Direct naar artikelinhoud

Werken bij de overheid? Voorrang voor vrijwilligers

Nederland gaat een vrijwillige burgerdienst invoeren voor jongeren vanaf 18 jaar. Wie meedoet, krijgt daarna voorrang bij overheidsjobs. Een goed idee? Niet als je jongeren sneller aan het werk wil krijgen, zegt arbeidsexpert Ludo Struyven.

In Nederland zijn de formerende partijen het volgens de krant AD eindelijk eens over het invoeren van een burgerdienst. Die zou zes maanden duren en is voor jongeren ouder dan 18 jaar. Het kabinet maakt 100 miljoen euro vrij voor vrijwilligersplekken in de zorg, in wijkcentra of bij vluchtelingenorganisaties.

Jongeren die hun 'maatschappelijke diensttijd' volbrengen, krijgen daarna een certificaat dat voorrang biedt bij sollicitaties bij de overheid. Daarnaast zal de overheid met bedrijven onderhandelen, zodat sollicitanten ook daar een voetje voor hebben. De burgerdienst is vrijwillig en onbetaald.

Voor iedereen of voor niemand

Nieuw is het idee van een burgerdienst allerminst. Vorig jaar nog lanceerde Europa een speciaal solidariteitskorps om jongeren tussen 17 en 30 jaar ertoe aan te zetten burgerdienst te doen, ongeacht achtergrond, opleiding of diploma. In sommige landen, zoals Canada bijvoorbeeld, zijn jongeren zelfs verplicht om enkele uren vrijwilligerswerk te doen om te kunnen afstuderen.

Ook in België werd het idee ook al enkele keren geopperd. Zo is CD&V voorstander van een vrijwillige burgerdienst, die ze willen uitwerken met het Vlaamse jeugdverenigingsleven. Een proefproject zou daarbij eerst duidelijk moeten maken wat de voor- en nadelen zijn.

"Toen de militaire dienstplicht midden jaren 90 werd afgeschaft, kwam het idee dat jongeren niet alleen moeten voorbereid worden op de arbeidsmarkt, maar ook op 'samenleven', in opvoedkundige termen", zegt professor Ludo Struyven, expert onderwijs en arbeidsmarkt (HIVA, KU Leuven). "Maar het Nederlandse voorstel heeft een duidelijke economische inslag. Het moet een opstapje zijn naar werk."

Of dat ook een goede manier is, is volgens Struyven niet eenduidig aangetoond. "Wel is er Amerikaans onderzoek dat het een iéts betere kans op een job geeft voor wie minstens 20 uur per jaar werkte als vrijwilliger. Maar dat komt doordat werkgevers het zien als een positief signaal van zich inzetten voor anderen, niet om wat de vrijwilliger ermee heeft geleerd. De vrijwilliger ziet het als een zinvolle vrijetijdsbesteding, niet als een opstap naar werk."

Daarnaast hebben studies aangetoond dat slechts een minderheid die bij een organisatie vrijwilligerswerk doet, daar nadien aan de slag gaat. "Sowieso pleiten deze bevindingen ervoor om zo'n burgerdienst vrijwillig te houden", zegt Struyven, "en niet te verplichten."

In Nederland zijn ze daar nog niet helemaal over uit. Het CDA en de ChristenUnie willen het liefst een verplichte maatschappelijke dienst, maar de andere formatiepartijen stribbelen tegen. Een optie die volgens AD op tafel ligt, is om het een 'meer verplichtend karakter' te geven voor probleemjongeren.

Daar is Struyven helemaal geen voorstander van. "Ofwel verplicht je het voor iedereen, ofwel niet. Kijk, ik ben zeker niet tegen een veralgemeende burgerdienst. Maar de vraag is: met welke intentie organiseer je dat? Als men echt wil jongeren sneller aan het werk krijgen, dan is dit niet de juiste manier. Trouwens, men dreigt jongeren weg te houden van de arbeidsmarkt, waar ze meer dan nodig zijn om de vacatures ingevuld te krijgen."

Positief signaal

Wil je die jongeren voorrang geven bij sollicitaties, dan moeten het vrijwilligerswerk volgens Struyven ook aan een aantal criteria voldoen. "Zijn ze komen opdagen? Hebben ze bepaalde competenties opgedaan? Was er voldoende begeleiding? Er moet toch een soort kwaliteitscontrole zijn. Voor organisaties vergt dit trouwens ook veel energie. Ik betwijfel of iedereen daarvoor staat te springen."

Toch ziet de arbeidsprof opportuniteiten in een burgerdienst. Weliswaar vrijwillig en zonder er meteen jobopportuniteiten aan te verbinden. "Het moet een positief signaal blijven", besluit Struyven.