Direct naar artikelinhoud

Fransen blijven thuis, Belgen toch naar Rwanda

Net voor de Belgische ministers Reynders en Labille op het vliegtuig naar Kigali stapten voor de twintigste herdenking van de genocide in Rwanda, verklaarde president Paul Kagame dat België en Frankrijk 'direct betrokken waren bij de politieke voorbereiding van de volkenmoord'.

Vandaag is het exact twintig jaar geleden dat in Rwanda een genocide uitbrak die het leven kostte aan 800.000 mensen. Er vielen toen ook 22 Belgische slachtoffers waaronder tien para's. Als ex-kolonisator, drijvende kracht bij vredesgesprekken en belangrijkste leverancier van blauwhelmen stond België toen heel dicht bij de volkenmoord.

Vandaar dat gisteren niet enkel buitenlandminister Didier Reynders en minister van Ontwikkelingssamenwerking Jean-Pascal Labille naar Rwanda reisden, maar ook een dertigtal nabestaanden van de slachtoffers. Zij zullen vandaag en morgen deelnemen aan een aantal officiële herdenkingsplechtigheden. De delegatie werd op Melsbroek uitgewuifd door premier Elio Di Rupo en voormalig premier Guy Verhofstadt, in 1997 ondervoorzitter van de Rwanda-commissie in de Senaat.

De serene sfeer van het vertrek werd deels tenietgedaan door een zware uithaal van de Rwandese president Paul Kagame aan het adres van België en Frankrijk. In een interview met het magazine Jeune Afrique verklaarde Kagame dat Brussel en Parijs "betrokken waren bij de politieke voorbereiding van de genocide." Voor Frankrijk voegde de Rwandese sterke man er zelfs aan toe dat dat land had "deelgenomen aan het uitvoeren van de genocide".

Parijs reageerde verontwaardigd op Kagame's verklaringen en besloot vrijwel meteen om de herdenkingsplechtigheden te boycotten. Justitieminister Christiane Taubira zag af van haar reis naar Kigali. "Frankrijk is verbaasd over de recente beschuldigingen die de president van Rwanda geuit heeft. Die zijn in tegenspraak met het proces van dialoog en verzoening dat sinds verscheidene jaren tussen onze twee landen aan de gang is."

De Belgische regering reageerde minder hevig op Kagame's uitspraken. Er werd op geen enkel moment overwogen om de reis naar Rwanda af te blazen. "Logisch", redeneert buitenlandminister Didier Reynders: "President Kagame beschuldigt ons niet van deelname aan de uitvoering van de genocide. Ik begrijp dat de reactie van Frankrijk harder is omdat de rol van hun leger in vraag wordt gesteld door te veronderstellen dat Franse militairen zouden hebben deelgenomen aan de uitvoering van de volkenmoord."

Geen steunbetuiging

Reynders benadrukte dat hij als minister in de eerste plaats naar Rwanda reist om de families van de slachtoffers bij te staan en om hulde te brengen aan de Belgische en Rwandese slachtoffers. Waarmee hij wil zeggen dat hij op geen enkele manier de indruk wil wekken dat zijn trip een steunbetuiging is aan het huidige regime dat door zijn autoritaire stijl en betrokkenheid bij het conflict in Oost-Congo zware internationale kritiek krijgt.

Wat Kagame met zijn kritiek op België wil bewerkstelligen, is niet duidelijk. Het klopt dat de voormalige regering-Dehaene in de maanden voor de genocide informatie ontving over de voorbereiding van etnische massamoorden. Maar ook de top van de Verenigde Naties beschikte over die informatie. Het belangrijkste verwijt dat meestal aan ons land wordt gemaakt, is dat het na de moord op de tien Belgische para's al zijn blauwhelmen terugtrok, waardoor de ganse VN-vredesmacht in elkaar stuikte en de genocidedaders vrij spel kregen.

In 2000 bood toenmalig premier Verhofstadt tijdens een bezoek aan Kigali in naam van België zijn verontschuldigingen aan voor de Belgische fouten en tekortkomingen in 1994. Een geste die ervoor zorgde dat de relaties tussen Rwanda en België al bij al redelijk goed zijn.

Dat kan niet gezegd worden van de banden tussen Frankrijk en Rwanda. Het is ook niet de eerste keer dat Kagame scherp is voor de bewindvoerders in Parijs. En het is ook niet zo dat zijn kritiek de waarheid helemaal oneer aandoet. In 2008 besloot een Franse parlementaire commissie dat Parijs op de hoogte was van de voorbereidingen van de genocide en dat Franse militairen trainingen hadden gegeven aan Rwandese milities die later zouden deelnemen aan de volkenmoord. Minstens even controversieel was de Franse militaire operatie Turquoise die tijdens de genocide de honderdduizenden Hutu-vluchtelingen moest beschermen, maar volgens het huidige Rwandese regime vooral de vlucht van hooggeplaatste Hutu-extremisten moest dekken.

Koude oorlog

De spanningen tussen Rwanda en Frankrijk leidden tussen 2006 en 2009 tot de verbreking van alle diplomatieke relaties. Maar de jongste jaren kwam er een einde aan deze koude oorlog tussen Kigali en Parijs. In 2011 bracht Kagame een officieel bezoek aan Frankrijk en eind vorige maand veroordeelde een Parijse rechtbank ex-officier Pascal Simbikange tot 25 jaar cel voor planning en deelname aan de genocide. Nu ziet het ernaar uit dat de relaties opnieuw voor jaren vertroebeld kunnen worden.