Direct naar artikelinhoud

Duurste merken winden er meeste doekjes om

Het merendeel van 's werelds grootste kledingketens is nog altijd niet transparant als het gaat over de omstandigheden waarin hun waren wordt gemaakt. Vier jaar na de ramp in de Rana Plaza-fabriek in Bangladesh blijken zelfs de duurste merken de slechtste scores te halen.

Met een score van 0 procent staat het luxemerk Dior op de allerlaatste plaats van de honderd kledingmerken die de organisatie Fashion Revolution onderzocht voor haar jaarlijkse transparantie-index. Maar ook merken als Chanel, Prada en Ralph Lauren halen niet meer dan 10 procent. Helemaal bovenaan de index staan Adidas, Reebok en H&M.

"Al is 'bovenaan' wel relatief", waarschuwt Fashion Revolution-woordvoerder Matthijs Kettelerij. "Adidas scoort het best met 49 procent, en is dus nog altijd gebuisd. De gemiddelde score is amper 20 procent. En dat is een probleem. Wanneer een bedrijf geen antwoord kan geven op de simpele vraag wie zijn kleding produceert, heb je als consument geen idee of je meebetaalt aan uitbuiting of schendingen van de mensenrechten."

Het is deze week vier jaar geleden dat in het acht verdiepingen hoge Rana Plaza-fabriekscomplex 1.133 textielarbeiders, onder wie ook kinderen, om het leven kwamen toen het gebouw instortte. Hoewel meerdere arbeiders in de dagen ervoor hun oversten al hadden gewaarschuwd voor scheuren in de muren, werden ze toch verplicht om te gaan werken.

Onderzoekers moesten op zoek naar labels in de kledij onder het puin om te weten te komen welke merken er hun kleding lieten maken. Onder meer Primark en United Colors of Benetton bleken 'vertegenwoordigd', maar mogelijk ging het om veel meer merken. Sommige modegiganten weten niet waar hun kledij wordt geproduceerd, omdat ze werken met onderaannemers die het werk op hun beurt uitbesteden aan verschillende partijen.

Actieplannen

Nu, vier jaar later, trekt Fashion Revolution opnieuw aan de alarmbel. Met de hashtag #whomademyclothes moedigt het mensen aan om producenten voor hun verantwoordelijkheid te stellen. Dat ook de best scorende merken in gebreke blijven, komt bijvoorbeeld door onduidelijkheid over de herkomst van de grondstoffen. Fashion Revolution noemt het wel positief dat nu 32 bedrijven inzicht geven in de fabrieken waar zij gebruik van maken. Een jaar geleden waren maar vijf producenten daar open over.

Dat luxemerken als Prada en Dior het slechtst scoren, wijt Kettelerij vooral aan hun gebrek aan transparantie. "Zulke merken willen hun productie vaak afschermen uit angst voor pottenkijkers bij de concurrentie, uit angst om hun luxepositie te verliezen."

Ook de Belgische Schone Kleren Campagne wijst een aantal merken en distributeurs als Carrefour, Hugo Boss en Desigual met de vinger, omdat zij weigeren informatie over hun leveranciers te publiceren. De organisatie vraagt dat meer bedrijven hun 'Transparantiegarantie' onderschrijven. "Van de 72 gecontacteerde bedrijven zullen er 17 voor eind dit jaar de normen van die garantie volledig volgen", zegt coördinator Sara Ceustermans. "25 bedrijven gaven geen antwoord of wilden zich niet engageren."

Ceustermans wijst erop dat verschillende Europese landen, waaronder Nederland en Frankrijk, al actieplannen hebben uitgewerkt om meer transparantie te verkrijgen. In Nederland sloot de overheid bijvoorbeeld een convenant met 55 kledingbedrijven met afspraken. In ons land staat een nationaal actieplan 'Bedrijven en Mensenrechten' in het regeerakkoord, maar de Schone Kleren Campagne vreest dat dat plan niet ver genoeg gaat.

Federaal minister van Duurzame Ontwikkeling Marie-Christine Marghem (MR) zegt dat ze in gesprek is met de sector om die te sensibiliseren qua productie en distributie. Ook vanuit de overheidsdienst Economie wordt het thema opgevolgd, zegt bevoegd minister Kris Peeters (CD&V).