Direct naar artikelinhoud

'Niemand wil verhuren aan mensen zoals wij'

Door gebrek aan huisvesting moet een op de vijf erkende vluchtelingen noodgedwongen in het asielcentrum blijven, blijkt uit cijfers die Groen opvroeg. Organisaties op het terrein zien naar eigen zeggen steeds meer mensen op straat belanden. 'De wooncrisis is acuut.'

Een donkergrijze accentmuur, een streep behangpapier en een frisse witte badkamer. Mohamed Dubl (29) en Amina Husein (28) proberen van hun krappe eenkamerstudio een nieuwe thuis te maken. Eén stoel, daar moeten ze het voorlopig mee doen. Maar het Syrisch koppel is al lang blij dat ze eindelijk een plek hebben gevonden.

Een jaar hebben ze moeten zoeken naar deze woning, en ze moeten er ruim de helft van hun leefloon van 1.150 euro voor neertellen. "Niemand wil verhuren aan mensen zoals wij", zegt Mohammed. "Zeker dertig huizen zijn we gaan bekijken, maar nergens kregen we een fiat. We zijn opgelucht dat we dit hebben gevonden. Ons dochtertje van vijf is nog steeds in Aleppo. We hopen dat ze snel naar hier kan komen."

In september vorig jaar kregen Mohamed en Amina hun erkenning, wat meteen betekende dat ze binnen de twee maanden het opvangcentrum konden verlaten. Uiteindelijk waren ze een van de gelukkigen die onderdak vonden in de opvang van het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW). Heel wat anderen belanden volgens hulporganisaties noodgedwongen op straat.

Kop in het zand

Uit cijfers die Groen kreeg van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) blijkt dat een op de vijf vluchtelingen langer in het asielcentrum moet blijven. Volgens Kamerlid An Moermans (Groen) komt dat omdat de Vlaamse regering hier geen werk van maakt. "Liesbeth Homans (Vlaams minister van Wonen, SV/ADB) is de minister van de stilstand. Door deze stilstand vinden niet alleen erkende vluchtelingen geen woonst - een deel woont zelfs in daklozencentra - maar worden ook de arme Vlamingen opnieuw de dupe."

Een situatie die organisaties zoals Netwerk tegen Armoede, het Vlaams Huurdersplatform of Samenlevingsopbouw maar al te goed kennen. In een opiniestuk roepen ze de bevoegde beleidsmakers op snel een einde te maken aan deze wooncrisis. Dat minister Homans enkele maanden geleden verkondigde geen weet te hebben van huisvestingsproblemen voor erkende vluchtelingen, stuit hen tegen de borst. "Met de kop in het zand is het moeilijk oplossingen zien", klinkt het.

Want naarmate steeds meer erkende vluchtelingen op de woningmarkt terechtkomen, wordt het voor alle kwetsbare groepen almaar moeilijker onderdak te vinden. Voor hulpverleners zit er vaak niks anders op dan te 'gaan leuren' met families bij huisbazen, om toch maar te vermijden dat mensen op straat belanden.

"Toen ik in februari begon met deze job, had ik de indruk dat het toch iets makkelijker was om een woning te vinden voor mensen", zegt Cindy Vercruyssen van Vluchtelingen Ondersteuning Sint-Niklaas. "Dan vond ik wel huurders die bereid waren om vluchtelingen in hun woningen onder te brengen. Nu lijkt die groep als het ware uitgeput. De wooncrisis is echt acuut. Een op de vijf vluchtelingen die in het asielcentrum moet blijven? Volgens mij is dat zelfs een grove onderschatting."

Voor vluchtelingen zit er in vele gevallen niks anders op dan veel geduld uit te oefenen en op zoek te gaan naar goeie zielen die hen een slaapplaats willen geven. "Natuurlijk is dat frustrerend", zegt Vercruyssen. "Eenmaal ze hun erkenning hebben, denken ze dat hun leven hier echt kan beginnen. Maar in realiteit begint er een helse zoektocht naar een woonst. Soms vinden we helemaal niks."

Hete aardappel

Er zijn vele redenen waarom verhuurders niet staan te springen voor erkende vluchtelingen. "Zo vrezen ze dat hun woning opeens bevolkt zal worden door tien man, terwijl er amper plaats is voor twee", legt Vercruyssen uit. "Soms is die vrees ook terecht, maar dat komt omdat de regelgeving rond gezinshereniging helemaal nog niet op punt staat. Als twee mensen een huurcontract tekenen, zijn ze verplicht dat na te komen, zelfs als de rest van hun gezin hier later arriveert."

Om het probleem ten gronde aan te pakken, stelt Groen voor om met de Commissie Wonen van het Vlaams Parlement en de Commissie Binnenlandse Zaken van de Kamer een gezamenlijke bijeenkomst te beleggen en de bevoegde regeringsleden te ondervragen. "Op die manier kunnen ze de hete aardappel niet langer naar elkaar doorschuiven. En als parlementsleden van beide niveaus kunnen samenkomen en overleggen, moeten Francken en Homans dat ook kunnen", besluit Moermans.

Het kabinet van minister Homans benadrukt dat er heel wat wordt gedaan voor een sterkere private maar ook rechtvaardige sociale huurmarkt. "Maar we bekijken de woonmarkt in zijn totaliteit. Daarom dat onze ondersteuningsmechanismen zich ook telkens tot de hele bevolking richten en niet specifiek tot bijvoorbeeld erkende vluchtelingen."

OPINIE ONLINE

'Wooncrisis verdient

crisismanagement'