Direct naar artikelinhoud

Gevonden: pubers die graag studeren in de zomer

Terwijl de gemiddelde Vlaamse puber volop vakantie houdt, hebben de jongeren in het Oostendse schooltje Westdiep wel wat anders aan hun hoofd dan zon, zee, strand. Ze komen uit Irak, Afghanistan of Nigeria en willen maar één ding: Nederlands leren.

Waarmee kun je schrijven?", vraagt juffrouw Aurélie, die aan het bord staat. "Met een potlood!", roept een jongen uit Afghanistan. "Juist", zegt de juf. "En heb jij een potlood vast? Of is dat een pen?" De jongen twijfelt. De juf ook. "Ik zie het zelf niet goed. Wacht, laat me eens kijken. Ja, dat is een potlood. En wat is de laatste letter van 'potlood'? Juist, een 'd'. Ook al zeggen we een 't'."

Wittgenstein zou hier een kluif aan hebben. Maar dit is geen les taalfilosofie. Dit is wat het is. Jongens en meisjes uit de wijde wereld die in Oostende eerst leren wat een potlood is en daarna hoe je dat woord schrijft.

We zijn in het schooltje Westdiep, waar de Zomerschool elk jaar zijn deuren openzet. Kinderen en jongeren van 6 tot 16 jaar die minder dan twee schooljaren in Vlaanderen zijn, kunnen hier hun Nederlands verbeteren.

De kinderen die hier terechtkomen, hebben elk een andere achtergrond. Omdat ze uit verschillende landen komen, maar ook omdat hun administratieve situatie telkens anders is. Bij de ene loopt de asielprocedure nog, bij de andere is die afgerond. Het ene kind zit hier zonder papieren, het andere kind heeft ouders die papieren hebben en nu ook voor hun zoon of dochter een aanvraag hebben ingediend.

"In het gewone onderwijs hebben leerkrachten helaas te weinig middelen en tijd om intensief met nieuwkomers bezig te zijn", zegt Els Plovie, coördinator van de Zomerschool in Oostende. "En als ze in de vakantie geen Nederlands meer spreken, verliezen die kinderen alles wat ze tijdens het jaar geleerd heben. De Zomerschool vult dat hiaat op. De kinderen leren hier Nederlands op een speelse manier. In een leeromgeving waar ze zich goed voelen, zonder tests of examens."

Veel van deze jongeren hebben in de vakantie ook amper iets te doen. Geen festivalletjes, geen tripjes naar het buitenland. Rondhangen op straat: vaak is dat het enige wat mogelijk is. Els Plovie: "Wij proberen hun ook gewoon een leuke tijd te bezorgen. We spelen spelletjes, we koken, we gaan naar een museum. En zo leren ze terwijl ze bezig zijn."

Studeren tijdens de zomermaanden, de gemiddelde Belgische zestienjarige zou gruwen van het idee. Augustus, dat is de tijd van zee, zon, strand. Van Pukkelpop voor sommigen. Van reizen en avontuur. Maar in Westdiep staan voor de jeugd van tegenwoordig andere dingen op het menu. Woordenschat uitbreiden. Werkwoorden vervoegen. Zinsstructuren leren. Eerst het onderwerp, dan de pv. Tenzij je een vraag stelt.

Onderwerp en pv

Vragen stellen, daar gaat het over in de les bij meester Luc. 'Waarom heb jij een bed?' staat er in de minicursus. 'Om in te slapen', geven de studenten zelf het antwoord. Maar van landerigheid geen sprake hier. Vingers vliegen ijverig de lucht in. Pagina per pagina wordt de cursus vrolijk afgewerkt. Maar studenten vinden vragen uit het echte leven vaak toch net wat interessanter dan vragen uit een syllabus. Dat is zo aan de universiteit, dat is ook zo in Westdiep.

En dus wordt de fotograaf algauw het doelwit van zeven curieuze dames. "Bent u getrouwd?", dat willen ze dringend weten. De achtste student, een jongen, kan niet op tegen zoveel vrouwelijke overmacht, en doet er wijselijk het zwijgen toe. "Hoe oud bent u? Hebt u broers of zusters? En hoeveel dan? Woont u samen met uw familie? Wat is uw beroep?" Bij elk antwoord vinden de dames hem leuker, en het wordt helemaal te gek als de fotograaf in het Arabisch antwoordt op de vraag of hij die taal spreekt.

Niemand van de jongeren uit de klas van meester Luc is langer dan een jaar in Vlaanderen. Maar hun Nederlands is lang niet slecht. Ze zijn slim, ze leren snel. En ook: ze zijn zogenaamde OKAN-leerlingen. Dat betekent dat ze één jaar les volgen in een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers, voor ze naar het reguliere onderwijs doorstromen. Elke minderjarige nieuwkomer in Vlaanderen heeft recht op zo'n jaar, waarin hij op een intensieve manier met Nederlands kan bezig zijn. Het loont, dat is duidelijk, maar of het genoeg is om hun dromen waar te maken?

Terugkeren? Nee, bedankt

Nahlah is 16, komt uit Irak en wil apothekeres worden. Yakine, ook 16 en uit Irak, twijfelt tussen psychologe en verpleegster. Lamees is nu al zeker: zij wordt vertaalster Nederlands-Arabisch. Ook Natmael uit Eritrea ziet vertalen wel zitten. Maar hij zou dat wel liefst in zijn vaderland gaan doen. Terugkeren? Geen denken aan, zegt Maria, die 13 is, uit Congo komt en dokteres wil worden. "Nee, ik wil hier blijven", klinkt het beslist. Al is 'hier' niet makkelijk momenteel. "Wij hebben niets thuis. Een tafel, stoelen en een bed, dat is alles. Geen televisie. Het enige waar ik naar kan kijken, is mijn zus."

De groep proest het uit, maar je snapt zo wat Maria en haar zus Debora (15) bedoelen. Ze zijn knap, jong en pienter, en hier zitten ze dan. Ze hebben te weinig geld, zucht Maria. En er is zo weinig dat ze kunnen doen. Maar ze zijn blij dat ze in Westdiep zijn. Nederlands leren en gaan studeren. Het kan niet snel genoeg gaan.

Na hun OKAN-jaar stromen deze leerlingen door naar het reguliere onderwijs. Sommigen zijn zo ver al. Nahlah en Marwa bijvoorbeeld. Zij starten volgend schooljaar allebei in het BSO, richting kantoor. Een wrange gedachte, zegt Els Plovie. Sommige kinderen hebben talent én werken hard, en zouden in hun thuisland in een sterke studierichting zitten.

Maar taal is een hardnekkig beest. "Begin maar eens in een richting elektriciteit als je zelfs de woorden 'schroevendraaier' en 'stopcontact' nog niet kent. Zelfs na een jaar intensief Nederlands is het aartsmoeilijk om de vaktermen aan te leren."

Els Plovie is al vijftien jaar projectcoördinator van de Oostendse Zomerschool. En elk jaar moet ze opnieuw op zoek naar geld voor het project. Er waren eenmalige subsidies van Vlaanderen, de Koningin Paolastichting heeft al gefinancierd, het Streekfonds West-Vlaanderen ook. Zelfs de Vereniging van Protestantse Kerken was al gulle donor. Dit jaar is Europa de geldschieter van dienst. De stad Oostende komt voorlopig nog niet structureel tussen, maar zoekt daarvoor een oplossing.

Babbelbox

De mensen die hier werken, zijn vrijwilligers. Leerkrachten met zomervakantie, studenten aan de lerarenopleiding, of gewoon mensen die iets nuttigs willen doen. Luc is tijdens het schooljaar onderwijzer. "Een hele uitdaging om nu met pubers te werken", zegt hij. Ze kunnen soms wel eens weerbarstig zijn. Maar hij doet dit werk enorm graag. Hij vindt het super dat 'zijn' leerlingen alsmaar beter worden in hun taal.

Een andere vrijwilliger is Bart. Hij begeleidt de babbelbox voor ouders. Voor de eerste keer krijgen ook zij hier de mogelijkheid om Nederlands te leren. Bart heeft acht ouders onder zijn hoede, twee vaders en zes moeders. Over de brief met informatie over het oudercontact hebben ze het al gehad. "Welke brieven krijg je nog mee van school?", vraagt Bart aan zijn publiek. "Brieven over de spaghetti-avond", antwoordt een Iraakse vrouw spontaan. "Inderdaad", zegt Bart. "En hoe noemen we dat strookje onderaan ook weer? Juist, het invulstrookje. Dat moet je invullen en dan weer meegeven met je zoon of dochter."

Binnenkort spaghetti-avond, maar nu nog ramadan. Ook in Westdiep is het voor de meeste moslims op de tanden bijten overdag. Nu zijn ze het al wat gewoon, maar de eerste week was niet simpel, zegt Els Plovie. "Het was snikheet en de ramadan was juist begonnen. Een hele dag niet eten en niet drinken, logisch dat die mannen scherp staan. Ik zal blij zijn als het volgend jaar in juni ramadan is. (lacht)"

Over vasten en geloof gaat het niet in de klas van juffrouw Aurélie. Ze hebben het over de herfst, en hoe je weet wanneer dat seizoen is aangebroken. "Als de blaadjes vallen", zegt een jongen uit Nigeria. "Juist", zegt de juffrouw en ze schrijft het woord op het bord. "Niet gemakkelijk om te schrijven. En ook niet om uit te spreken." De jongens en de meisjes plooien en oefenen hun monden. Want in september wordt het herfst in België.