Direct naar artikelinhoud

Economen, de profeten van vandaag

'Geef me nu eens een econoom met één hand.' Het was een wanhopige Ronald Reagan die de hilarische uitroep deed. De Amerikaanse president was het beu om te moeten horen van zijn economische adviseurs: 'On the one hand..., but on the other hand...' Maar is het wel eerlijk om steeds één pasklaar antwoord te verwachten?

Als zelfs een en dezelfde econoom zijn stelling staaft met 'enerzijds, anderzijds' kun je nagaan hoeveel mist verschillende economen samen spuien. Neem nu de beslissing van Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB) die gisteren bekendmaakte dat de instelling 1,2 biljoen euro in de markt zal pompen (zie hiernaast).

"Eindelijk slimme QE van de ECB op komst", klonk economieprofessor van de KU Leuven Joep Konings enthousiast op Twitter. Om er een sneer aan toe te voegen: "Ik nodig Ivan Van de Cloot uit voor mijn bachelorcursus economie, zodat hij niet langer dwaalt." Van de Cloot, hoofdeconoom van denktank Itinera, had het immers aangedurfd om het ECB-beleid op de korrel te nemen. Twee slimme economen maken een totaal andere analyse over een en dezelfde beslissing. Wie heeft er nu gelijk?

Johan Lambrecht, professor macro-economie aan de HUB, glimlacht. "Beiden. Zo zal de ene econoom over de aankoop van obligaties terecht kunnen zeggen: 'Goed, want door lagere langetermijnrente zal dat de economie doen aantrekken.' Met dezelfde stelligheid kun je anderzijds ook waarschuwen dat het kan leiden tot inflatie, uitstel van structurele hervormingen, en de vorming van een nieuwe luchtbel."

Afhankelijk van welke invalshoek je kiest, krijg je een andere analyse. Ook al vertrek je van eenzelfde gegeven.

Gert Peersman (UGent): "Economie is dan ook geen exacte, maar een menswetenschap. Maar omdat economen vaker in de media komen dan pakweg onze collega's in de theoretische fysica, zijn we dat anders gaan zien. Terwijl die fysici het ook vaak oneens zijn, alleen vechten ze hun meningsverschillen uit op de podia van wetenschappelijke congressen, die de media niet halen."

Wiskunde

Dat we zo veel belang zijn gaan hechten aan economie als wetenschap, en economen als profeten, komt omdat de maatschappelijke relevantie proportioneel is toegenomen. Als de economie goed draait, ligt niemand ervan wakker. Nu we allemaal aan den lijve de gevolgen voelen van een recessie, en de politici alle zeilen bijzetten om de economie aan te zwengelen opdat de werkloosheid zou dalen, wordt het wél relevant. We hengelen dan ook naar een uitleg voor waarom een beleid wel of niet werkt. Zijn we op de goede weg, komen we eruit? Economen vertrekken van een arsenaal aan cijfers, tabellen, en economische modellen, waardoor de indruk wordt gewekt dat het dat maar is: het analyseren van cijfers. En als je maar de juiste cijfers in de juiste tabel zet, komt het goed.

"Die wiskundige benadering is begrijpelijk, maar te beperkt", zegt Lambrecht. "Cijfers moeten de dienaars zijn van de economie, niet de meesters." Er zijn veel variabelen die meespelen, en afhankelijk van het gewicht dat je geeft aan die variabelen in je analyse, kom je tot een verschil in uitkomst.

Peersman: "Er zit vaak niet eens zo'n groot verschil in de analyse. Het debat gaat vaak over de nuances. En die zijn te herleiden tot de korte of de lange termijn, of de visie vanuit de aanbodzijde versus de vraagzijde. Het lijken andere conclusies, terwijl het vaak valabele discussiepunten zijn. Alleen, om gehoord te worden is er weinig ruimte voor nuance, waardoor de verschillen te sterk worden uitvergroot."

Op het scherp van de snee om toch maar gehoord te worden. Het doet het sérieux van de economische academicus geen goed. En het helpt ook niet echt wanneer politici zich in het debat mengen. Vaak met ideologische en politieke motieven, waarbij er al helemaal geen ruimte wordt gelaten voor de vele grijswaarden.

Profileringsdrang

En uiteraard speelt ook een stukje profileringsdrang mee. Economen zijn de nieuwe rocksterren, kijk maar naar de sterrenstatus die Thomas Piketty te beurt valt. En dan is de verleiding groot om wat de ene econoom als argumenten pro geeft, meteen te counteren met argumenten contra. Wat Piketty zegt, leeft als stelling al meer dan een decennium in economische kringen. Dat hij nu met al die aandacht gaat lopen, omdat het momentum er is, zorgt dan ook voor naijver. Niets menselijks is een econoom vreemd.

Net zoals de eigen ideologie de blik verengt of vertroebelt. Na de crisis van de jaren dertig kwam John Maynard Keynes met totaal nieuwe inzichten. Het duurde lang vooraleer die theorieën werden aanvaard. En vandaag zal de zogenaamde keynesiaanse school meer heil zien in een budgettair beleid (de regering komt tussenbeide via overheidsuitgaven), terwijl de monetaristen (aanhangers van Milton Friedman) zullen verwijzen naar het belang van het monetair beleid. Beide economische filosofieën hebben hun verdienste en beiden hebben gebreken. "Economen stellen nu veel meer vragen vanuit hun intuïtie", zegt Peersman. En dat betekent meer interpretaties, die dan weer in vraag kunnen worden gesteld.

Kortom, economen zijn het vooral eens dat ze het met elkaar oneens zijn.