Direct naar artikelinhoud

Alle dagen blij bij de mormonen

Met Mitt Romney kunnen de Amerikanen in november de eerste mormoonse president kiezen. Tegen deze excentrieke geloofsgemeenschap, ooit berucht om de veelwijverij, heerst wantrouwen. Is dat terecht? Op zoektocht in mormonenstaat Utah.

Nergens anders ter wereld valt zo'n hoge concentratie aan gelukzaligheid te meten als op Temple Square in Salt Lake City. Op het plein heerst een hemelse rust. De witgranieten Tempel van de mormonen torent trots boven zijn omgeving uit, er is het verfrissende geklater van kunstmatige watervallen, de tuinen liggen er onberispelijk bij, geen sprietje onkruid te bekennen - tot de wortel uitgeroeid, net als het menselijke kwaad, zo lijkt het. Vriendelijke mormoonse gidsen wijzen bezoekers de weg en geven uitleg. Hypercorrect, geduldig, onvermoeibaar en goedgeluimd. Heb de ander lief, is de goddelijke opdracht die zij ogenschijnlijk moeiteloos vervullen.

Het voelt alsof de schepping hier is overgedaan, maar dan door mensenhand. Alles is smetteloos, alles is in harmonie met elkaar. De oude zondagsschoolplaatjes van kreukvrije, blijmoedige families zijn op deze plek werkelijkheid geworden. En hoewel het de saaiheid van de perfectie heeft, kunnen de pioniers uit de begintijd van de kerk tevreden zijn. De mormonen worden niet meer vervolgd, hooguit bespot. In Mitt Romney hebben ze nu zelfs een kandidaat voor het presidentschap. Wat begon met de trek naar het Westen, kan straks na 165 jaar eindigen in het Witte Huis.

Het was op 28 juli 1847 dat Brigham Young aan het hoofd van een groep mannen met hoge hoeden door het stof en de hitte naar een plek beende in het hart van de Great Salt Lake Valley. Daar boorde hij de punt van zijn wandelstok in de gortdroge woestijngrond en zei, terwijl hij uitkeek over de bergketens in de verte: "Broeders, hier bouwen we de tempel van onze God!" Het begin was er.

Met vrouwen en kinderen en hun hele hebben en houden waren de mormonen in huifkarren en te voet vanuit de Amerikaanse staat Illinois naar hier getrokken, westwaarts over winderige prairies, bevroren rivieren, steile heuvels en de Rocky Mountains. Ze trotseerden de modder, het brandende zand en de rotsige ravijnen om na 2.100 kilometer aan te komen in de Salt Lake Valley. Klaar om in dit lege land, ver weg van hun vervolgers, hun eigen koninkrijk Gods te stichten. Zion Restored, het oude Jeruzalem heropgericht.

Dat nu na ruim anderhalve eeuw een van hen presidentskandidaat is, is de kroon op het werk van de mormonen, maar de Amerikanen lijken er niet goed raad mee te weten. Was het vier jaar geleden mogelijk dat er voor het eerst een zwarte of vrouwelijke president werd verkozen, dan is er nu een kans dat er voor het eerst een mormoon in het Witte Huis komt. Het is het verschil tussen de verkiezingen van 2012 en die van 2008. De tinteling van het nieuwe ontbreektdit keer; eerder is er een lichte huiver voor het onbekende.

Wie zijn de mormonen? Voor het antwoord op die vraag vliegen journalisten af en aan naar Salt Lake City, de hoofdstad van Utah, de staat waar 70 procent van de bevolking mormoon is. Hetzelfde gebeurde voor de Olympische Winterspelen in 2002, toen het om sport ging. Nu gaat het om de verkiezing van een man die over een enorm militair apparaat beschikt en zijn macht tot in alle uithoeken van de wereld kan doen gelden. Dus dringen zich ditmaal nog veel indringender vragen op.

Nooit uit de plooi

Wat betekent dat: een mormoon als president? Hoe eng is het als Amerika een leider krijgt die lid is van een kerk die zegt dat God direct tot haar leden spreekt? Wordt het Witte Huis een theocratisch bastion, een bijgebouw van de mormoonse tempels en tabernakels?

Mike Otterson en Eric Hawkins hebben het er druk mee. Zij zijn baas van de afdeling voorlichting van The Church of Jesus Christ of Latter-Day Saints, zoals hun kerk officieel heet. Niets is hun te veel, nooit raken ze uit de plooi. Hoewel de dag ervoor onweer iets van de hitte heeft weggenomen, begint de temperatuur 's morgens vroeg weer snel op te lopen, maar de stropdas blijft strak om de nek van de twee mannen geknoopt. Ze zitten er frisgewassen en goedgehumeurd bij in hun opgeruimde kantoor, waar netjes - in de jarenvijftigzin van het woord - de norm is. Duidelijk wordt dan al meteen dat de reis naar de mormonenstaat Utah niet alleen een zoektocht zal worden naar antwoorden, maar ook een confrontatie van de verslaggever met zichzelf.

Otterson en Hawkins laten niets merken, maar ze weten heel goed met welke negatieve trefwoorden in hun koffer journalisten naar hen toe komen: veelwijverij, het dopen van doden, geheime rituelen, het idee dat gelovigen een god kunnen worden met een eigen planeet, ritueel ondergoed, de ondergeschiktheid van de vrouw aan man, het gemorrel aan de scheiding van kerk en staat.

Als gevraagd wordt of ze begrijpen dat er enigszins vreemd wordt aangekeken tegen mormonen, bijvoorbeeld omdat de mannen ooit meer vrouwen mochten hebben, is er heel even wat wrevel bij Otterson. "Het is bijna onmogelijk een gesprek met een Europese journalist te hebben waarin niet binnen vijf minuten het woord polygamie valt. Er zijn hier en daar nog wel groepen die dat aanhangen, maar wij staan polygamie al sinds 120 jaar niet meer toe. Toch komt dit stereotype steeds terug."

Otterson was twee weken daarvoor in Washington DC en sprak zo'n dertig politieke journalisten toe. Zijn boodschap: "Jullie stellen niet de juiste vragen." Kijk naar hoe mormonen hun geloof vertalen in de praktijk, hoe hard zij werken, hoe zij nooit hun hand ophouden, hoe actief ze zijn als vrijwilliger, hoeveel zij aan liefdadigheid doen, hoe gezond ze leven. Kijk daarnaar, als jullie per se willen weten waarin wij anders zijn, aldus Otterson.

Gelukkiger dan wie ook

Volgens hem zijn de gevolgen van de mormoonse geloofsbeleving statistisch meetbaar. Mormonen eten granen, fruit en groente en weinig vlees. Koffie, thee, alcohol en tabak zijn verboden. Eens per maand wordt 24 uur gevast. En zie: uit een onderzoek van de Universiteit van Californië blijkt dat mormoonse mannen gemiddeld bijna tien jaar langer leven dan andere Amerikaanse mannen. Mormoonse vrouwen leven vijfenhalf jaar langer.

De universiteit van Pennsylvania heeft uitgerekend dat mormonen 430 uur per jaar besteden aan vrijwilligerswerk - bijna negen keer zoveel als de gemiddelde Amerikaan. Het maakt de mormonen gelukkiger dan wie ook: bijna 90 procent zegt tevreden te zijn met zijn leven, bij de bevolking in het algemeen is dat 75 procent, aldus marktonderzoeksbureau Pew.

Grijpt de Republikein Romney als exponent van deze nijvere, zorgzame en oppassende geloofsgemeenschap straks de macht? Otterson verwerpt elke suggestie daaromtrent. "Als organisatie zijn we politiek neutraal. Mormonen zitten overal in het politieke spectrum. Harry Reid, de leider van de meerderheid in de Senaat, is een Democraat. We zijn een kerk, geen politieke leer."

Buiten op het Tempelplein staat het in gloeiend hete steen gebeiteld. "Laat niemand de wetten van het land breken. Wij geloven ondergeschikt te zijn aan koningen en presidenten."

In het Intermountain Medical Center langs de snelweg naar de aardse verleidingen van Las Vegas schuift dokter Samuel Brown in zijn piepkleine kamertje een Obama-mok naar voren. Hij stemde voor de president in 2008 en gaat dat weer doen. Zijn vrouw ook. "Wij zijn links in de Bostontraditie", zegt de in Harvard opgeleide dokter. Tot zijn achttiende verzette hij zich tegen het mormoonse geloof van zijn ouders, maar op de universiteit had hij religieuze ervaringen ("ik zag geen visioenen, ook geen engelen"), waardoor hij mormoon werd.

De plek van de afspraak is een onverwachte: de intensive care. Overal liggen ernstig zieken, met slangen verbonden aan machines. Familieleden kijken zwijgend toe. De dood waart er rond. Brown schreef een boek over de doodscultuur in de vroege mormoonse beweging. Vlak voor zijn nachtdienst begint, legt hij uit dat er ooit mormonen waren die dachten dat ze na de dood zelf een god zouden worden. Dat kwam doordat mormonen in tegenstelling tot andere christenen niet geloven in het platonische concept dat God losstaat van de mens die hij geschapen heeft. Zij zien God als een ouder en zichzelf als zijn kinderen. Hij is de vader van Jezus maar ook van hen, letterlijk. Volgens vroegere mormonen impliceerde dit dat ze een goddelijke status hadden. En wie zich een god voelt, zegt al gauw: dan wil ik in het hiernamaals ook een eigen planeet. Hoewel er hier en daar nog fundamentalistische mormonen rondlopen die er zulke 'fossiele' ideeën op nahouden, gelooft de gemiddelde mormoon niet meer dat hij een Zeus of Jupiter kan worden, zegt Brown. Men houdt het tegenwoordig vager: "Men heeft deel aan Gods glorie."

Maar hoewel ook het mormonisme moderniseert, blijft het achtervolgd worden door de herinnering aan gebruiken die volgens Brown vooral in de context van het vroege Amerika moeten worden gezien, een andere tijd. Het wantrouwen is echter hardnekkig. Af en toe is er een uitslaande brand, zoals bij de ophef over het postume dopen van Joodse Holocaustslachtoffers.

In het bezoekerscentrum op Temple Square verklaart woordvoerster Jessica Moody het idee achter het dopen van de doden. De zorg voor de familie is de kern van het mormoonse geloof en strekt zich uit tot in de eeuwigheid. Dus als er voorouders zijn die net als miljoenen anderen niet de kans hebben gekregen opgenomen te worden in de mormoonse kerk, kan dat alsnog. Het gebeurt tegen niemands wil, de overledene kan weigeren, bezweert Jessica.

De kerk verzamelt overal ter wereld kerkregisters, geboortebewijzen en huwelijksakten. Ze beschikt over de stambomen van drie miljard overledenen. Alles is opgeslagen in digitale databestanden, die vanuit huis of in de familiecentra van de kerk door iedereen gratis kunnen worden geraadpleegd. De oorspronkelijke gegevens liggen opgeslagen in een granietberg ten zuidoosten van de stad, beschermd tegen alle weersomstandigheden, rampen en oorlogen.

Als in het familiecentrum op het Tempelplein een foto wordt getoond van de tunnels in de berg, is er even het gevoel dat je naar een James Bondfilm zit te kijken, waar een man met een kaal hoofd en een kat op zijn arm voorbereidingen treft om met een laserkanon New York weg te vagen. De werkelijkheid is onschuldiger, maar je beseft wel waarom mormonen vaak als excentriek worden gezien.

In de 19de eeuw werden ze enorm gewantrouwd op de plaatsen waar ze zich vestigden vanwege de angst dat zij anderen hun geloof wilden opleggen. In Missouri voerden bendes van niet-mormonen en mormonen aanvallen uit op elkaars dorpen. Het leidde tot de verdrijving van de mormonen uit Missouri. Hun voorman Joseph Smith stichtte een nieuwe stad, Nauvoo in Illinois. Hij voerde een eigen rechtspraak en leger in en maakte er feitelijk een eigen staat van, die verdacht veel leek op een theocratie. Zijn optreden riep weerstand op en hij werd door een meute vermoord. Daarna trokken de mormonen weg naar de woestijn van Utah.

De vervolging hield op, maar de verkettering bleef nog lang. In januari was er een peiling van Pew, waarin 68 procent van de mormonen zei te geloven dat Amerikanen moeite hebben met het mormonisme. Er is "nog veel discriminatie", vindt 46 procent. Het succes van de Broadwaymusical Book of Mormon leert dat Amerikanen hen nog graag mogen uitlachen om hun geloof.

Mormonen zijn ervan overtuigd dat God, de vader, zich onverminderd actief bemoeit met zijn kinderen. Niks Nietzsche. God is niet dood, hij leeft. Otterson: "God gaat door met het openbaren van licht, kennis en waarheid." Jessica: "Wij geloven dat God nog steeds tot ons spreekt. Hetzij direct tegen jezelf, hetzij via de president van de kerk, de profeet. Hij geeft zijn openbaringen door aan de gelovigen. Je kunt ze downloaden op je iPod."

Hand van God

Het roept de associatie op van een president Romney die wordt gestuurd door de onzichtbare hand van God. Voor progressieven en seculieren een schrikbeeld. Of zijn openbaringen eigenlijk niet meer dan een groot woord voor bidden, wat zo veel gelovigen in de wereld doen? Jessica: "Het gaat niet altijd om grote kwesties, je wendt je tot God als je twijfelt over een bepaalde baan."

Op de mormoonse Brigham Young University in de stad Provo (Utah) voelt politicoloog Kelly Patterson de verwondering en scepsis van de man uit het geseculariseerde Europa. Hij wijst hem, een beetje streng, terecht. Religie is niet iets om bang voor te zijn of smalend over te doen, niet in de politiek, niet in de wetenschap. "Geloof is zeer belangrijk in de Verenigde Staten. Wij nemen het serieus."

De aan de New Yorkse Columbia Universiteit opgeleide Patterson erkent dat er een spanning is, maar "dat het rationele, logische en wetenschappelijke niet zou kunnen samengaan met religie, vinden wij raar. Ons geloof leert ons open te staan voor nieuwe ideeën, kritisch denken en wetenschappelijke vooruitgang." Romney mag dan een mormoon zijn, hij is vooral "een zeer pragmatische, slimme, data driven kandidaat." Collega Chris Karpowitz: "Hij kijkt naar wat werkt. Hij is niet kandidaat namens de mormoonse kerk."

Sterker nog, Romney houdt zijn geloof angstvallig op afstand in de campagne. Wel haalt hij veel geld op in de mormoonse gemeenschap. Hij is daarom vaak in Utah. De meeste mormonen voelen zich verwant met de Republikeinen vanwege de nadruk op een kleine overheid, spaarzaamheid, zelfredzaamheid en persoonlijke vrijheden, vooral de vrijheid van godsdienst.

Patterson en de in Princeton afgestudeerde Karpowitz zien dat veel mormonen opgetogen zijn over het feit dat een van hen kandidaat is voor het Witte Huis. Patterson: "Dit land is een verzameling van heel uiteenlopende bevolkingsgroepen. De meeste daarvan moesten barrières overwinnen. Als Romney wordt gekozen, is dat het bewijs dat ook de mormonen worden geaccepteerd."

De verkiezing van een zwarte president was een groter moment, maar ook een verkiezing van een mormoon heeft haar symboliek. "Het zal een nieuwe mijlpaal zijn in de manier waarop Amerika zichzelf ziet. Een nieuw bewijs dat het af en toe probeert te leven naar zijn waarden."

Met dat laatste hebben Tim Menditto en Sean Hollingshed geen probleem. Zij springen op als Jessica met haar gast komt aanlopen voor een rondleiding over de campus van de Brigham Young University. Ze hebben de erecode van de mormoonse universiteit ondertekend: ze drinken en roken niet en gebruiken geen drugs. Ze ogen atletisch, fris, gezond en vrolijk. Niet alleen door hun verschijning maar ook door de kracht van hun overtuiging. Wordt er echt nooit drank binnengesmokkeld? Nee, zegt Sean, we hebben beloofd eerlijk te zijn.

Het is bijna intimiderend. Dat vond ook Mike Wallace, de pas overleden beroemde televisie-interviewer, zelf niet gelovig en heel werelds. "Wanneer je hier komt en deze mensen spreekt en je kijkt ze in de ogen, dan zijn ze zo verdomde gelukkig. Iedereen lijkt zo onschuldig. Misschien is er iets wat wij missen", schreef Wallace na een bezoek.

Maar hoe onschuldig is Romney? Hij is een draaitol in zijn standpunten en in de voorverkiezingen vernietigde hij zijn rivalen met venijnige videofilmpjes. Studente Elisa Adamson blikt of bloost niet. "Ons geloof leert: wij zijn niet perfect." Gelukkig, dat is een hele opluchting.



De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is opgericht door Joseph Smith, een boerenzoon uit een plaats ten noorden van New York. Hij zei dat God en Jezus aan hem verschenen in 1820, toen hij veertien jaar was. Zij zouden hem hebben gezegd dat de bestaande christelijke kerken te veel waren afgeweken van het ware geloof. Het oorspronkelijke christendom moest worden hersteld. Later verscheen de engel Moroni aan Smith, zo gaat het verhaal. Hij ontving gouden platen met aanvullingen op het evangelie van Jezus. Het werd Het boek van Mormon, dat naast de Bijbel tot de heilige geschriften van de mormonen behoort.

De leider van de kerk is de president, de profeet. Onder zich heeft hij twaalf apostelen, allemaal mannen. Dat is omdat Jezus' apostelen ook mannen waren, luidt het mormoonse verweer tegen de kritiek dat in de leiding geen vrouwen voorkomen. De eerste profeet was Smith, de tweede was Brigham Young.

Voor mormonen is het sterfelijke leven een test. Ze hebben een sterk arbeidsethos en geven veel aandacht aan familie. Ze geloven dat bij de dood lichaam en geest tijdelijk worden gescheiden. Maar net als bij Jezus volgt er een wederopstanding, waarbij lichaam en geest worden herenigd. Ook komen families weer bij elkaar.

De kerk is tegen het homohuwelijk. Zij erkent alleen de verbintenis tussen man en vrouw. Homo's zijn welkom, maar 'homoseksueel gedrag' wordt niet getolereerd. Discriminatie van zwarten is tegenwoordig taboe.

˚ De mormoonse kerk telt 14,5 miljoen leden wereldwijd, waarvan 6 miljoen in de VS.

˚ België telt zo'n 4.000 mormonen (volgens een rapport van Koning Boudewijnstichting uit 2007).

˚ Er zijn mondiaal meer dan 150 mormoonse tempels in gebruik. De tempel voor de Belgische en Nederlandse gelovigen staat in Zoetermeer (bij Den Haag).

˚ Bekende mormonen: •Fox Newspresentator Glenn Beck •Zangeres Gladys Knight •Marie en Danny Osmond, van popgroep The Osmonds •De onlangs overleden zelfhulpgoeroe Stephen R. Covey •John Willard Marriott, oprichter van de gelijknamige hotels, waar in het nachtkastje in plaats van de Bijbel een exemplaar van Het boek van Mormon ligt.

˚ HBO zond vanaf 2006 de omstreden tv-serie Big Love uit, over de mor- moonse Bill en z'n drie vrouwen.

˚ De mormoonse kerk verspreidt jaarlijks vijf miljoen exemplaren van Het boek van Mormon.

˚ De mormoonse kerk is een van de actiefste godsdienstige bewegingen als het aankomt op missiewerk. Het aantal voltijdse missionarissen bedraagt op dit moment ongeveer 55.000. Mitt Romney verbleef tussen 1966 en 1969 in Frankrijk om daar het geloof aan de man te brengen.

˚ Mormonen geloven dat familiebanden eeuwig kunnen zijn en dat ook overleden voorouders kunnen worden ingezegend. Het postuum dopen leidt geregeld tot opschudding. Vooral het inzegenen van Holocaustslachtoffers door 'te enthousiaste leden van de kerk' heeft tot veel kritiek geleid. Al in 1995 verklaarde de kerk officieel dat zij in de toekomst niet langer overleden Joden tot het mormonisme zou bekeren. Niettemin werden eerder dit jaar nog nazi-jager Simon Wiesenthal en Anne Frank (voor de zoveelste keer) postuum als nieuwe leden van de kerk verwelkomd. Schrijver en Holocaustoverlever Elie Wiesel riep Romney onlangs op zich uit te spreken tegen het gebruik. Romney zelf doopte in 1993 zijn overleden schoonvader, de overtuigde atheïst Edward Davies.

˚ Om voorouders te vinden en het aantal leden te vergroten, steekt de mormoonse kerk veel tijd en geld in het verzamelen van persoonsgegevens en het digitaliseren van openbare bevolkingsregisters. The Family History Library in Salt Lake City is de grootste genealogische bibliotheek ter wereld. Het mormoonse bedrijf FamilySearch onderhoudt veruit de grootste digitale genealogische databank ter wereld.