Direct naar artikelinhoud

Opnieuw zelfde straf: vier tot zes maanden cel voor alle beklaagden

De correctionele rechtbank van Antwerpen heeft uitspraak gedaan in de verzetsprocedure in de zaak over de dood van Jonathan Jacob (26). De negen beklaagden kregen exact dezelfde straffen als in juni.

De toenmalige directeur (65) en de psychiater (57) van Broeders Alexianen in Boechout werden veroordeeld tot zes maanden cel met uitstel voor schuldig verzuim. Zeven politiemensen van het Bijzondere Bijstandsteam (BBT) kregen vier maanden met uitstel en 275 euro boete voor 'onopzettelijke doding'.

De negen beklaagden hadden allemaal de vrijspraak gevraagd, maar ze kregen dezelfde straffen die in juni bij verstek werden uitgesproken. "Iedereen maakt fouten, maar er zijn fouten die strafrechtelijk beteugeld moeten worden", zei kamervoorzitster Jessica Bourlet.

De fout die de oud-directeur en de psychiater gemaakt hadden, was dat ze volgens de rechtbank te snel beslist hadden dat Jonathan niet opgenomen kon worden. Hij verkeerde nochtans in een acute crisissituatie toen hij op 6 januari 2010 onder invloed van amfetamines blootsvoets, halfnaakt en verward werd opgepakt door de politie in Borsbeek. Hun argument dat ze door een opname zichzelf en anderen in gevaar zouden hebben gebracht, veegde de rechtbank van tafel. Volgens de aanwezige politiemensen waren er immers voldoende manschappen, alsook een politiehond, om de geagiteerde Jonathan naar de isoleercel van de psychiatrische instelling te brengen.

Inschattingsfout

De psychiater en de oud-directeur hadden Jonathan als een relschopper behandeld, in plaats van als een hulpbehoevende patiënt, oordeelde de rechtbank. "Een dergelijke ingesteldheid valt absoluut niet te rijmen met de verantwoordelijke functie die beide beklaagden in een psychiatrische instelling bekleden, noch met de hoedanigheid van geneesheer", stelde de rechtbank.

Jonathan werd dan maar opgesloten in een cel op het politiecommissariaat in Mortsel. Het BBT werd erbij geroepen, dat de twintiger moest immobiliseren zodat een arts hem een kalmerende inspuiting kon geven. Jonathan kreeg rake klappen en overleed aan inwendige bloedingen.

De argumentatie van de verdediging dat Jonathan misschien al voor de tussenkomst van het BBT gewond was geraakt of dat zijn lever een voorbeschiktheid had om te scheuren, werd door de wetsdokter weerlegd in het strafdossier.

De rechtbank vond dat de politiemensen een inschattingsfout hadden gemaakt met 'dramatische gevolgen'. Ze hadden hun opdracht blindelings uitgevoerd, in plaats van rekening te houden met de omstandigheden en andere opties dan geweld te overwegen.

De rechtbank kon echter niet uitmaken welke handelingen tot Jonathans dood hadden geleid en wie ze gesteld had. De feiten werden daarom geherkwalificeerd van 'opzettelijke slagen met ongewild de dood tot gevolg' naar 'onopzettelijke doding'.

In beroep

De psychiater en de toenmalige directeur moeten de nabestaanden van Jonathan 1 euro provisionele schadevergoeding betalen. De BBT'ers moeten hen bijna 128.500 euro. De beklaagden kunnen nog in beroep gaan tegen het vonnis. De zaak komt trouwens sowieso nog voor het hof van beroep, aangezien het Openbaar Ministerie beroep aantekende tegen de vrijspraken van de politiecommissaris en één lid van het BBT op het eerste proces in juni.