Direct naar artikelinhoud

Mannen willen ook gratis naar Plopsa

Voor het eerst dienden mannen meer dan vrouwen klacht in wegens discriminatie, zo blijkt uit het jaarverslag van de Vlaamse ombudsdienst voor gender. Hebben mannen langere tenen gekregen of worden ze meer gediscrimineerd? 'Vrouwen lijken het gewoon te zijn.'

Babbelgroepjes of zwemuren for women only, prijsverschillen in discotheken of gratis toegang voor moeders in Plopsaland? Discriminatie, zo vinden de mannen die daarvoor klacht indienden bij de Genderkamer van de Vlaamse Ombudsdienst.

Uit het jaarverslag dat vandaag in het Vlaams Parlement gepresenteerd wordt, blijkt dat van de 22 klachten die dit jaar al werden ingediend bij de ombudsdienst in verband met genderdiscriminatie tien van mannen komen, acht van vrouwen en vier van transgenders. Nu al een duidelijke stijging van het aantal mannelijke klachtindieners ten opzichte van vorig jaar; toen ontving de kamer 20 klachten, waarvan acht van vrouwen, zes van mannen en zes van transgenders.

Andere cijfers dan ze had verwacht, geeft ombudsvrouw Annelies D'Espallier toe: "Ik ging er vanuit dat de Genderkamer echt ter bescherming van de vrouwenrechten zou dienen."

Klaagfeministen

Wel ziet D'Espallier een duidelijk onderscheid in de aard van de klachten die worden ingediend. Zo klagen mannen vooral punctuele ongelijkheden aan, gaande van activiteiten waarop mannen niet toegelaten zijn tot een verschil toegangsprijzen. "De Plopsaland-klacht hebben wij niet als discriminatie beoordeeld, aangezien het om een actie (in samenwerking met 'Dag Allemaal') ten gelegenheid van moederdag, een traditionele feestdag, ging. Maar discotheken die systematisch vrouwen gratis binnenlaten terwijl mannen moeten betalen discrimineren wel degelijk", licht D'Espallier toe.

Vrouwen en transgenders daarentegen klagen eerder structurele ongelijkheden aan, zoals een niet-terugbetaalde borstreconstructie van eigen weefsel, het fel bediscussieerde waterpoloverbod voor meisjes of, in het geval van transgenders, een geweigerde toegang tot openbare toiletten. "Ik heb het gevoel dat vrouwen het gewoon zijn om gediscrimineerd te worden in onze mannelijk georiënteerde samenleving en daardoor minder snel klacht indienen voor ludiekere ongelijkheden", interpreteert D'Espallier de verschillende soorten klachten.

Een interpretatie die bevestigd wordt door Karen Celis, professor politiek en gender aan de VUB. Zij meent dat veel vrouwen minder expliciete vormen van discriminatie vaak accepteren als iets "dat er nu eenmaal bijhoort". "Zij willen niet in het hoekje van de klaagfeministen geduwd worden en dienen pas klacht in als het heel erg misloopt, om hun troeven niet te verspelen." Tegelijk ziet ze het stijgende aantal klachten van mannen als een statement om aan te tonen dat ook zij recht hebben op gendergelijkheid.

Een tegenreactie deels ingegeven vanuit irritatie, meent professor Henk de Smaele. De historicus aan de UA voert onder andere onderzoek uit naar de geschiedenis van mannelijkheid én hij is een van de weinige mannen in dit land die zich met genderkwesties bezighoudt. "Mannelijkheid geldt nog altijd als standaard van onze samenleving; gendergelijkheid zet zich in voor iedereen die daarvan afwijkt. Maar wanneer je een geprivilegieerde groep voorrechten afneemt is het logisch dat bij sommigen de neiging ontstaat zich daar tegen te verzetten."

Volgens De Smaele betekenen de toenemende klachten eerder dat er in het algemeen een grotere gendergevoeligheid heerst dan dat mannen vandaag meer gediscrimineerd zouden worden. Zo plaatst hij een kanttekening bij de klachten die de Genderkamer van mannen ontving. "Veel van die zogezegde ongelijkheden zoals aparte zwemuren zijn juist ontstaan vanuit een zorg voor vrouwen. Je kunt dus betwijfelen of zoiets echt discriminerend is."

Zaak van de politiek

Maar het aanpakken van de structurele ongelijkheid waar onze maatschappij nog altijd rond georganiseerd is - denk aan de loonkloof - mag niet aan de vrouwen en mannen zelf overgelaten worden, meent Celis. "De enige weg om echte gendergelijkheid te bereiken is via de politiek, het beleid. De leidinggevenden en instituten moeten proactief optreden in plaats van te wachten tot vrouwen (of mannen) klacht indienen."