Direct naar artikelinhoud

Michael Van Peel

Het is tijd dat we dit land weer omvormen van een financiële constructie om staatsschuld en intrest af te lossen, tot een instrument waarmee burgers hun dromen kunnen waarmaken

Het is dus 50 euro geworden, de prijs voor een (voorheen gratis) abonnement op het openbaar vervoer voor 65-plussers. Geen 180 euro, zoals eerst gemeld. Valt mee, toch?

"Een ballonnetje oplaten", heet dat in het jargon. Een onrustwekkend voorstel lanceren, om vervolgens gas terug te nemen. "Dat het zo los wel niet zal lopen. Maar dat er dan wel een tussenoplossing moet komen, dat begrijpt u." Het is een beproefde techniek, zowel in de politieke communicatie als in de bazaar van Istanbul. Het IMF deed het vorig jaar nog, door 10 procent belastingen op uw spaargeld voor te stellen. Om dat straks bij te stellen naar 1 procent. "Komaan, da's maar een fractie van het originele voorstel. U komt er nog goed vanaf, vindt u niet?"

Het idee dat burgers moeten opdraaien voor de fouten van een financieel systeem, is nog zo'n voorbeeld van een succesvol ballonnetje. Intussen laat men ons vrolijk bekvechten over wie de rekening van de crisis nu moet betalen. De rijken? De werknemers? De steuntrekkers? De gezinnen? Marc Coucke? Iedereen heeft blijkbaar ideeën genoeg om diens miljard te besteden. Maar euh... Wie was er nu ook weer verantwoordelijk voor die bankencrisis? (Een tip: het heet niet steuntrekkerscrisis, asielzoekerscrisis of Marc-Couckecrisis.

De staatsfinanciën moeten op orde, vindt de regering. We worden immers gegijzeld door een torenhoge staatsschuld. Die schuld is voor zowat 80 procent in handen van fondsbeheerders en banken, die we grotendeels met z'n allen indertijd gered hebben, weet u nog? Die staan bij ons dus nog in het krijt, zou je denken.

Maar het omgekeerde lijkt waar. We lijden collectief aan een Stockholmsyndroom en aanbidden onze machtige gijzelnemers. Want er zijn sinds de verkiezingen al heel wat beloftes gebroken, behalve één: de belofte om die staatsschuld terug te betalen mét intrest. Daar raakt men niet aan. Financiële beloftes zijn heilig.

Vandaag betalen vooral de gezinnen de rekening van een crisis, die is veroorzaakt door speculanten en grootbankiers. Iedereen moet inleveren via een indexsprong. Nu ben ik zelf ook geen groot fan van een procentuele index, waarbij de laagste lonen kruimels krijgen en de hoogste het meest profiteren.

Maar misschien hebben we geen indexsprong nodig, maar een intrestsprong; dit jaar betalen we de grootbanken en speculanten enkel kapitaal terug, zonder extra intrest daarbovenop. Jullie zijn veel te stout geweest. Geen extra lekkers van Sinterklaas dit jaar.

Welke besparing levert een indexsprong op? 2 miljard? Eén intrestsprong bespaart ons in één klap 12 miljard. Huppekee. Dan zijn we er dus al uit. Kunnen we zelfs nog wat investeren ook. Kan mijn bomma gewoon verder gratis met de bus rijden. En kan Marc Coucke zijn miljard houden.

Het wordt tijd dat niet de banken, maar de burgers weer eigenaar worden van België. Tijd dat we dit land weer omvormen van een financiële constructie om staatsschuld en intrest af te lossen naar een instrument waarmee burgers hun persoonlijke en professionele dromen kunnen waarmaken. Tijd om de burgers te redden. Sorry schuldeisers, jullie zullen de broeksriem wat moeten aanhalen, we moeten eerst onze maatschappij weer op orde krijgen. "Voor onze kinderen."

Het belang van deze samenleving is, kort samengevat, too big to fail.

Dat gaat even pijn doen, maar iedereen zal een inspanning moeten leveren. Zoals Bart zegt, we moeten even door de zure appel heen bijten. Rendementen uit het verleden bieden nu eenmaal geen garanties voor de toekomst. En komaan, 3 procent intrest. Valt mee, toch?

Enfin, ik laat maar even een ballonnetje op...