Londen viseert universiteiten in strijd tegen terreur
De Britse minister van Binnenlandse Zaken, Theresa May, heeft de nieuwe regeringsstrategie om terrorisme tegen te gaan voorgesteld. Daarbij zei ze dat er een betere focus moet komen op het verhinderen van extremisme op het niveau van de gemeenschap. Ze stelde ook dat de bestaande politiek, die in 2007 ingevoerd is, ernstige gebreken vertoont.
Zo bleek dat een deel van het budget dat gericht was tegen extremistische organisaties juist in handen viel van die organisaties. Het beleid zou ook gefaald hebben om de extremistische ideologie aan te pakken. De vernieuwde politiek zal de huidige steun aan extremistische groepen stopzetten, ook als die niet gewelddadig zijn. Alle groepen die tegen "fundamentele en universele" Britse waarden zijn, worden geviseerd, aldus de regering.
De nieuwe strategie legt ook de focus op het internet. De regering denkt eraan een lijst op te stellen van websites die over het hele land geblokkeerd zullen worden. Ook computers in scholen, bibliotheken en universiteiten zullen verhinderd worden om toegang te krijgen tot onwettelijk materiaal op het internet.
De universiteiten zijn trouwens een specifiek mikpunt van de politiek. Rapporten van The Daily Mail tonen dat de nieuwe strategie 40 Britse universiteiten heeft geïdentificeerd waar het risico bestaat op radicalisering of rekrutering op de campussen. De nieuwe wet zou zich ook zorgen maken over de Federatie van Islamitische Studentengemeenschappen. Daarover zei May dat de groep duidelijk moet tonen dat ze niet extreem is en dat ze geen extremistische leden heeft. De Federatie reageerde dat het voldoende inspanningen doet om het extremisme uit haar organisatie te halen.
Twee dagen voor de bekendmaking van de update van de antiterreurstrategie, beschuldigde May de universiteiten ervan dat ze niet genoeg doen om terrorisme te bestrijden. De universiteiten benadrukten dat ze wel samenwerken met de veiligheidsdiensten. Zij vrezen dat de nieuwe politiek zal leiden tot een beperking van de vrijheid van meningsuiting.