Direct naar artikelinhoud

Ook podiumkunsten krijgen taxshelter

De podiumkunsten krijgen net als de film- en tv-sector een taxshelter. Een fiscaal snoepje dat investeerders naar de sector moet lokken, maar ook heel veel vragen oproept. 'Als dit subsidies moet vervangen, hebben we een heel groot probleem.'

De podiumkunsten in ons land happen naar adem. Doordat de Vlaamse overheid het mes in de subsidies zette, zitten sommige podiumgezelschappen vandaag in moeilijke papieren. De redding komt mogelijk van een taxshelter voor de sector, een lokkertje dat ervoor zorgt dat bedrijven die investeren in podiumkunsten hun investering voor 310 procent fiscaal kunnen inbrengen.

Bijna dertien jaar geleden werd zo'n taxshelter al in het leven geroepen voor Belgische film- en tv-producties. Sinds de invoering vloeide ruim één miljard euro taxsheltergeld naar onze filmindustrie, die een groei van meer dan 20 procent kende. In ons land wordt geen film meer gemaakt zonder. Een sprekend succes, dat afgaand op de Oscar-nominaties van Rundskop en The Broken Circle Breakdown ook kwalitatief vertaald wordt. Niet voor niets gaan in de cultuurwereld al langer stemmen op om de taxshelter uit te breiden.

Kanttekeningen

Toch wordt een taxshelter voor podiumkunsten niet onverdeeld enthousiast onthaald. Stefaan De Ruyck, algemeen directeur van kunstencentrum Vooruit in Gent, zegt open te staan voor alternatieve vormen van financiering. Zoals een taxshelter dus. Maar, voegt hij eraan toe, daar hoort ook een belangrijke kanttekening bij.

De Ruyck: "Het is duidelijk dat we in tijden van budgettaire schaarste op zijn minst interesse moeten hebben voor een taxshelter. Alleen rijst de vraag of je dat zomaar kunt toepassen op de podiumkunsten. Film en televisie zijn massamedia, terwijl podiumkunsten toch kleinschaliger zijn. Of er veel interesse zal zijn van bedrijven, is dus maar de vraag. Voor grootschalige producties, zoals sommige musicals, kan het wel werken. Maar als het in de plaats komt van subsidies, hebben we een heel groot probleem. De overheid heeft nog altijd de verantwoordelijkheid cultuurproducties met subsidies te ondersteunen."

Ook Pierre Van Diest, zakelijk directeur van deSingel, heeft zo zijn bedenkingen: "Als aanvulling op subsidies heeft een taxshelter zeker zijn plaats. Ik denk dat deze maatregel er vooral komt na gelobby door Music Hall (bekend van populaire musicals, DSO). Zij vielen altijd uit de boot als ze op kwaliteit beoordeeld werden. Ik denk dat er altijd op gelet moet worden dat er een mix aan producties is."

Joost Maegerman, intendant van deFilharmonie, toont zich positiever: "De taxshelter lijkt me een goed initiatief, al wil ik de details van het wetsontwerp afwachten. Als bedrijven hierdoor gestimuleerd worden om cultuur te sponsoren, juich ik dat toe." Het Overleg Kunstenorganisaties (oKo) wil nog niet reageren. "Alles hangt af van de precieze uitwerking van de taxshelter. Zolang daar geen duidelijkheid over is, is het voorbarig om commentaar te geven", zegt algemeen directeur Leen Laconte.

Stemming

Voor de podiumkunsten - opera, dans, musicals, theater - gelden dezelfde voorwaarden als voor de filmindustrie. De makers moeten een erkenning krijgen van de Vlaamse cultuuradministratie en niet meer dan de helft van het productiegeld mag uit taxsheltergeld bestaan.

De ministerraad stemt vandaag over de taxshelter. Of ook muziek onder de regeling valt, is nog niet duidelijk. Het gaat om een wetsontwerp, dat volgend jaar nog zal gespecificeerd worden. Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld) wil voorlopig niet reageren op de uitbreiding van de taxshelter. Hij wacht de beslissing af die de ministerraad vandaag neemt.