Ludwig Wittgenstein op zijn doodsbed: 'Tell them I have had a wonderful life.' "Toepasselijke zin. Ik heb altijd chance gehad. Het leven is mij altijd meegevallen. Over chance moet je schuchter zijn. Normaal gesproken zal ik tussen nu en mijn 90ste doodgaan. Geen probleem, ik heb een bevredigend leven gehad. Kruithof zei dat iedereen angst voor de dood heeft. Ik antwoordde hem: 'Wel, ik niet.' Doodgaan is de afronding. In mijn geval is dat ook wat makkelijker omdat ik geen kinderen heb.

"Enkele weken geleden droomde ik dat ik dit jaar zou sterven. Toen ik wakker schoot, was mijn eerste reactie: dat nieuwe boek moet wel eerst nog af."

Zijn ouders zijn niet vergeten, niet weggezet in de kelder van herinneringen. "Mijn vader was als zoon van een smid tot zijn elfde naar school geweest, mijn moeder tot haar veertiende. Mijn moeder vertelde in de Tweede Wereldoorlog over de oorlog van 14-18. Ze was een geboren verteller. Toen ze zestig was, heeft ze die verhalen eens opgeschreven, nagenoeg foutloos. Als ik daaraan terugdenk, kijk ik met droefheid neer op de brieven van ULB-professoren. Ze staan vol fouten. De onvoorstelbare laksheid op het gebied van spelling begrijp ik niet.

"Mijn vader was oorlogsvrijwilliger en flamingant, maar is later uit het VNV gegaan. Hij ging uit van het principe dat je in een oorlog niet aan politiek kunt doen. Zeg dat eens tegen die onverlaten op het Maidanplein, al ken ik niet de finesse van het conflict. Mijn moeder was zeer onder de indruk van de verfilming van het boek van Erich Maria Remarque Im Westen nichts Neues. Er werd in militaristische kringen heftig geageerd tegen de pacifistische teneur van die film. Kent u het dodenmonument van Aartrijke? In rode letters staat geschreven: welk nut ligt er in het storten van ons bloed? De meeste dodenmonumenten getuigen van triomfalisme: gestorven voor het vaderland..."

Waar zijn ze nog de verhalen - de geschiedenis is drooggelegd. "De Eerste Wereldoorlog ligt lang achter ons, maar de Tweede evengoed. De overlevering hapert. Gabriel Garcia Márquez is helaas geen Belg. Toen ik prof was, kwam ik ineens tot het besef dat ik nog de enige was die iets van de oorlog wist. Na mei '68 realiseerde ik me op een dag ook dat de studenten er niets meer van wisten. In tegenstelling tot Bart De Wever blijf ik zeggen dat Mei '68 een betekenisvolle episode is geweest voor heel veel mensen en universitaire instellingen. Het was geen luchtbel, absoluut niet.

"Ik weet niet of er nog ouders zijn die verhalen vertellen aan hun kinderen. Mijn vader kon mooi vertellen over het eerste vliegtuig en over de zomer van 1911 die zo verschrikkelijk heet was. Waar zie je vandaag nog keukenstoelen langs de gevels staan op een warme zomeravond? Wie spreekt nog met wie?"

Stromae

Zou de moeder aller verkiezingen hem nog opwinden?

"Laat me eerst het volgende zeggen: niemand in de wereld weet nog wat het juiste maatschappijmodel is. Volkomen egalitarisme werkt niet, volkomen kapitalisme is niet haalbaar. Dus zoeken we naar een tussenweg voor de democratie. Ik ben een groot voorstander van l'alternance, zoals in Frankrijk met la gauche en la droite. Dat veronderstelt evenwel een eengemaakte publieke opinie.

"Het succes van N-VA zijn de boekskes. Zij hebben het begrip BV geïntroduceerd. Van de anderen weten we niets meer. De enige Franstalige die men nog kent is Stromae. Die afwezigheid van kennisoverdracht vreet aan onze democratie. Schaf ook nog de stemplicht af en de democratie wordt dunner dan waterverf. Ik stem meestal op personen. Aanvaardbare partijen zijn voor mij alleen democratische partijen. Met een voorkeur voor sp.a."

Zijn strijd tegen kruisbeelden in rechtbanken en tegen hoofddoeken op school is voldoende aan bod gekomen. Over de ethische dossiers die hem ter harte gaan is ook veel gezegd. Minder bekend is dat Vermeersch zich het onderwijs aantrekt.

"Met het oog op integratie en migratie heb ik tegen toenmalig minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke gezegd: maak kleuteronderwijs verplicht. Weet je wat hij antwoordde: 'Het schoolpact laat dat niet toe.' Ga dan voor een ander schoolpact, zeg. Door kinderen niet tijdig de Nederlandse taal aan te leren heeft men gettovorming in het leven geroepen, en zijn anti-identiteiten ontstaan."

Het identiteitsdebat is intellectueel vervuild. "De tweede generatie Turken en Marokkanen is hier opgegroeid. België is hun heimat. Ik ben radicaal tegen het idee dat je dan nog je identiteit ontleent aan afstamming. Je moet de mensen met wie je leeft en samenwerkt respecteren. Zij zijn je medeburgers. Ieder nationalisme dat afstand neemt van burgerschap is fout. Dat mensen die hun zogeheten identiteit willen bewaren als ze in een andere maatschappij terechtkomen, is onacceptabel.

"Een persoonlijke identiteit is er altijd, maar dat is iets anders dan een burgerlijke identiteit. Er wordt nogal eens gejongleerd met begrippen als cultuuroverdracht. Zoveel valt er niet over te dragen, hoor. Er zijn in Vlaanderen hooguit tien mensen die de Arabische wetenschap van de grote eeuwen hebben bestudeerd. Ik doe dat al sinds de jaren zestig. Het was wel een Arabier die nog voor Descartes de juiste verklaring van de regenboog heeft gegeven. Hoeveel mensen van Marokkaanse origine zouden De vertellingen van duizend-en-een nacht hebben gelezen? Hoezo overdracht van cultuur?"

Naar de hel

Fel zegt hij: "Het ontwikkelingsproces van mijn moeder in haar tijdsgewricht is veel ingrijpender geweest dan dat van overgekomen Marokkanen. Mijn grootvader zei tegen zijn vier dochters: 'Als ge met een pakske thuiskomt, zie ik je liever afvoeren naar het kerkhof. En hij meende dat. Ondanks haar stugge ethische opvoeding is mijn moeder er toch in geslaagd sympathie te hebben voor Will Ferdy, nadat die zich had geout. Met echtscheidingen in de familie zou ze het moeilijker hebben gehad. Toen ze wist dat ik ongelovig was geworden, dacht ze dat ik naar de hel zou gaan. Maar ze heeft me nooit verstoten.

"Mijn vrouw is ongedoopt. Ik durfde het eerst niet te zeggen, thuis. Ik wachtte tot er een positieve relatie tussen haar en mijn moeder was ontstaan. Later heb ik het dan toch gezegd. Mijn moeder keek mij vriendelijk aan en zei: "Het is de fout van haar ouders."