Direct naar artikelinhoud

Ook onder Obama blijft ras een brandende kwestie

Amerika mag dan wel een smeltkroes zijn, soms lijkt het een hogedruk-machine. De zaak- Zimmerman maakt dat nog maar eens pijnlijk duidelijk.

Is Barack Obama de vlag op een modderschuit vol discriminatie en segregatie? Dat gaat te ver. Maar ras blijft een kwestie, ook al heeft Amerika nu een zwarte president en wordt zijn bevolking steeds diverser. De raciale spanningen en gevoeligheden zijn ook nooit weg geweest, ze sluimerden alleen onderhuids. Door de vrijspraak van een blanke man die een ongewapende zwarte tiener doodschoot, zijn ze weer pijnlijk bloot komen te liggen.

De meeste juridische experts kwamen al voor het einde van het proces tot de conclusie dat de aanklager er niet in was geslaagd onomstotelijk te bewijzen dat het moord was en geen zelfverdediging, toen burgerwacht George Zimmerman vorig jaar februari de 17-jarige Trayvon Martin doodschoot. Maar van begin af aan was duidelijk dat de rechtszaak niet alleen op haar juridische merites werd bekeken. Ze werd een symbool voor de stand van de rassenverhoudingen in de Verenigde Staten.

Die explosieve lading kreeg de zaak al meteen na Martins dood. Omdat de staat Florida wetten heeft die burgers het recht geven wapens te gebruiken als zij zich bedreigd voelen, duurde het zes weken voor Zimmerman werd gearresteerd. Pas na acties van zwarte burgerrechtenactivisten en demonstraties werd besloten tot een proces.

'Racial profiling'

In de rechtszaal speelde zich de afgelopen weken het bekende steekspel tussen aanklager en verdediging af. Er werd gestreden over elk stukje vermeend bewijs. Maar over ras werd niet expliciet gesproken. Dat gebeurde wel buiten het gerechtsgebouw.

Daar werd volop gedebatteerd over de vraag of het niet ging om een 'racistische' moord , waarbij Zimmerman zich had laten leiden door het vooroordeel dat een zwarte jongen met een capuchon weinig goeds in de zin kon hebben op een regenachtige avond in een buurt waar veel werd ingebroken.

Dit heet in Amerika racial profiling, wat zoiets betekent als op voorhand iemand tot verdacht bestempelen vanwege zijn kleur en uiterlijk. De discussie woedt ook in New York, waar de politie in het kader van de zogeheten stop and frisk-aanpak iedereen die ze niet vertrouwt proactief mag aanhouden en fouilleren. Racisme, roepen critici, omdat vooral zwarten en Spaanstaligen worden ondervraagd. Burgemeester Michael Bloomberg wijst ter verdediging op de statistieken en de daling van het aantal moorden in zijn stad.

Dat valt niet te ontkennen, maar statistieken zijn geen mensen, individuen geen cijfers. Iedere onschuldige die wordt aangehouden, voelt zich vernederd en gediscrimineerd. Het blijven daarom lastige discussies, die vaak met kreten worden uitgevochten terwijl de werkelijkheid veel ingewikkelder is, zoals ook ooit uit de woorden bleek van de zwarte dominee Jesse Jackson. "Er is voor mij niks pijnlijker dan op straat te lopen, voetstappen te horen en te denken aan een overval. Als ik dan achterom kijk en een blanke zie, ben ik opgelucht."

Zeker is dat Amerika zich nog lang niet in een postraciale fase bevindt, zoals misschien even werd gedacht toen het in 2009 een zwarte president kreeg. Professor Steven Hahn schreef vorig jaar na Obama's herverkiezing, dat er nog genoeg racisme bestaat in zijn land. Het wordt niet altijd openlijk beleden, maar het is er onder de oppervlakte wel. Zie de moeite die sommigen hebben om Obama als echte Amerikaan te beschouwen. Zie het feit dat het in 150 jaar tijd zelden is voorgekomen dat een kiesdistrict met een blanke meerderheid voor een zwarte kiest. Zie de pogingen in diverse staten om minderheden met bureaucratische maatregelen te ontmoedigen te gaan stemmen, aldus Hahn in The New York Times.

Rassenscheiding blijft eveneens een hardnekkig probleem. New York is een progressieve stad, maar zijn openbare scholen behoren tot de meest gesegregeerde in het land. Meer dan de helft van de scholen bestaat voor ten minste 90 procent uit zwarte of Spaanstalige kinderen.

Ook bleek vorig jaar uit een peiling van persbureau AP dat 56 procent van de Amerikanen impliciet negatief denkt over zwarten. In 2008 was dat 49 procent. Amerika mag dan een smeltkroes zijn, soms is het ook een hogedrukmachine.