Direct naar artikelinhoud

Nelson Mandela voor eigen gewin

Wie Mandela zegt, zegt ook geld. De Madiba-mania is een industrie. Al voor zijn overlijden werd er flink aan hem verdiend. Mandela is een merk en dus koopwaar. Van Mandela-poppen tot koekjes en bananen verkopen aan de hongerige museumbezoeker.

Honger? Dan naar het MANDELA FAMILY RESTAURANT. We schrijven het in hoofdletters, zodat u enigszins een beeld heeft van de manier waarop de eetplaats zich afficheert. Niet te missen dus, ook niet omdat het naast het beroemdste huis in Soweto ligt. 'Mandela-burgers', zoals in een restaurant in Denemarken, kennen ze er niet. Misschien loopt u er Winnie tegen het lijf.

Ja, want ook zij, ooit de echtgenote van Nelson Mandela, is een van de eigenaren. En ook zij verdient zo een extra cent aan de beroemdste naam in Zuid-Afrika. Wie Mandela zegt, zegt ook geld. De 'Madiba-mania' is een industrie. Mandela zelf zou het nooit zo gewild hebben. En ook nu hij is overleden, zal er nog flink aan hem worden verdiend.

Veelal gebeurt dit, uiteraard, onder de brede noemer 'verheffing des volks'. De bekendste organisatie hierbij is de Nelson Mandela Foundation (NMF). Zij is gehuisvest in de dure wijk Houghton in Johannesburg, niet ver van de plek waar Mandela zelf een woonhuis had.

Ooit geprobeerd Sello Hatang aan de telefoon te krijgen? Probeer het maar niet. Hatang mag dan woordvoerder van de NMF zijn, hij is een veel te druk en vooral ook een te belangrijk man om zich in te laten met iets ordinairs als een gesprek met een journalist. De telefoon neemt hij niet op, voice- en e-mails laat hij onbeantwoord. Want Hatang is, net als zijn collega's, bezig met gewichtiger zaken.

Met de niet-materiële erfenis van Madiba dus. En met de poging te voorkomen dat lagere diersoorten met de naam van Mandela aan de haal gaan. Met diens bijna heilige woorden. Zijn tekeningen. Zijn handtekeningen. En bijvoorbeeld ook met de cijfers die aan hem, en alleen aan hem gekoppeld kunnen worden. Zoals 8115 (Vilikazi Straat, het huisnummer van de woning in Soweto) en 46664, het registratienummer voor die gevangene op Robbeneiland.

Geloof in goedheid

Natuurlijk lukt dat niet. Tik bijvoorbeeld 46664 op Google in en je komt uit bij een Amerikaanse website die, o gruwel, Mandela-armbanden verkoopt. En dat terwijl de Mandela Foundation als motto deze woorden van Madiba heeft: 'Het is mijn wens dat Zuid-Afrikanen nooit het geloof in goedheid opgeven.' Toegegeven, nogal vaag. Dan kun je er alle kanten mee op. Zolang het maar highbrow blijft.

Voor de NMF kan de verantwoorde Mandela-fan terecht voor zaken als 'Geheugen voor Rechtvaardigheid' en 'Het Beleven van de Erfenis'. Onderwerpen rond 'belangrijke sociale kwesties' en zich richten op het eenvoudig onvertaalbare 'building capacity at a grass roots level'. Dat alles ook met fijnzinnige tentoonstellingen, in een chique gebouw, waar bezoekers streng worden gecontroleerd. Want niet zo maar iedereen is Madiba-waardig.

Het is niet anders: Mandela is vooral ook een merk, en dus koopwaar. Of minstens een mooi duwtje in de rug voor mensen die hun spullen aan de man willen brengen. Zoals Dénis Sassou Nguesso, de president van Congo-Brazzaville. Niet het type leider voor wie Mandela door het vuur ging. Maar wel iemand die een oude toespraak van Madiba wist op te duikelen, om die te kunnen gebruiken als voorwoord én verkooppraatje bij zijn autobiografie.

Mandela was beschermheer van meer dan veertig liefdadigheidsinstellingen. Voor de meeste daarvan gold dat alleen de toestemming om zijn naam te gebruiken voldoende was om de organisatie op een hoger plan te tillen. Daarnaast was Madiba natuurlijk ook de 'beschermheer' van talloze beroemde vrouwen, zoals prinses Diana en supermodel Naomi Campbell; dezelfde Campbell trouwens die, nadat zij Mandela had mogen omarmen, met ruwe (bloed)diamanten de Foundation nog behoorlijk in verlegenheid wist te brengen. Zij had die aangenomen van vermoedelijk Charles Taylor, de Liberiaanse ex-president die veroordeeld is door het Sierra Leone-Tribunaal vanwege oorlogsmisdaden.

In Soweto, waar Mandela's eerste eigen huis, het tot museum omgebouwde 'lucifersdoosjeshuis' in Vilikazi Straat staat, menen de inwoners er alle recht op te hebben de naam Mandela ook voor gewin te gebruiken. "Vergeet niet", zegt een inwoner, "de macht begon in Soweto." Hij doelt op de studentenopstand van 16 juni 1976. Na alle bloed en tranen wil men er graag ook wat geld zien.

Je kunt 'Vriend van het Mandela Huis' worden. Sponsor dus, iemand die met geld over de brug komt. In ruil daarvoor krijg je geregeld post van nummer 8115 en andere, niet nader omschreven 'voordelen'. Je kunt natuurlijk ook, zoals de inwoners van Soweto, voor het huis op de stoep gaan zitten en koekjes of bananen aan de museumbezoeker verkopen.

Cocktailparty

Op nummer 8119 is buurman Joseph Ntupesana in zijn tuin aan het werk. Hij is 56 jaar, maar lijkt bejaarder dan Mandela ooit is geworden. Zijn hooivork heeft, net als hijzelf, twee goede tanden. Mandela kent hij nog van vroeger, maar zoals de meesten heeft hij hem in de laatste jaren voor zijn dood niet meer gezien. Nu heeft Ntupesana genoeg 'van al die bezoekers, scholieren en toeristen' die voorbij trekken. "Ik wil er allemaal niks mee te maken hebben, van mij mag het ophouden."

Dat zal zo snel niet gebeuren. Wie bijvoorbeeld na het Mandela Huis nog niet Madiba-moe is, kan in Johannesburg naar het indrukwekkende Apartheidsmuseum. Daar is een aparte zaal aan Madiba gewijd.

Na de rondleiding is het goed snuffelen in de museumwinkel, waar Mandela uiteraard ook in diverse gestaltes is terug te vinden. De bezoeker, die alle tentoongestelde gruwelen van het blanke apartheidsbewind nog door het lijf voelt razen, kan bijkomen met een cappuccino. De plek is trouwens ook te huur: voor een vrolijke cocktailparty. Mandela inhuren als speciale gast? Helaas.