Direct naar artikelinhoud

ColumnHendrik Willemyns van Arsenal over zijn eerste keer WerchterYeah!

Het was onze eerste keer op Werchter, dus gingen we niet onvoorbereid toekomen. We reden al verkeerd ter hoogte van Leuven en namen daarna niet de crewparking maar de artiesteningang, die eigenlijk niet voor ons bestemd was, met als gevolg kwaad over-en-weer-getalkiewalkie. Binnen ging het niet onmiddellijk veel vlotter: mensen waren verdwenen, anderen konden er niet in.

Aan onze backstageruimte stond een beer van een gast ons op te wachten om zijn Arsenal-tattoos te laten zien. Hij was roadie voor de Sugababes en had Arsenal in het Japans laten vertalen en op zijn arm gezet. Zijn kinderen mochten de naam Tottenham niet uitspreken. Toen Rios vroeg of hij dan ook zijn ploeg liever niet zag verliezen, kreeg hij een blik waarin je ledematen zag rondvliegen.

Maar John en ik mochten daar niet langer staan kletsen: wij moesten interviews geven. Ik heb een beetje schrik van interviews voor of na belangrijke concerten. Voor een optreden ben ik net iets te zenuwachtig om duidelijk te kunnen antwoorden en nadien heb ik geen remmen. Met alle bijbehorende schaamte de dagen erop.

Tijdens de Von Bondies konden wij ons materiaal opstellen. Ik ben geen grote fan van de VB's maar ze klonken op dat moment fantastisch. Na zoiets konden wij alleen maar sucken. Alweer een nevenverschijnsel van zenuwen en Werchter-stress.

Alles klaar. Iedereen loopt een beetje door elkaar en niemand zegt wat. We moeten op maar ik moet nog pissen. Dringend. John zegt dat ik me maar beter kan haasten. Ik loop naar de bosjes en opeens zit ik met een stressbal in mijn keel. Gelukkig moet ik niet zingen.

We worden aangekondigd, we gaan op. Ik start mijn elektronische machinerie en er begint op het podium iets oorverdovend hard te fluiten. We stoppen, wachten en beginnen opnieuw. Alles lijkt oké. Maar dat gefluit zou wel eens de voorbode kunnen zijn van een hele hoop ellende. Maar nee, alles loopt soepel, iedereen speelt goed, zingt goed en het publiek is fantastisch. Zelfs het nummer met Gabriel Rios, dat we amper twee keer hadden kunnen repeteren, rockt als een trein. We spelen onze vijftig minuten probleemloos uit en iedereen stapt met een yeah-gevoel het podium af. Om daarna onmiddellijk interviews te geven. Het laatste interview werken we af rond 22 uur en aangezien we na het concert stevig zijn beginnen drinken herinner ik me daar niets meer van. En van wat daarna kwam ook niet.

Ik weet wel dat het niet de orgie was die ik me er als kind altijd bij had voorgesteld. Ik ben opgegroeid tegenover de artiesteningang van Torhout en heb zowat alle edities daar gezien. Met als een van de hoogtepunten het jaar dat niemand nog blikjes mocht meenemen op het terrein en sommigen er niets beter op vonden dan hun cola en ander blikjes te verbergen in de struiken naast de weide. Mijn vrienden uit de buurt en ik hebben die toen allemaal gestruikroofd. Voor de rest heb ik daar Simple Minds, U2 en waanzinnig veel anderen weten schitteren en was het toch een stille droom om ooit zelf op Torhout te staan. Het is uiteindelijk Werchter geworden. Maar je hoort mij niet klagen.

De column van Chris Van Camp verschijnt uitzonderlijk op dinsdag.