Direct naar artikelinhoud

Het wispelturige Vlaanderen

Voor een merkwaardig effect zorgt het wel, historische stemkaarten van Vlaanderen maken door de kaart in te kleuren met de grootste partij van elk kieskanton. Na een erg lange periode van CVP-heerschappij heeft Vlaanderen de voorbije vijftien jaar in een verschroeiend tempo partijen opgestuwd en laten vallen, politieke sterren de hoogte ingeschoten en weer uitgespuwd.

Gemiddeld om de drie jaar heeft er een politieke aardverschuiving plaats. Wat nog opvallender is wanneer je de kaarten van de dertig jaar ervoor erbij neemt. Want heel die tijd was Vlaanderen wél een toonbeeld van absolute electorale stabiliteit, met een christendemocratie die alomtegenwoordig en overmachtig was.

Het meest klassieke verklaringsmodel is dat de verzuilde samenleving die Vlaanderen was aan flarden is geschoten door de mei '68-beweging, die een nieuwe generatie leerde dat het echt niet langer hoefde om van de wieg tot het graf binnen een bepaalde zuil te leven. Mét een krant die daarbij hoorde, een ziekenfonds en een vakbond, en vanzelfsprekend steeds een stem op dezelfde kopman - kopvrouwen waren er toen nog niet.

Maar die erosie van de zuilen en het middenveld is toch niet van de ene dag op de andere gegaan, want pas in 1981 zie je voor het eerst, en dan alleen nog maar in Oost-Vlaanderen, een paar kantons blauw kleuren in het voor de rest nog steeds unaniem oranje landschap.

Maar de afkalving van de christendemocratie versnelt wel in de jaren negentig, tijdens de regeerperiodes van Martens en Dehaene. Wat ooit een niet in te halen voorsprong leek, verschrompelt tot een kleine voorsprong, die uiteindelijk door een paar dioxinekippen helemaal tenietgedaan wordt.

Voor het eerst in vijftig jaar verdwijnt CD&V uit de macht, en neemt paars het over. En ook al doet vooral de rechterzijde vandaag zijn uiterste best om paars met alle zonden van Israël te beladen, in 2003 krijgt datzelfde paars wel een plebisciet. Hoewel ethisch uiterst progressief en economisch centrumlinks, wordt die regering herverkozen met een tweederdemeerderheid, wat haar tot de populairste naoorlogse regering maakt. Vlaanderen kleurt voor het eerst in zijn bestaan rood en blauw. Dat is nog maar elf jaar geleden.

Maar paars gaat ten onder aan interne rivaliteiten en Yves Leterme heeft aan de oneliners 'Wie gelooft die mensen nog?' en 'Vijf minuten politieke moed' genoeg om een moodswing bij de kiezers te realiseren. Plots kiest Vlaanderen weer voor de christendemocratie.

En vandaag kleurt Vlaanderen overal N-VA-geel. Verwonderlijk, want iets meer dan tien jaar geleden - in 2003 - was Geert Bourgeois de enige van die partij die verkozen geraakte en de kiesdrempel overschreed. Niemand gelooft het nog, maar Bart De Wever werd toen niet eens verkozen. Vandaag heeft de voormalige kleine kartelpartner van CD&V als een koekoeksjong zijn christendemocratische nest overgenomen.

Na een halve eeuw stabiele CVP-dominantie tot 1999 kiest Vlaanderen dus achtereenvolgens voor de liberaal Verhofstadt, de socialist Stevaert, de christendemocraat Leterme en de nationalist De Wever.

Daaruit kun je eigenlijk maar één ding besluiten: sinds de Vlaming de ankers van zijn ideologische zuil heeft verloren, zwalpt hij heen en weer op de politieke oceaan, en volgt hij de kapitein waarvan hij hoopt dat die het schip in een veilige haven zal brengen. Personen en leidersfiguren, charisma, sympathie en overtuigingskracht hebben de plaats ingenomen van zuil, zekerheid en ideologie.

Dat is overigens geen typisch Vlaams fenomeen: overal zie je hoe ideologie en organisatie niet langer geloofwaardige antwoorden kunnen bieden op een steeds complexere en veelkleurigere wereld, waar veel problemen de greep van lokale politici overstijgen. Dat maakt de markt voor wie zekerheid en veiligheid belooft des te groter.

Het maakt een oude uitspraak van De Wever des te actueler. Hij zei ooit te behoren tot de 'Icarus-generatie' van de politiek, bliksemsnel opgestuwd door de warme gunst van het publiek, maar eenmaal te dicht tegen de zon ook weer genadeloos neergehaald.

Het is een romantisch maar ook onrustwekkend beeld. Want in wezen is politiek niet anders dan een georganiseerd meningsverschil waarbij tegengestelde visies akkoorden bereiken over waar het met de samenleving op lange termijn naartoe moet. Maar een langetermijnvisie vraagt ook om politici met een houdbaarheidsdatum die verder gaat dan drie of vijf jaar.

En dat is iets wat het wispelturige Vlaanderen, zo blijkt uit deze kaarten, zijn leiders niet langer gunt.