Direct naar artikelinhoud

Wat als Léopold Storme het niet heeft gedaan?

De vervroegde vrijlating van Léopold Storme, tot 26 jaar cel veroordeeld voor de drievoudige Marollenmoord, komt niks te vroeg. Dit is een overwinning van de twijfel, van de rede.

Nooit zag ik iemand zo snel twee sigaretten tegelijk oproken als advocaat-generaal Bernard Dauchot, die nacht, 26 oktober 2010, op een balkon van het Justitiepaleis. Negen uur lang had de jury ons laten wachten op het verdict tegen Léopold Storme. Nu was hij over de hele lijn schuldig bevonden aan de moorden op zijn ouders en zijn zus Carlouchka. De Marollenmoord, zomer 2007. Drie lichamen, 110 messteken: dit kon enkel het werk zijn geweest van een extreem gevaarlijke gek.

De advocaat-generaal zoog de nicotine naar binnen als was het zuurstof na minutenlang zonder.

"Denkt u écht dat hij het heeft gedaan?"

De vraag had het effect van een wespensteek. "U weet niet wat dat is!", beet de magistraat me toe. "Drieënhalf jaar is aan deze zaak gewerkt. Met een team van vijftig mensen. Aan het eind is er iemand die het moet afmaken. U hebt geen idee hoeveel druk dat op je schouders legt."

Hij beende weg. Het duurde even tot de implicaties van zijn woorden tot me doordrongen. Het ging op dit proces kennelijk niet om waarheidsvinding, het ging om winnen.

Fout in het labo

Nu komt Léopold Storme, veroordeeld tot 26 jaar cel, na 9,5 jaar vrij onder voorwaarden. De Brusselse strafuitvoeringsrechtbank vindt dat hij na zijn achter tralies afgewerkte studies economie de kans moet krijgen om aan zijn thesis te werken. 'Geen bekentenis, geen excuses, toch kan drievoudig moordenaar nu al vrijkomen', titelde een krant zaterdag.

Zou het werkelijk zo zijn dat daar ergens iemand bij die rechtbank er een morbide plezier in schept om bloeddorstige maniakken op ons los te laten, puur voor het genot van het te mogen en te kunnen? Eerlijk: geloof je dat echt?

Léopold Storme was dat weekend naar De Panne vertrokken, waar zijn ouders een flat hadden, "om te studeren". In werkelijkheid was hij eerst drugs gaan kopen in Sluis, hij was de dealer van zijn school. Op zaterdagnamiddag, de dag van de moorden, keerde hij met de trein terug naar Brussel. Hij zei achteraf dat hij in de stoffenwinkel van zijn ouders "twee gemaskerde mannen" aantrof die achtereenvolgens zijn vader, zijn moeder en zijn zus te lijf gingen. Hijzelf beweerde een messteek te hebben opgelopen en in paniek en ontkenningsdrang te zijn gevlucht. Terug naar De Panne. Hij propte ergens onderweg zijn bebloede kleren in een vuilnisbak. Hij sms'te en belde vanuit de trein vrienden, en ook zijn ex, maar bleef heel chill en repte met geen woord over de gruwel waarvan hij achteraf beweerde getuige te zijn geweest.

Een ander had de politie gebeld, de 100. Er zit weinig coherents in het gedrag van de toen 19-jarige Léopold Storme. Als iemand na een misdrijf weinig coherent handelt, dan is hij meestal ook de dader.

Bij zijn terugkeer op het perron in Brussel-Zuid werd Storme op zondagnamiddag opgewacht door zijn oom Vincent en de politie. In zijn eerste verhoor ontkende hij het licht van de zon. Hij betwistte dat hij zich eerder die dag had bezat, terwijl er in een vier uur na zijn voorleiding afgenomen bloedstaal 1,8 promille alcohol werd aangetroffen. In de aanklacht heette dat 'kenmerkend voor zijn verwarde houding tegenover de werkelijkheid'.

Tijdens het proces zouden die woorden de hele tijd weergalmen. Storme klampt zich zo hard vast aan zijn leugens dat hij ze zelf is gaan geloven. Halfweg het proces bleek dat in het labo per ongeluk twee potjes waren verwisseld. In het ene zat een bloedstaal van een dronken vrouw, in het andere dat van Storme. 0 promille.

De speurders hadden het fout, waren op basis van een veronderstelde leugen gaan besluiten dat alles wat die jongen zei, per definitie gelogen moest zijn.

Welk motief?

Dit is het probleem met de Marollenmoord. De speurders hebben op geen enkel moment rekening gehouden met eventuele andere pistes, zoals racketeering of het relaas van Storme zelf. Op de plaats delict werd DNA van twee onbekenden aangetroffen: nooit onderzocht. De dader(s) verplichtte(n) Carlouchka (22) om net voor haar dood haar bh uit te doen. Met een even hardnekkige overtuiging als je in haar broer de enige mogelijke verdachte wil zien, zou je kunnen stellen dat dit simpele feit hem normaal buiten het daderprofiel had moeten plaatsen.

Wat had trouwens het motief moeten zijn voor deze moorden, tenzij je nog gelooft in weerwolven? Een motief is nooit benoemd, er was enkel de these dat hij de moorden kan hebben gepleegd onder invloed van Salvia divinorum, een hallucinogeen plantenextract dat in 2007 even een hype was onder tieners. Er is wereldwijd geen enkele case bekend van iemand die onder invloed van Salvia gewelddadig werd, integendeel, de meeste mensen vallen ervan in slaap. Er is ook geen enkele indicatie dat Storme dat spul had gerookt.

Nee, Léopold Storme heeft zich de voorbije 9,5 jaar nooit "geëxcuseerd". De vraag rijst bij wie hij dat dan had moeten doen. Nooit eerder schaarden de slachtoffers zich zo onvoorwaardelijk en eensgezind achter de verdachte als tijdens dit proces. Dag na dag zat oom Vincent op ons, journalisten, in te praten: "Maar ziet gij dat dan niet? Dit is de grootste gerechtelijke dwaling ooit!" Met zijn negentwintigen hadden ze zich burgerlijke partij gesteld tegen "onbekenden", de familie Storme. Om aan te geven: Léopold is onschuldig.

Oom Vincent is in 2013 overleden, volgens de familie "kapot gegaan aan die zaak".

Ik ben altijd blijven twijfelen aan de schuld van Léopold Storme, en ik kan me niet voorstellen dat ik de enige ben. Ik hoor de woorden nog van Bernard Dauchot in zijn slotrequisitoir, de jury bijna smekend: "U kunt hem ook veroordelen tot drie jaar gevangenisstraf."

Hardop twijfelen

Zwaktebod, want Storme had toen al 3,5 jaar gezeten. Ook de aanklager was dus niet helemaal zeker. En als een jury 9 uur zit te beraadslagen, in dit geval tot een gat in de nacht, wijst dat over het algemeen eerder op twijfel dan op evidenties.

Zeggen dat je twijfelt is niet hetzelfde als zeggen dat je zonder meer in iemands onschuld gelooft. Het ding is: de gebruikelijke tools voor een bevredigend antwoord op de schuldvraag waren in deze zaak nooit aanwezig. Daarom zou je in de beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank een overwinning van de twijfel kunnen zien. Van de rede.

Dat is trouwens helemaal niet zo erg, af en toe eens hardop twijfelen. We worden daar over het algemeen verstandiger van.