Direct naar artikelinhoud

'Bemanning veerboot was moorddadig'

De Zuid-Koreaanse president Park Geun-hye heeft de kapitein en enkele bemanningsleden van de gezonken veerboot Sewol beschuldigd van 'moorddadig en onvergeeflijk gedrag'. Park haalde fel uit nadat was gebleken dat een deel van de bemanning faalde en besluiteloos was.

Het officiële dodental van Zuid-Korea's grootste naoorlogse scheepsramp is opgelopen tot 87. Er worden nog 215 opvarenden vermist, onder wie veel scholieren die op weg waren naar het vakantie-eiland Jeju. De kans dat ze nog in leven zijn, is gering.

Het aantal arrestaties onder de bemanning staat nu op zeven. De oorzaak van de ramp is nog steeds niet bekend. Volgens justitie maakte het schip een scherpe bocht voordat het in de problemen kwam.

De kapitein van de veerboot gaf de passagiers opdracht in hun hutten te blijven toen het schip slagzij begon te maken. Hij wachtte vervolgens nog een half uur alvorens het bevel tot evacuatie te geven. Op dat moment lag het schip al dermate schuin dat de meeste vermisten zich niet meer in veiligheid konden brengen, zo wordt aangenomen. "Wat de kapitein en een deel van de bemanning hebben gedaan is onbegrijpelijk uit het oogpunt van het gezond verstand", aldus Park. "In plaats van de instructies van de verkeersleiding aan wal te volgen en de passagiers te evacueren, gaf de kapitein de passagiers de opdracht op hun plaats te blijven. Terwijl hijzelf als een van de eersten vluchtte. Juridisch en ethisch is dit een onvoorstelbare daad."

Kapitein Lee Joon-seok (68) en twee bemanningsleden zitten sinds vrijdag vast op verdenking van nalatigheid en het achterlaten van mensen in nood. Onder hen is een onervaren 25-jarige stuurvrouw die pas vijf maanden voor de rederij werkte. Zij bestuurde het schip tijdens de ramp, in een moeilijk zeegebied waar ze nog nooit eerder had gevaren. De kapitein was op het moment van de ramp niet op de brug.

Justitie liet maandag nog eens vier bemanningsleden arresteren. Familieleden hebben ook flinke kritiek op het optreden van de regering, in het bijzonder op het verloop van de reddingsoperatie. Op een hoge ambtenaar na, is tot nu toe geen minister afgetreden.

Uit een transcript van het gesprek tussen de bemanning en de verkeersleiding blijkt dat de bemanning verlamd was door besluiteloosheid en communicatieproblemen. Op het meest cruciale moment zouden ze hebben getwijfeld, omdat onduidelijk was wat er na de evacuatie zou gebeuren. "Als we mensen van boord halen, zullen ze dan meteen worden gered?", vroeg een van hen zich af.

De kapitein, een van de 174 overlevenden, zei na de ramp dat dat niet de enige reden was om te wachten met de evacuatieopdracht. Hij vond de stroming ook te sterk en het water te koud.