Direct naar artikelinhoud

Uit zijn laatste grote interview

In deze krant verscheen op 1 juli 2010, vlak voor de start van de Tour, het laatste grote interview met Laurent Fignon. De Fransman zou die hele Ronde van Frankrijk nog werken als cocommentator van Eurosport. Het gesprek, afgenomen door Marc Ghyselinck, ging voornamelijk over de kanker die hem verteerde.

n “De tumoren zitten er nog steeds. En ze zijn nog even groot. Ik had er nochtans een goed oog in. De voorbije weken voelde ik me wat beter. Dan krijg je vanzelf weer moed. Maar de ziekte is status quo. Precies zoals een jaar geleden. Het is niet beter en niet slechter. Ik vind dat geen goed nieuws.”

n “Bij de vorige kuur voelde ik me na elke chemobeurt tien dagen slecht. Ik had braakneigingen, hoofdpijn, voelde me moe en gedemoraliseerd. Alsof je griep hebt. Het maakt me soms depressief.”

n “Ik wil mijn werk niet opgeven. Waarom zou ik? Ik wil gewoon verdergaan met mijn leven.”

n “Soms ga ik fietsen in het Bois de Vincennes. Daar zoek ik de vlakke weggetjes op. Na een uur moet ik ermee ophouden. Meer gaat niet. Dan word ik moe. Als wielrenner was ik nooit moe. Vandaag ben ik al blij als ik een uurtje kan fietsen.”

n “Mijn leven is ingericht rond mijn kanker. Alles kan elke dag opnieuw veranderen. Ik kan geen vakantie van twee of drie weken plannen. Want misschien moet ik ze annuleren. Ik ben de gevangene van mijn ziekte.”

n “Het is geen kwestie van moedig zijn. Ik heb gewoon geen andere keuze. Ik heb geen zin om te sterven. Als ik niet tegen de ziekte vecht, ga ik snel dood. En ik wil niet snel dood.”

n “Weinig mensen vragen me hoe het met me is. Misschien komt het omdat mensen niet graag worden geconfronteerd met ziekte en dood. Ze vinden het moeilijk om normaal om te gaan met iemand die aan een dodelijke ziekte lijdt.”

n “Ik vecht omdat ik geen andere keuze heb. Ik heb een mooi leven gehad. Nu neem ik wat er komt. Ik maak geen plannen en ik denk niet aan de toekomst. Maar als de ziekte eenmaal genezen is, zal ik weer een normaal leven leiden.”

n “Ik denk niet meer aan de dood. In het begin hield het me wel heel erg bezig. Daar ben ik nu over. Waarom zou ik ook? Het leven is veel sterker dan dat.”