Direct naar artikelinhoud

Op de kar van de elektrische auto

‘Heel wat landen hebben min of meer ambitieuze plannen ontwikkeld om de elektrische auto kansen te geven’, stelt minister Ingrid Lieten vast. ‘Vlaanderen kan niet langer achterblijven.’

Autoconstructeur Renault prees vorige week met paginagrote advertenties een auto aan die je niet kunt kopen. Maar daar komt verandering in, want in 2011 komt de Kangoo Z.E op de markt, de eerste elektrische auto waarvan de prijs vergelijkbaar is met die van de traditionele modellen met brandstofmotor. De elektrische auto domineerde zopas de autobeurs van Frankfurt waar de constructeurs - Nissan, Chevrolet, Fiat, Daimler, Volvo... - betaalbare modellen presenteerden die de markt voor de nieuwe, schone en nagenoeg geruisloze gezinswagens moeten openbreken. Er zijn nu al elektrische auto’s beschikbaar, maar die worstelen nog met beperkingen, zoals het hoge prijskaartje, het beperkte bereik en het ontbreken van een publieke infrastructuur om de batterijen op te laden. Maar, zoals de Britse Labourminister Peter Mandelson onlangs zei, “de elektrische wagen komt eraan. We kunnen dus maar beter voorbereid zijn.” Zijn we dat wel? In Vlaanderen alvast niet, en daar moeten we nu dringend werk van maken.De elektrische motor is niet het enige alternatief voor de motor op fossiele brandstoffen - er wordt onder meer ook gewerkt aan waterstof- en persluchtmotoren - maar lijkt vandaag wel de beste troeven in handen te hebben. Vast staat dat we stilaan afscheid moeten nemen van de fossiele economie, niet alleen omdat de fossiele voorraden eindig zijn, maar ook omdat de klimaatproblematiek én de volksgezondheid ons ertoe dwingen duurzamer met energie om te springen.

Drie miljard auto’s

Analisten voorspellen dat de totale wereldvloot de komende veertig jaar zal verviervoudigen naar 3 miljard auto’s. In 2050 zullen er op de Chinese wegen evenveel auto’s rijden als vandaag op de hele planeet. De Indiase vloot is tegen dan vervijftigvoudigd. De uitstoot van auto’s bedraagt nu al 10 procent van de totale CO2-uitstoot en in grote steden, vooral in de nieuwe economieën, draagt de fossiele autoindustrie bij tot ernstige gezondheidsproblemen. De elektrische auto is heel wat zuiniger in energieverbruik dan een klassieke auto met verbrandingsmotor. En hoewel bij de productie van elektriciteit voor deze auto’s nog steeds broeikasgassen vrijkomen, ligt die uitstoot tot 70 procent lager dan bij benzine en dieselmotoren. Wie rijdt op groene stroom heeft helemaal geen emissies meer.

Innoverende ondernemers

Zoals wel vaker het geval is bij innovatieve producten, staat ook de elektrische auto nog niet helemaal op punt. Je kunt er bijvoorbeeld niet mee op vakantie naar het zuiden. De auto’s die straks op de markt komen, hebben een bereik van zo’n 160 kilometer; ruim voldoende voor de gemiddelde dagelijkse afstanden, maar te beperkt voor intensief professioneel gebruik of voor verre trips. De batterijen opladen duurt nog te lang - 8 uur via een gewoon stopcontact, een half uur via een snelle laadtechnologie. Zelfs al verbetert de kwaliteit van de batterijen, dan wordt opladen nog een heel gedoe als je geen garage of een oprit naast je woning hebt. Daarom investeren onze buurlanden in een netwerk van publieke oplaadpunten op straat en op bedrijfsparkings. De uitdagingen van de elektrische auto hebben nu al innoverende ondernemers voortgebracht, zoals de topman van het Amerikaanse bedrijf Better Place, Shai Agassi, die het idee van batterijwisselstations lanceerde. In de plaats van je batterij op te laden wissel je ze gewoon. Renault heeft deze technologie meteen omarmd en voorziet in haar nieuwe auto’s een snelwisselsysteem. In drie minuten heb je weer een volle batterij. In de toekomst zullen we dus in onze straten niet enkel oplaadpunten aantreffen, maar ook batterijwisselstations. Steden als Amsterdam, Parijs, Londen, Stockholm en Madrid zijn al gestart met de uitbouw van de nieuwe infrastructuur, en heel wat landen hebben min of meer ambitieuze plannen ontwikkeld om de elektrische auto kansen te geven. In Vlaanderen werden er nog geen initiatieven genomen. Willen we niet achterop hinken, dan zullen we dringend maatregelen moeten nemen. Daarom moeten we nu onderzoeken welke inspanningen Vlaanderen moet doen om ervoor te zorgen dat elektrische auto’s ook hier vlot kunnen rijden. Ik pin me niet vast op cijfers en data, dat zal het onderzoek moeten verduidelijken. Maar ik wil wel dat er straks in Vlaanderen zoveel mogelijk schone auto’s rondrijden. Daarom zal ik ook op korte termijn middelen uittrekken om de introductie van de elektrische auto in de steden te stimuleren. Bovendien zal ik Flanders Drive, dat zich richt op innoverende ontwikkelingen in de auto-industrie, opdracht geven zich meer te oriënteren op de introductie van de elektrische auto.

opportuniteiten

Want de elektrische auto biedt aan een regio waarin de autoindustrie het niet makkelijk heeft opportuniteiten op het gebied van innovatie. Die opportuniteiten zitten voornamelijk bij de toeleveranciers: ik denk aan de ontwikkeling van efficiëntere batterijen, de toelevering van materialen, de machinebouw en precisiemechanica die nodig is om wisselstations te bouwen, telematicatoepassingen die ervoor zorgen dat automobilisten hun rijstijl kunnen aanpassen aan het verbruik, die vertellen waar het dichtst bijgelegen oplaadpunt is of die de facturatie van geleverde stroom regelen, afhankelijk van het tijdstip (piekuren of daluren) of van het type stroom (groene of klassiek opgewekte stroom).Overheden die vandaag investeren in de introductie van de elektrische auto, investeren in innovatieve Clean Tech, of doen, zoals Lord Mandelson het stelde, aan industrieel activisme. Laten we daarom ook in Vlaanderen van start gaan met een innoverend activisme, dat onze kenniseconomie ten dienste stelt van duurzaam transport.