Direct naar artikelinhoud

Gatz reikt Vlaamse fictie helpende hand

Met extra miljoenen en een hervorming van het Mediafonds wil minister van Media Sven Gatz (Open Vld) ervoor zorgen dat de tv-zenders nog voldoende eigen fictie maken. Door het uitgesteld kijken staat dat onder steeds hogere druk.

Twee op de drie Vlamingen die vorig najaar naar Callboys keken, deden dat uitgesteld. Vermist had 55 procent uitgestelde kijkers, Cordon 57 procent. Nieuw is het uitgesteld kijken niet, maar vorig najaar was er wel een opmerkelijke stijging. In het voorjaar van 2016 werd er gemiddeld 11 à 12 procent uitgesteld gekeken. In het najaar steeg dat plots tot 16 procent. Bij de commercieel interessante doelgroep van 18- tot 54-jarigen was dat al 22 procent. Dat voelen de zenders, en dan zeker de commerciële, omdat die uitgestelde kijkers ook nauwelijks de spotjes bekijken. En minder reclamegeld betekent minder geld om dure fictiereeksen te maken.

"Het gaat nog altijd, maar de switch maakt het voor sommige zenders niet meer interessant", zegt minister van Media Sven Gatz. Hij bestelde vorig jaar bij Econopolis al een studie over het Vlaamse fictiebeleid. De resultaten daarvan zijn nu binnen en die sterken Gatz in de overtuiging dat het nu het moment is om het fictiebeleid te hervormen.

Meer jobs en kijkplezier

Via het Mediafonds gaat er 6 miljoen euro naar Vlaamse fictiereeksen, animatie en documentaires. Daarnaast moeten Telenet, Proximus en de andere distributeurs ook de Vlaamse fictie ondersteunen. Vorig jaar was dat goed voor 3,6 miljoen euro. Samen net geen 10 miljoen euro, maar Gatz wil het Mediafonds 3 miljoen euro extra geven. De mediaminister zal dat tijdens de volgende begrotingsronde op tafel leggen.

"Ik denk dat ik mijn collega's kan overtuigen met deze studie", maakt Gatz zich sterk. "Dit is immers geen louter politieke keuze, maar ze is nodig om de Vlaamse fictie voort te laten draaien. Bovendien gaat dit ook over het kijkplezier van de Vlaming, over jobs,... Alles komt hier samen."

Gatz rekent ook nog op een extra potje: hij wil over the top-spelers als Netflix ook verplichten om Vlaamse fictie te steunen, net zoals Telenet en Proximus dat nu al moeten doen. Niet vanzelfsprekend, maar niet onmogelijk, zegt Gatz. "Frankrijk en Duitsland hebben al zo'n model. Tegen eind dit jaar weten we hoe het werkt."

Experiment

Gatz wil van de verhoging van het Mediafonds-budget meteen ook gebruikmaken om het subsidiesysteem te wijzigen. Nu wordt er geen onderscheid gemaakt volgens het soort fictie, maar Econopolis geeft het advies om drie soorten steun te creëren zodat je gerichter kunt kiezen. Een voorstel waar Gatz zich in kan vinden.

Animatie en experimentele reeksen à la Generatie Bzouden tot 500.000 euro steun kunnen krijgen. Marktgerichte fictie dat een groot bereik beoogt mag op 800.000 euro hopen. In die categorie vallen reeksen als Spitsbroersof Amigo's.

Helemaal nieuw is de categorie van topreeksen die ook mikken op het buitenland. Die series, met een minimumbudget van 5 miljoen euro, kunnen tot 1,3 miljoen euro steun krijgen. Een voorbeeld hiervan zou Beau Séjour zijn, dat nu aan Netflix verkocht is, of Tabula Rasa, dat de VRT samen met het Duitse ZDF produceert. De hoop is zo ook het Deense succesmodel te evenaren, waar reeksen als The Killingen Borgende wereld veroverden.

Een stijging van de middelen is nodig, meent Gatz, als de Vlaamse audiovisuele sector wil blijven groeien. "Een aflevering van een fictiereeks kost hier gemiddeld bijna 500.000 euro. In Ierland zitten ze aan 600.000. In Denemarken aan 1,3 miljoen. Met weinig middelen doen we goede dingen, maar je kunt de rekker niet blijven uitrekken." De overheidssteun heeft als onrechtstreeks effect ook dat er meer geld via de tax shelter kan worden opgehaald, waardoor het budget nog toeneemt.

Distributeurs als Telenet en Proximus kunnen nu kiezen of ze Vlaamse fictie steunen via het Mediafonds of het zelf doen. Telenet bijvoorbeeld kiest zelf de tv-reeksen die het steunt, los van het Mediafonds. Gatz hoopt de distributeurs ook in dit model te betrekken, zodat ze meer samenwerken met het Mediafonds.

Gatz heeft de studie en de aanbevelingen nog niet aan de zenders, productiehuizen en distributeurs voorgelegd. Hij wil daar nu mee beginnen: eerst met individuele contacten, daarna misschien met een sectoroverleg. Het doel is om begin volgend jaar met het nieuwe systeem te starten.