Direct naar artikelinhoud

Holebi's vaker slachtoffer ongewenst seksueel gedrag

Seksueel grensoverschrijdend gedrag komt bij Vlaamse holebi's minstens dubbel zo vaak voor als bij hetero's. Dat stellen wetenschappers van de universiteiten van Gent en Leuven op basis van een nieuwe Sexpertstudie. Voor de leeftijd van achttien jaar blijkt de problematiek het grootst.

Met wie, waar, hoe en wanneer doet de gemiddelde Vlaming het? Op die vraag formuleerde de Sexpertstudie, die de UGent en de KU Leuven in opdracht van het IWT (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie) uitvoerden, vorig jaar een antwoord. In een tweede luik namen ze de seksuele gezondheid van etnische en seksuele minderheden, oftewel Vlamingen van Turkse origine en holebi's, onder de loep.

Een aantal gegevens in die laatste groep is onrustwekkend. Niet onder noemers als veilig vrijen of seksuele tevredenheid, maar wel onder die van seksueel grensoverschrijdend gedrag. "27 procent van de 2.400 ondervraagde holebi's zegt daar voor zijn 18de geconfronteerd te zijn geweest", stelt coördinator Alexis Dewaele (UGent). Lees: 1 op de 5 mannen en 2 op de 5 vrouwen. Dat gaat van ongepaste aanrakingen tot gedwongen masturbatie en (poging tot) verkrachting. Na 18 jaar zakt het percentage tot 15,4 procent of 1 op de 10 mannen en 1 op de 5 vrouwen.

Die cijfers liggen veel hoger dan bij hetero's. Precieze vergelijkingen maken is moeilijk, aldus Dewaele. "Al kunnen we wel stellen dat holebi's minstens dubbel zo vaak worden lastig gevallen of misbruikt." Opvallend is ook dat de daders bij meerderjarige holebi's in bijna de helft van de gevallen onbekenden zijn. Bij hetero's is dat niet zo: volwassenen worden dan vaker slachtoffer van hun eigen (ex-)partner.

De meest ernstige incidenten komen het vaakst voor bij lesbische en biseksuele vrouwen: bij 24 procent is voor het 18de levensjaar sprake van grensoverschrijdend gedrag, na 18 jaar bij 9 procent. Bij de mannen gaat respectievelijk om 8 en 7 procent.

Daten

Waarom de cijfers bij holebi's zo veel hoger zijn dan bij hetero's, daarvoor blijkt geen eenduidige verklaring te bestaan. Een en ander zou volgens de onderzoekers te maken kunnen hebben met de verschillen in het datingproces. Beide groepen gaan op een andere manier op zoek naar hun eerste partner. Bij hetero's gebeurt dat meestal op school, in verenigingen,... Veilige milieus met veel sociale controle. Maar jonge holebi's wenden in die fase sneller virtuele kanalen aan waar de contacten vaker één-op-één en anoniem plaatsvinden, aldus Dewaele. De risico's zijn daardoor groter.

Jeroen Borghs, woordvoerder van çavaria, erkent dat. "Maar de drempel om informatie en contact met lotgenoten te zoeken blijft online gewoon veel lager", benadrukt hij. "Zeker voor jonge mensen, die nog worstelen met zichzelf, zich nog niet geout hebben." Zij zijn vaak onzeker, minder assertief en dus extra kwetsbaar. Hij wijst ook op het feit dat de leeftijdsverschillen er vaak groot zijn, en dat online-datingkanalen voor holebi's sneller op seks gericht zijn. "Grinder is daar een mooi voorbeeld van, dat is eerder een seks- dan een datingapp." Borghs voegt eraan toe dat er ook veel mensen holebi's reduceren tot puur seksuele wezens. "Daardoor volgen er sneller seksuele opmerkingen in hun richting, maar ook seksuele aanrakingen. Alsof de hand op het kruis van een homo minder intimiderend zou zijn."

Dewaele en zijn Sexpertcollega's zullen vandaag oproepen om te werken aan een specifiek preventiebeleid. Zelf willen ze daarvoor bij organisaties als Sensoa en çavaria aankloppen. Via hen moeten holebi's beter worden ingelicht over de risico's waaraan ze worden blootgesteld.

Maar ook intermedairen als artsen, hulpverleners en onderwijzend personeel kunnen een grotere rol spelen door de problematiek bespreekbaar te maken. "Los daarvan blijft verder wetenschappelijk onderzoek nodig, zodat we voor extra inzichten kunnen zorgen."