Direct naar artikelinhoud

Een bisnummer van 2001

De verkiezing van de Sportman en Sportvrouw van het Jaar, gisteravond in Brussel, werd een herhaling van de editie van vorig jaar. Net zoals in 2001 gingen motorcrosser Stefan Everts en tennisster Kim Clijsters met de prijzen lopen. Voor Clijsters was het al de vierde keer op rij dat ze de prestigieuze trofee wint.

Freddy Carremans Kristof Windels

'De trofee van vorig jaar was voor mijn zieke oom, deze is voor mijn vader. In de jaren zeventig was hij vier keer wereldkampioen motorcross, maar door de concurrentie van Eddy Merckx werd hij nooit Sportman van het Jaar." Voor motorcrosser Stefan Everts zelf is het al de tweede opeenvolgende keer dat hij tot Sportman van het Jaar wordt uitgeroepen. De Limburger behaalde dit jaar zijn zesde wereldtitel motorcross, waarmee hij het record van Joël Robert evenaarde.

Toch was de uittredende wereldkampioen er voor de start van het seizoen niet helemaal klaar voor. Hij moest toezien hoe de eerste seizoenzege naar zijn grote rivaal Joël Smets ging. Everts lukte er wel in met een derde plaats de schade te beperken en pas in de derde wedstrijd van het jaar slaagde hij erin Joël Smets voor te blijven en zijn eerste seizoenzege te behalen. Maar in Italië viel Smets uit en in de volgende wedstrijd haalde Everts' grote concurrent slechts vier luttele puntjes. Intussen bleef de Limburger topdrieplaatsen verzamelen, genoeg om een kloof te slaan met Smets.

Die bleek uiteindelijk voldoende om Everts in Tsjechië, de voorlaatste wedstrijd van het wereldkampioenschap, zekerheid te geven over de wereldtitel. Zelfs al heeft hij dit seizoen slechts vier Grote Prijzen gewonnen, terwijl Smets er zes voor zijn rekening nam. Everts zelf oordeelde enkele dagen voor Tsjechië dat dit niet zijn beste seizoen was. "Er is niet uitgekomen wat erin zat", zei hij. "Mijn topniveau heb ik dit jaar niet éénmaal bereikt, terwijl Joël Smets op zijn sterkst was, maar ik heb wel een constant seizoen achter de rug."

Everts plaatste zijn naam weer bij op enkele recordlijsten. Zo liet hij Joël Robert achter zich op de ranglijst van het aantal GP-zeges. Sinds vorig seizoen in Namen deelden ze het record met elk vijftig zeges, Everts kwam intussen op 54. Ook beende hij de Waal bij wat betreft het aantal wereldtitels. Dit seizoen haalde hij zijn zesde wereldkroon.

Het seizoen eindigde in mineur voor Everts, maar dat lag niet aan de crosser. De Cross der Naties, waar België al jaren bij de favorieten hoorde, werd een ware klucht toen bleek dat de wedstrijd eerst wel en dan niet in een indianenreservaat zou worden gereden. Toen besloten werd het gebeuren naar Spanje te verhuizen, zegden de Belgische toppers af. Het is tekenend voor de hervormingen die de Spaanse organisator Dorna aan het WK motorcross doorvoert. Het seizoen telde ook slechts twaalf wedstrijden van één manche, nog nooit werd er minder gereden om een wereldtitel te beslissen.

Dat was echter niet de reden dat de Trofee voor Sportverdienste dit jaar aan Everts zijn neus voorbijging. In de jury, bestaande uit ex-sporters, was een discussie ontstaan of Everts wel recht heeft op een Belgische prijs, omdat de crosser in Monaco woont. Een ander punt dat tegen hem speelde, was de overmaat aan titels. De meeste fans zijn de dominantie van de Belgen in de motorcross 'gewoon' gaan vinden en Everts had vorig jaar al de Trofee van Sportman van het Jaar gewonnen. Deze argumenten wogen gisteren niet door bij de sportpers om hem toch nog voor de tweede opeenvolgende keer tot Sportman van het Jaar te kronen.

Zijn eerste titel deed hem bijzonder deugd, vooral omdat hij er in het begin van zijn loopbaan dichtbij was, maar toen telkens naast de prijs greep. Nu komen er twee op een rij, en Everts zou er zelfs graag drie van maken. De Limburger heeft immers grootse ambities voor het volgende seizoen. Dan wordt er voor het eerst met een 'superklasse', de zogenaamde MotorcrossGP, gereden, de reeks waar de 250cc-tweetaktmachines strijden met 450cc-viertaktmotoren. Het zou ervoor zorgen dat hij beter doet dan Eric Geboers, met wie hij voorlopig zijn titel van Mister 875, de benaming voor de wereldkampioen in de 125, 250 en 500cc-klasse, moet delen. Een grote wens van de crosser: de beste zijn.

De tweede plaats was gisteren weggelegd voor wielrenner Johan Museeuw. "Waarom zou ik ontgoocheld zijn?", zei hij na de uitreiking. "In mijn discipline ben ik nog altijd de eerste. Dat Everts wint, is niet onlogisch. In zijn vak is hij een grote mijnheer. Anders word je geen zes keer wereldkampioen." Voor de derde keer eindigt Museeuw als tweede. "Ik heb nu sterk de indruk dat ik nooit Sportman van het Jaar zal worden."

Kim Clijsters is zowat half zo oud als Museeuw, maar heeft intussen wel al vier keer de trofee gewonnen. Drie toernooizeges, een constante plaats bij de toptien van de wereld, en vooral de winst in de Masters schonken Kim Clijsters haar vierde opeenvolgende trofee van Sportvrouw van het Jaar.