Direct naar artikelinhoud

Mondiale recessie zit er nu al aan te komen

Analyse

New York

Van onze correspondent

Het lijkt nu meer dan waarschijnlijk dat de aanslagen van 11 september een mondiale recessie, zo die al niet begonnen was, in gang heeft gezet. Op korte termijn zijn de gevolgen voor sommige sectoren veel erger dan voor andere.

De luchtvaartmaatschappijen, de horeca, de verzekeringen en de financiële sector hebben al tientallen miljarden dollars verloren. Maar ook de rest van de Amerikaanse economie kreeg een zware klap. De schok was zo groot dat een groot deel van de economie drie dagen werd lamgelegd. In verloren productie was het effect hetzelfde als wanneer er een algemene staking plaatsgegrepen zou hebben. De ontwrichting van het luchtvaartverkeer, buitengewone veiligheidsmaatregelen en oponthoud aan de grenzen zorgden voor bijkomende miljardenverliezen. En dan zijn er de angst en onzekerheid die zowel consumenten als investeerders dreigen te paralyseren. Niet alleen de angst voor terrorisme die talloze vakantieplannen schrapt maar ook onzekerheid over de gevolgen van de Amerikaanse militaire respons, vooral in het ontvlambare en olierijke Midden-Oosten.

Als de Amerikaanse economie een robuuste groei zou doormaken, zou ze de klap wellicht snel te boven komen. Maar de economische groei was al vertraagd tot 0,2 procent, de werkloosheid steeg snel (met 0,4 procent in augustus), de industriële productie daalde voor de elfde achtereenvolgende maand, de index van het consumentenvertrouwen zakte tot zijn laagste niveau in acht jaar. Het effect van de aanslagen versnelt dus een recessie die al broeide. De globale markt kon het tempo van de door nieuwe technologie gedreven productie-expansie niet meer bijhouden. Dat dit al niet eerder duidelijk werd, lag aan het optimisme waarmee Amerikaanse consumenten en bedrijven hun dollars bleven laten rollen. Maar daardoor steeg de consumentenschuld tot zijn hoogste niveau sinds de Tweede Wereldoorlog, terwijl de bedrijfsschuld klom tot 85 procent van het Amerikaanse bnp, een absoluut record. Met een handelstekort ten bedrage van 4,5 procent van zijn bnp bleef Amerika de globale economie stimuleren door boven zijn middelen te leven. Als het dat niet meer doet, zal het effect ook mondiaal zijn. Zoals het IMF in zijn jongste rapport opmerkte, omdat de wereldeconomie in de voorbije jaren veel meer geïntegreerd is, zal de neergang ook veel globaler zijn.

Dat het optimisme van de Amerikaanse consument zo hardnekkig bleef standhouden was in grote mate te danken aan de lange, spectaculaire stijging van de beurswaarden die een bedrieglijk gevoel van rijkdom had gecreëerd. De meeste investeerders bleven ervan overtuigd dat de achteruitgang van de beurs in het voorbije jaar snel zou overwaaien en dat de stijgende trend spoedig zou terugkeren. Toch werd het duidelijk dat die stijgende trend een niveau had bereikt dat alleen door speculatie verklaard kon worden, zeker wat de zogenaamde new economy betreft. Al kwam er geen echte krach, enorme fortuinen verzwonden in het niet. Het blad Harper's publiceerde in zijn jongste nummer een interessante berekening die de verdwenen rijkdom mooi illustreert. De waarde van de aandelen op de Nasdaq-beurs (gespecialiseerd in newtechbedrijven) alleen al daalde in een jaar tijd met ruim 3.500 miljard dollar, bijna zoveel als het bnp van Japan, de op een na grootste economie ter wereld. De waarde van de firma Lucent was ongeveer gelijk aan het bnp van Zwitserland, nu aan dat van Tunesië. De waarde van Nortel was gelijk aan het bnp van Nederland, nu aan dat van Slovenië. Hewlett-Packard zakte van Finland naar Bangladesh, enzovoort. De huidige onzekerheid versnelt het proces van ontwaarding, zoals de inzinking van de beurs in New York gisteren onderstreepte. Een krimpende Amerikaanse markt was al onvermijdelijk en is dat nu nog meer. In de luchtvaartsector alleen al worden deze week 100.000 ontslagen verwacht. Een kettingeffect van groeiende werkloosheid en dalende consumptie lijkt waarschijnlijk.

Maar het oorlogsklimaat dat momenteel in de VS heerst, geeft de overheid wel meer armslag om de recessie in te dijken. Nood breekt wet en herschikt de prioriteiten. De geldende dogma's sneuvelen. Het Congres keurde vorige week al voor 40 miljard dollar nooduitgaven goed en dat is pas het begin. Een begrotingstekort is plots niet meer des duivels. De Federal Reserve zet zijn vrees voor heropflakkerende inflatie opzij en pompt met een forse rentevoetverlaging meer geld in de economie. Dankzij de soliditeit van de Amerikaanse banksector, die een periode van forse winsten achter de rug heeft, en de eliminatie van begrotingstekorten in de voorbije vette jaren lijkt er op korte termijn wel ruimte te zijn voor zo'n koerswijziging. Maar voor hoelang? Zeker als Europa opteert om Amerika's monetair expansiebeleid niet te volgen uit bezorgdheid over de stabiliteit van de euro, riskeren de VS hogere inflatie en een zwakkere dollar, zonder daarom een recessie te ontlopen. Veel hangt af van het verder verloop van deze crisis. De Amerikaanse dreiging om landen die ervan beschuldigd worden terrorisme te steunen aan te vallen, heeft niet alleen gevolgen voor die landen zelf maar ook voor onstabiele pro-westerse regimes in het Midden-Oosten die een revolte riskeren. Het is niet ondenkbaar dat de toevoer van olie in het gedrang komt en dat de olieprijs weer de pan uitswingt. Dat zou de recessie veel dieper en globaler maken. Intussen heeft alleen al de vrees dat zo'n scenario werkelijkheid zou kunnen worden een verlammend effect. (TR)