Direct naar artikelinhoud

Hart Istanbul bloedt weer

Turkije is opnieuw opgeschrikt door een dodelijke aanslag in het hart van Istanbul. Tijdens de ochtendspits ontplofte vlak bij het metrostation Vezneciler en de beroemde Grote Bazaar een autobom, precies op het moment dat een busje van de oproerpolitie passeerde.

Bij de aanslag kwamen direct elf mensen om het leven, onder wie zeven politieagenten, en raakten 42 mensen gewond. Eén van de gewonden overleed enkele uren later in het ziekenhuis.

Het metrostation Vezneciler ligt dicht bij de Universiteit van Istanbul waarnaar de politiebus op weg was om een routine beveiligingsdienst van die dag te beginnen. Kort na de aanslag kondigde het gerechtshof van Istanbul een mediastilte af voor enige vorm van berichtgeving over de aanslag in Turkije. Dit is inmiddels een bekende maatregel. Persbureau Anadolu wist nog wel te melden dat de politie enkele uren na de aanslag vier verdachten had gearresteerd. Ze zijn mogelijk betrokken bij het huren van de auto waarmee de aanslag werd gepleegd.

Hoewel de aanslag nog niet is opgeëist en de Turkse autoriteiten nog geen mededelingen over de mogelijke daders hebben gedaan, lijkt de aanslag vooral te wijzen in de richting van de Koerdische PKK of een aanverwante splintergroep.

De PKK staat zowel in Turkije als in de VS en de EU te boek als een verboden terroristische organisatie. Na een periode van aarzelende onderhandelingen laaide in juli de strijd tussen de PKK en de Turkse staat weer op. Sindsdien pleegt de PKK aanslagen op politie en militairen en voeren Turkse veiligheidstroepen enorme militaire operaties uit in het zuidoosten van het land met inzet van tanks, vliegtuigen en helikopters .

Delen van steden en dorpen in Koerdisch gebied zijn in de afgelopen maanden platgewalst en gebombardeerd en tienduizenden bewoners zijn op de vlucht geslagen. Mensenrechtenorganisaties spreken over een ware oorlogssituatie waarbij meedogenloos tegen de Koerdische bevolking wordt opgetreden. Volgens de Turkse legerleiding, die voortdurend successen meldt uit de regio, zijn er sinds de operaties in het zuidoosten ruim 500 militairen om het leven gekomen en rond de 4.900 PKK-terroristen gedood.

President Recep Tayyip Erdogan bracht een bezoek aan de gewonden in het ziekenhuis en veroordeelde de aanslag in harde bewoordingen. Hij noemde de aanslag "onvergeeflijk" en voegde eraan toe dat de daders een hoge prijs zullen betalen. Maar er was ook een waarschuwing dat dit mogelijk niet de laatste aanslag is. "Van terroristen zijn dit soort aanslagen steeds te verwachten", zei Erdogan.

Steunbetuigingen

De nieuw benoemde Turkse minister voor de EU, Omer Celik, greep de gelegenheid aan om te onderstrepen dat de strijd van Turkije tegen het terrorisme ook belangrijk is voor Europa. Duidelijk een verwijzing naar de onderhandelingen met de EU over het visumvrij reizen en het bijstellen van de antiterrorismewetgeving.

Vanuit de hele wereld kwamen er steunbetuigingen voor Turkije. De EU kwam met een verklaring van medeleven met de slachtoffers en hun familieleden en van solidariteit met Turkije. NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg veroordeelde de aanslag en verklaarde zich solidair met Turkije.