Direct naar artikelinhoud

Een schelm van 57

Een gebroken huwelijk en een geflopte carrière als kapper brachten Guy Sempels naar de luchthaven. Al meer dan 20 jaar is hij de beminnelijkste beveiligingsagent. 'Passagiers zijn niet meer boos, nu zeggen ze: merci.'

In de keuken hangen opvallend veel foto's van hun hondjes. Er is de Engelse bulldog Loeka, als pup gedumpt door zijn eigenaars. "Dat beest moet ergens naar toe. Dus dat komt dan naar hier." En er is de Franse bulldog Cuba. "Cubaatje", zegt Guy, "is meer dan een hond. Dat beest houdt hier de hele boel bijeen." Hij streelt het beest dat verwachtingsvol naar het deurgat staart waar straks vrouw Kim verschijnt. Het is zijn derde huwelijk. In Cuba hebben ze elkaar voor het eerst gekust. Ze werken allebei op de luchthaven voor veiligheidsfirma G4S.

"Ik was single, een vriend op de luchthaven trok aan mijn mouw: ze zouden met vijf collega's naar Cuba reizen en ik moest mee. Kim ging zelf door een hele moeilijke periode. Ze had net de diagnose MS gekregen, de reis was ook bedoeld om haar een hart onder de riem te steken. Ook dat is de luchthaven. Eén familie, samen plezier maken. Haar moeder, die ik goed kende, drong aan: ga toch mee, hou haar een beetje in het oog. Met Kim zelf had ik amper een woord gewisseld."

Guy ging mee. En opeens kuste Kim hem, daar in Cuba, op enkele dagen voor de terugkeer. Met zicht op de Varkensbaai. "We hadden een mojito of twee teveel op. Iederéén had een mojito of twee teveel op. Ik duwde haar weg, ik schrok. Ik dacht: dat gaat niet, dit kan niet, jij bent niet veel ouder dan mijn zoon. Zij was amper 24, en ik 45." Dat is twaalf jaar geleden. Ik had ook niet gedacht, zegt Guy, dat ik de liefde bij haar zou vinden. "Maar goed dat de reis niet naar Klemskerke ging, hé Cubaatje."

Geen facteur, maar coiffeur

Dat hij ooit kapper is geweest, zou je alleen kunnen vermoeden door zijn vlotte coupe en hippe baard. Om zijn smalle polsen draagt hij een fors horloge in goud en een armband met zware schakels. Af en toe zet hij zijn bril af, het strak zwart montuur rust op de houten tafel in de knusse keuken. Hij schenkt een kop koffie uit de thermos en vertel. Over hoe hij als bewakingsagent op de luchthaven is beland.

"Mijn ouders hadden een café in de Diestsestraat in Leuven en later in Lubbeek: Café De Zwaan, zie je het voor je? Volkse cafés, waar de voetbalploeg over de vloer kwam om pinten te drinken. Er werd biljart gespeeld, ik heb er leren swingen. De klanten wat entertainen, tappen, dansen, dat deed ik graag. In het café vond ik het veel interessanter dan op school. Als klein manneke kwam ik op een dag thuis van school. Het was een lang en smal café en aan de toog zat een klant met al een stuk in zijn kraag. Ik passeer zonder iets te zeggen en mijn grootmoeder riep: manneke, gene goeiendag gezegd? Tsja, die man lag half te slapen. Maar ik had niks te zeggen, ik moest terug naar buiten, om bij het binnen komen te groeten. Dat vergeet ik nooit. Zo sta ik vandaag nog in het leven: altijd vriendelijk, nooit beledigend. Met wederzijds respect."

Guy werd van de vakschool gesmeten, hij zal zestien geweest zijn. "Iets uitgestoken, schelmerij." Tegen zijn ouders zei hij: ik wil facteur worden. "Maar moeder zei: we gaan van u een coiffeur maken." Hij werd kapper, trouwde met een kapster, opende een kapsalon. Er werd zeven op zeven gewerkt. Ook in de familiezaak van zijn vrouw, een industriële bakkerij. Eén kapsalon ging dicht, geldproblemen, een volgend werd geopend. Er kwam een kind. Maar: "We leefden langs elkaar door, alleen de commerce telde."

Het faillissement van de bakkerij bracht spanning in de familie, het al uitgewoonde huwelijk ging stuk. "Ik was 34 jaar, gescheiden, ik woonde terug bij mijn ouders. Ik had niks meer. Geen geld, geen job, een uitkering van het OCMW."

Het is the story of his life, zegt hij. "Guyke heeft weer een stommiteit begaan." Guy lacht. "Ooit zei iemand mij: had je dat eerste kapsalon beter gerund, dan zat je nu misschien te rentenieren. Maar dan was ik ook nooit op deze plek beland. Ik vind het prima, wat het lot voor mij beslist heeft."

Het was een vrouw, weeral een vrouw, die hem de ogen opende. Hij kwam haar tegen bij Willy's Moustache, een dancing in Willebroek. Met Willy zelve achter de draaitafel, Barry White door de boxen, je moest minstens 25 jaar oud zijn om er in te komen. Guy viel op want hij kon swingen. "Dat meisje keek mij recht in de ogen en ze zei: wie zijt gij? Wat zijt gij? Nonkel Willy zegt dat gij homo zijt, want ge staat hier elke week te dansen en ge raakt de vrouwen niet aan."

Niet veel later gingen ze samenwonen. Haar vader had kritiek op die gast die leefde van het OCMW. "Ik was een risico, vond hij. En hij had gelijk. Op de VDAB vroegen ze of security niks voor mij was. Het was de tijd van de film The Bodyguard. Ik dacht dat ik lijfwacht ging worden." Hij steekt zijn pink in de lucht. "Zo mager was ik toen. De kogels zouden mij toch niet raken, haha. Dus ik heb ja gezegd."

Zo draaide Guy Sempels zijn eerste nachtpost op Zaventem, op 13 december 1994, in dienst van het intussen opgeslorpte Securitas.

Werken in de beveiliging is geroutineerd hyperalert zijn. Het is een job van procedures en regels en Engels jargon. Flip over, connector, test, random. Guy werkt binnenkort 22 jaar op de luchthaven. Het gebouw is verdubbeld in omvang, het aantal veiligheidsagenten bijna verviervoudigd. En er zijn regels bij gekomen, heel veel regels, en daarover moet de veiligheidsagent waken. Duizenden mannen heeft hij gefouilleerd, schat hij, ook de CEO van de luchthaven. "Dan trek ik mijn fluwelen handschoenen aan, haha."

Hij is graag onder de mensen, dat moet hij op café geleerd hebben. Nooit had hij te maken met agressie. "Ik weet heel goed hoe ik mensen moet benaderen. Natuurlijk vinden wij dat vervelend: een flesje water afpakken van een klein kind, de shampoo van een oud menske. Dat doet je beleefd maar kordaat. Sorry, gaat niet, dank u, prettige vlucht. Bij discussies volg je de driesecondenregel: ga nooit langer in debat en verwijs door naar een hogergeplaatste. Paraplu trekken ja, maar wel efficiënt. Een oplopende discussie met een klant kun je niet winnen."

Hij kan niet zeggen dat hij ooit een ramp heeft voorkomen. Hij vond een slagersmes in een koets en een luchtdrukgeweer in een dubbele bodem. Een dame met drugs verpakt in aluminium op haar borst, ze had geen flauw idee waar het pakketje vandaan kwam. Vrouwen met busjes pepperspray in de bagage, ook dat gebeurt. Guy haalt zijn schouders op. "Misschien waren ze vergeetachtig, verstrooid, naïef. Je weet nooit zeker of passagiers slechte intenties hadden." Guy gaat uit van het goede in mensen.

Mijn luchthaven

Op het moment dat drie mannen met slechte intenties bomkoffers lieten ontploffen in de vertrekhal van Zaventem, zat Guy thuis op de bank. Het was vroeg in de ochtend, hij probeerde de hondjes rustig te houden. Kim lag nog te slapen, late shift gehad. De telefoon ging over, opnieuw en opnieuw en opnieuw. Hij heet het ding weggelegd. Het moest stil zijn. Pas om half tien - er zijn dan al dertien doden geteld - stond zijn schoonmoeder ongerust voor de deur. Ze vertelde wat er was gebeurd. Hij heeft de tv aangezet.

"Het klinkt raar als ik dat zo zeg maar de luchthaven, dat is mijn luchthaven. Mijn tweede thuis. En daar zijn ze aan geweest. Je voelt je machteloos, je bent boos. Je ziet beelden en je herkent mensen en je wil gaan helpen maar dat mag niet. In gedachten loop je er rond, om te helpen, op te ruimen. De telefoon gaat constant: wie weet wat over welke mensen?

"Vier dagen later zijn we naar de vertrekhal geroepen, om toezicht te houden op de werken. Er lag veel stof, nog een schoen, een valies. Ik wou dat ik er bij was geweest, heb ik gezegd. Mijn collega's zeggen van niet: zij blijven zitten met beelden die ze nooit meer kunnen vergeten. Een collega is gewond door een rondvliegende nagel, die dame was op een paar maanden van haar pensioen. De man die naast haar stond heeft niets. Hoe ga je daarmee verder? Onze collega Noes heeft vele slachtoffer naar buiten gedragen op zijn rug, onder wie een ver familielid van mijn vrouw. Dat kom je dan te weten, ze is later ook gestorven. Een maand later is Noes omgekomen bij een verkeersongeval. Als iemand iets overkomt, raakt ons dat allemaal. De collega's zijn ook vrienden. Het is zo'n goeie bende."

Wat blijft er hangen, een paar maanden later? Ook goeie dingen, vindt Guy. "Vriendschap en samenhang en solidariteit. Sinds de aanslagen zijn passagiers niet meer boos als je een crèmeke van 80 euro weg gooit omdat er 20 milliliter te veel in zit. Nu zeggen ze: merci."

Morgen: Michèle Dyck, pilote zonder vliegtuig