Direct naar artikelinhoud

Geachte heer Goossens, Beste Steph,

Mijn voornemen om jou de eerste brief van het nieuwe jaar te schrijven werd aan de eindejaarsdis op ongeloof en hoongelach onthaald. Je werd een flauwe plezante genoemd. Een kale clown die zich op het scherm even tenenkrullend gedroeg als een zatte nonkel op trouwfeesten. Ik schrok ervan hoe hard mensen, zelfs in vergevingsgezinde tijden, kunnen zijn. Meer zelfs, ik kreeg het verwijt onderdeurtjes voor te trekken en echte tv-coryfeeën dood te zwijgen. Wat had de bevallige Evy Gruyaert misdaan? Waarom niet eens een brief naar Tom Lenaerts, Philippe Geubels, Paul D’Hoore of Geert Hoste? Ik beloofde er nog eens goed over na te denken, maar ben blij dat ik voet bij stuk heb gehouden. Er moet toch iemand een lans breken voor al die koene ridders en jonkvrouwen die achteraan stonden toen het talent werd uitgedeeld maar toch onvervaard voor een carrière als artiest durfden te kiezen. Hoe saai zou het medialandschap er niet uitzien zonder die schromelijk onderschatte beroepsgroep der simpele televisiesoldaten? Vaak beschimpt en weggelachen maar immer trouw op post. Ze lopen niemand in de weg, zijn tevreden met wat kruimels en doen door hun simpele aanwezigheid de ster van anderen exponentieel stralen. Daarom is het zo fijn dat er af en toe eentje door de mazen van het net glipt om, tot ieders verbazing, zelf een gooi te doen naar het sterrendom.

Zoals jij, Steph. De nieuwe trots van VT4 en eindelijk de vedette die je in het diepst van je gedachten altijd al had willen zijn. Net als illustere voorgangers Jacky Lafon, Jef De Smedt en de weergaloze primus inter pares Peter Van Asbroeck op weg naar een bizarre cultstatus. Uitgegroeid tot een alomtegenwoordig performer vast van plan elke kunstvorm aan zijn grenzeloze ambitie te onderwerpen. Zanger bij Steph Goossens: Lover of the Bianca’s. Ambiance gegarandeerd op familiefeestjes die om een polonaise verlegen zitten. Actief op de planken als auteur en acteur. Gevierd schrijver van bestsellers als Roekeloze Rita, Zusters van Liefde en Dik in orde & toch dunner. Begenadigd poëet zelfs, wiens bundel Gedichten voor moeders al aan een herdruk toe is. Goedkope karamellenverzen, schamperen gelouterde dichters, jaloers omdat hun hersenspinsels ongelezen in de rekken blijven.

Niet slecht voor een maatschappelijk werker die, uitgekeken op zijn directeursjob in een cultureel centrum, het visioen kreeg dat hij ‘iets in de media’ moest betekenen. Een late roeping van het dikste jongetje uit de klas, overtuigd op de wereld te zijn gezet om zijn volk te vermaken. Al had je waarschijnlijk zelf niet verwacht dat het zo’n vaart zou lopen toen je destijds deelnam aan U hoort nog van ons, een talentenjacht bij de openbare omroep. Je won niet. Tweede na Lies Martens, maar die is ondertussen een bloemenwinkel begonnen. Jij bent er nog. En hoe! Niet dat er aan jou een nieuwe Jan Decleir, Will Tura of Ben Crabbé verloren is gegaan. Die kunnen métier en natuurlijke aanleg als troeven uitspelen. Zo is het niet moeilijk. Jij moet het zien te rooien met ongebreideld enthousiasme als enige wapen en precies dat maakt je onstuitbare rush naar de top even mysterieus als opmerkelijk.

Jij kent me niet. Ik jou wel. Op de boekenbeurs zag ik je - vriendelijk schouderklopje hier, familiair praatje daar - driftig signeren. Van vasthoudende underdog tot volksheld. Een nieuw rolmodel voor alle dikke jongetjes die ineens mogen hopen dat ook voor hen het onmogelijke mogelijk wordt. “Als Steph het kan, dan kan ik het ook”.

Met een krop in de keel zag ik je afscheid nemen van je alter ego Cois Pelckmans, de goeiige loodgieter in eeuwige overall op wie niemand zat te wachten maar die overal welkom was. Opgeklommen van simpel figurantje tot behulpzame sidekick van de grote Frank Bomans. Mijn soaphart bloedde toen dit toonbeeld van naïeve rechtschapenheid door de tekstschrijvers onbarmhartig werd losgerukt van zijn Julia. Voor eeuwig verbannen naar Benidorm, alwaar zijn zieke moeder wacht. Weggekocht door VT4. Toptransfer of vergiftigd geschenk? Hoe dan ook: Cois Pelckmans is dood, leve Steph Goossens!

Met verbazing en vrees nam ik kennis van die gedurfde carrièrewending. In Thuis leek je vredig oud te kunnen worden als betrouwbare tweede viool. Werkzekerheid, een goed belegde boterham en populariteit gegarandeerd. Waarom is hij toch niet op het vertrouwde nest gebleven, vroeg ik me af toen ik je terugzag als… bakkersbezoeker. Enerverende flauwe plezante waarnaast je nog niet dood wil gevonden worden. Wees toch voorzichtig, Steph. Met geforceerde jovialiteit alleen red je het niet en voor je het beseft word je als een uitgeknepen citroen weggegooid. Ambitie is één zaak. Zelfkennis een andere. Ezels worden zelden koerspaarden. Weinig knechten kopman.

Als de dag van gisteren herinner ik me de eerste keer dat je uit het veilige cocon van Thuis brak om je als veel te luid curiosum aan Vlaanderen te presenteren in Steracteur, sterartiest. Kale, boomlange vent die wauwelde ‘met een vod in zijn mond’ en zich bij ontstentenis van enig zangtalent als vrolijke Frans manifesteerde. Het duurde, gelukkig, maar even en je verdween net voor die opgeklopte leukigheid irritant begon te worden. Toen Sergio naar vtm verkaste mocht je samen met Geena Lisa gastheer spelen in Fata Morgana en toen al wist ik dat een losgeslagen Steph veel minder aan het scherm plakte dan de keurig in het gareel lopende Cois.

‘For old times sake’ heb ik je een paar weken gevolgd in je zoektocht naar de beste Vlaamse bakker. Tot ik verdrietig afhaakte. Mijn oude vriend bleek een zielige clown geworden die zichzelf ontzettend geestig vond. Ik mag hopen dat je royaal werd vergoed als voyageur in eclairkes, petit fourkes en pateekes. Het was niet goed, Steph. Veertien jaar heb ik je met plezier gekoesterd als simpele loodgieter, maar ik ben je nu al kotsbeu als opdringerige allemansvriend. Veel minder welkom dan hij zelf denkt. Straks wacht een nieuwe uitdaging met Binnen en Winnen, een quiz die je aan huis komt presenteren. Ik wens je het allerbeste als leurder in goedkoop amusement. Maar doe me één plezier en kom niet bellen. Mijn deur blijft dicht. Al is het maar uit respect voor de nagedachtenis van Cois Pelckmans, een bescheiden stielman die wél zijn plaats kende.

Met hartelijke groeten,

Je vriend Jules