Direct naar artikelinhoud

Negen jaar zwoegen en nog geen topgame

Negen jaar sleutelen aan je magnum opus, dat dan wordt onthaald op gemengde reacties. Dat is wat de Japanner Fumito Ueda overkomt met zijn game The Last Guardian. De totale carte blanche die de gameontwikkelaar kreeg van Sony is wellicht de boosdoener geweest.

Bijna een vol decennium nadat hij aan de ontwikkeling van de game begon, kwam de Japanse videogamegrootmeester Fumito Ueda deze week eindelijk met zijn The Last Guardian aanzetten. Het is een betoverende, mysterieuze trip, waarin de speler een klein jongetje speelt dat tijdens zijn tocht doorheen de ruïnes van een vergane samenleving wordt bijgestaan door Trico, een reusachtige hybride tussen een kat en een vogel. Er ontstaat, tussen klauter- en puzzelwerk door, een ontroerende band tussen de jongen en het beest, die The Last Guardian een emotionele diepgang geven die heel wat andere videogames missen.

Die gevoelsmatige resonantie is de afgelopen vijftien jaar het handelsmerk geworden van Ueda, die met slechts twee games op zijn palmares, Shadow of the Colossus (2005) en Ico (2001), als een grootmeester wordt beschouwd in het medium. "Ik wil het geluk van de speler maximaliseren", benoemde Ueda het eerder dit jaar tijdens een zeldzaam interview met het Britse videogamemaandblad Edge.

De keiharde realiteit van de game die deze week uiteindelijk in de console wordt geschoven, verschilt een beetje van Ueda's hoofse ambities. Het is een onweerstaanbare game, vol unieke gebeurtenissen, getooid in fraaie klarelijngraphics en met een rake minimalistische soundtrack op de achtergrond, maar de besturing van de piepjonge protagonist is zo stroef dat het een forse domper zet op de speelervaring.

Dat is een kritiek die terugkeert in heel wat recensies. "De game speelt als een bijzonder ruwe, ongepolijste PlayStation 2-game, die de erfenis van zijn voorgangers weer naar voren brengt, maar ze niet echt kan hercreëren", opperde de gezaghebbende Amerikaanse videogamesite Polygon. The Last Guardian krijgt, over de hele lijn, relatief goeie kritieken, maar het is nu al duidelijk dat het spel niet zo unaniem als een klassieker wordt ingehaald als Ueda's twee eerdere werkstukken. En daar zit de bijzonder lange ontwikkeltijd voor een stuk tussen. De game werd in 2009 voor het eerst aangekondigd nadat Ueda en zijn team er al twee jaar aan bezig waren, maar de ene lanceringsdatum na de andere werd uitgesteld.

Mysterieus

Er werd al die tijd vooral gepriegeld aan de mysterieuze pracht van de wereld waarin de game zich afspeelt, en Ueda en zijn team moesten op een bepaald moment tijdens de creatie migreren van de PlayStation 3 naar de PlayStation 4: een veel krachtigere console, waarop spelers veel betere graphics verwachten. Maar tegelijkertijd bleven de absolute basiselementen van de game behouden uit de eerste jaren van zijn ontwikkeling, en negen jaar is lang in de snel evoluerende videogame-industrie. Gameontwikkelaars worden steeds beter in het vlotter maken van de besturing van een game, en in precies dat opzicht voelt The Last Guardian erg oubollig aan: het voelt stroever dan wat spelers van vandaag gewend zijn in andere games.

Ueda maakte echter een grote naam voor zichzelf met zijn twee vorige games, waardoor hij creatieve carte blanche kreeg binnen de rangen van PlayStation: de ontwikkeling van The Last Guardian mocht zo lang duren als nodig was. "De ontwikkelingsstijl van Ueda-san is vanaf het begin van het project erg helder, als een duidelijke visie", zei Shuhei Yoshida, hoofd gameontwikkeling bij het gamemerk, vorig jaar. "We hebben de game uiteindelijk naar de PlayStation 4 gebracht, omdat we de technologie daarin nodig hadden om zijn idee helemaal waar te maken, maar we houden vast aan de visie die hij van in het begin had."

De vandaag 46-jarige Ueda begon zijn carrière in de game-industrie als een van de honderden designers die aan de eigen games van het concern werkten, zoals de racereeks Gran Turismo. In 2001 overtuigde hij zijn bazen om met een klein team van ontwikkelaars aan Ico te mogen werken, zijn debuutgame als bedenker, dat meteen een bescheiden hit werd. Vier jaar later maakte hij een opvolger met Shadow of the Colossus, dat in 2005 meer dan een miljoen exemplaren verkocht: best veel voor een ietwat 'moeilijke' en kunstzinnige game.

Dat spel gooide ook extra koren op de molen van een belangrijke discussie die in die dagen werd gevoerd in de videogame-industrie: de vraag of games niet stilaan als een kunstvorm moesten worden gezien. Ueda's games ondersteunden de belangrijkste argumenten van het jakamp, en hij werd daardoor ook incontournable binnen PlayStation.

Maar The Last Guardian bewees dat zo'n ongenaakbare status ook weer niet altijd een zegen is. Op een bepaald moment begon de uitgestelde productie zelfs op Ueda zelf te wegen. "Er zijn momenten geweest waarop het moeilijk was om mijn motivatie hoog te houden", gaf hij toe in Edge.