Direct naar artikelinhoud

Alcoholplan van het gezond verstand

Tom Potoms is econoom. Hij doctoreert aan de Université Libre de Bruxelles (ULB)

Maakt het nagelnieuwe alcoholplan van CD&V kans op een plekje in de hogere rangen van de politieke agenda? Hopelijk, maar ik acht de kans eerder gering. Het plan wordt her en der afgedaan als enerzijds 'betuttelend', anderzijds economisch schadelijk.

Laat me daar een paar vraagtekens bij plaatsen. Zowel N-VA als Unizo benadrukken in hun kritiek(zie DM 8/2)eventueel inkomensverlies voor eigenaars van verkoopspunten langs de autosnelwegen en tankstations. Een van de aspecten van het plan betreft een verkoopsverbod van sterkedrank tussen 22 en 7 uur bij die handelspunten.

Dat die eventuele financiële kost bestaat, is evident. Maar wie een kosten-batenanalyse van alcoholmisbruik in het debat wil brengen, moet het toch een klein beetje serieus aanpakken - de maatschappelijke kosten en baten uit het debat weren, getuigt niet van veel intellectuele eerlijkheid.

Van medische behandeling wegens overdadige consumptie tot de schade na ongevallen wegens dronkenschap, van werkverzuim tot juridische kosten: in zijn studie kwam gezondheidseconoom Lieven Annemans (UGent) uit op een jaarlijkse kostprijs van 4,2 miljard euro(DM 25/4/2013). De 'baten' van alcoholgebruik (overheidsinkomsten via accijnzen, opbrengsten voor de industrie) werden tussen de 1 en de 2 miljard euro geschat.

Voor wie er nog aan zou twijfelen: de balans van alcoholgebruik in dit land slaat door in de verkeerde richting. Wat te doen? Zoals het Vlaams expertisecentrum voor alcohol en andere drugs (VAD) en analyses suggereren, is het economisch gesproken optimaal om deze maatschappelijke kosten te internaliseren. Dat kan via de prijs van alcohol. In die zin ben ik het eens met het VAD dat het plan van CD&V nog niet ver genoeg gaat, maar slechts een eerste stapje is in de goede richting.

Een ander veelgehoorde kritiek op het plan is veeleer ideologisch. Het plan zou immers 'paternalistisch' of 'betuttelend' zijn. Met name liberalen die het principe van 'keuzevrijheid' verabsoluteren zijn geneigd om het plan vanuit dit perspectief af te schieten.

Dat een verkoopsverbod op sterke dranken een zekere beperking van keuzevrijheid is, staat buiten kijf. Maar zoals vaak is ook dit een zaak van proportionaliteit. Is het werkelijk zo'n zware aderlating voor de Vrijheid als we chauffeurs voortaan verhinderen om bij nacht en ontij langs de autosnelweg een fles sterkedrank in te slaan? Of dat drankautomaten voortaan geen alcohol meer mogen verkopen? Het lijkt me eerder een zaak van het gezond verstand.

Iedereen die ooit al met een drankverslaafde sprak, weet dat net de permanente nabijheid van alcohol en verleidelijke reclame schadelijk zijn voor het tegengaan van een verslaving.

Het inperken van een handvol opties om sterkedrank in te slaan is een kleine prijs als je het vergelijkt met de verhoogde kans op fysieke en mentale gezondheid van velen.

Het verwijt van 'betutteling' is dan ook compleet naast de kwestie als het beleid grote sociale risico's wil minimaliseren.