Direct naar artikelinhoud

'Ik zou maar een halfuur in Zaventem blijven'

Terwijl de Brusselaars de draad weer opnemen, zaten gisteren meer dan duizend gestrande reizigers vast in ons land. Vanuit de Leuvense Brabanthal, waar ze de nacht doorbrachten, probeerden ze alsnog thuis of op hun bestemming te geraken. 'We zijn nog niet meteen in Toronto.'

Dinsdagochtend rond acht uur zat de Noorse verpleegster Lise Strand (58) te ontbijten in een koffiebar op Brussels Airport, wachtend op de vlucht die haar na een vakantie in Gambia terug naar Oslo zou brengen. Twee explosies, tien doden, honderd gewonden en anderhalve dag later zit ze geduldig aan te schuiven aan het geïmproviseerde loket van Brussels Airlines, waar een vijftal medewerkers met de moed der wanhoop proberen orde te scheppen in de chaos om gestrande reizigers zo toch nog op hun bestemming te helpen.

Strand is één van de meer dan duizend mensen die hier de nacht doorbrachten, nadat de aanslag in Zaventem een abrupt einde maakte aan hun reisplannen. "Ik voelde de tafel trillen, maar dacht dat het een groot vliegtuig was dat landde of opsteeg. Ik dacht helemaal niet aan een bom. Totdat iedereen begon te rennen en mensen ons kwamen evacueren."

Na de explosie bleven reizigers als Strand enkele uren op het tarmac, om vervolgens voor de rest van de dag te worden ondergebracht in een hangar op de luchthaven - pas rond 19 uur vonden ze onderdak in de Brabanthal. Zo ook de Zwitser Thomas Kaiser (49), directeur van een farmaceutisch bedrijf in Hamburg, en de Brit Lloyd Lawson (49), een fysiotherapeut uit Berlijn. De twee lijken inmiddels beste vrienden, nadat ze de gebeurtenissen samen hebben beleefd.

"We hebben onze telefoons gebruikt om mensen naar huis te laten bellen, hun familie te laten weten dat ze ongedeerd waren", vertelt Kaiser. "Je kunt chaos niet vermijden op zo'n moment, denk ik. Iedereen in de terminal die langs je heen rent: dat is nu eenmaal beangstigend."

Tijd doden

Inmiddels lijkt iedereen er het beste van te willen maken. Kaiser laat mensen hun telefoons opladen aan zijn laptop, sommigen proberen nog wat bij te slapen op de honderden veldbedden die staan opgesteld, anderen schuiven geduldig aan voor een broodje of een bord soep. Een jongetje van een jaar of tien mikt een plastic flesje in een vuilbak, steekt zijn armen in de lucht, waant zich even de beste basketballer te wereld. Tijd doden is de boodschap.

Dat is ook wat Triloks Singh Grower (60) doet, een Indiase zakenman uit Delhi die met familie en vrienden op weg was naar Toronto. "Mijn zoon woont daar", zegt hij trots. "Hij was doodongerust, en van op de luchthaven was het onmogelijk hem te bereiken. Gelukkig is hier wifi: ik kan hem bellen en omgekeerd. Hij weet dat we het allemaal goed stellen, maar ook dat we nog niet meteen in Toronto zijn."

Voor de familie Singh is het nog niet duidelijk wanneer dat zal zijn. "Gelukkig hebben we hier een beetje kunnen slapen en eten." Ondertussen probeert iemand van Air Canada uit te zoeken of passagiers van JetAirways, zoals Singh, naar Parijs kunnen worden gebracht om van daaruit naar Toronto te vliegen, maar de zenuwachtigheid waarmee dat gebeurt, staat in schril contrast met de gelatenheid waarmee de meesten de gebeurtenissen ondergaan. "Nee, ik voel me niet slecht nu ik hier ben. Zo'n aanslag kan overal gebeuren."

Zenuwachtigheid

De hoop om snel weer weg te geraken, is er nog steeds. "Brussels Airlines heeft nu wel wat probleempjes om alles te organiseren", zegt Strand. "Ik heb nog geen idee wanneer ik weer thuis geraak." Ze zit al vijf uur lang, sinds zeven uur deze ochtend, in een lange rij aan te schuiven in de hoop duidelijkheid te krijgen.

Lawson, die zijn vakantie in Portugal heeft geannuleerd, is inmiddels aan het wachten tot vrienden uit Berlijn hem met de auto komen oppikken, maar Kaiser heeft minder zicht op zijn terugreis. "Ik ging eigenlijk een dag over en weer naar Manchester - ik zou maar een halfuurtje in Brussel blijven, dinsdagavond had ik al weer in Hamburg moeten zijn. Zolang ik niet thuis ben, zullen ze daar ongerust blijven."

Gisteravond werd duidelijk dat al 850 gestrande reizigers onderweg naar huis waren. De overige 150 zouden nog een tweede nacht doorbrengen in de Brabanthal.