Direct naar artikelinhoud

Zwarte lijst van journalisten wordt steeds langer

Het oppakken van columniste Ebru Umar staat niet op zichzelf: in Turkije komen buitenlandse journalisten, fotografen en cameramensen aan de lopende band in de problemen.

Tot nu toe was de Nederlandse journaliste Fréderike Geerdink het bekendste voorbeeld van hoe de Turkse autoriteiten omgaan met journalisten die berichten over politiek gevoelige onderwerpen zoals de Koerdische kwestie. Geerdink werd in september vorig jaar gearresteerd toen ze een groep activisten volgde in het grensgebied met Irak, waar hevig werd gevochten tussen de verboden Koerdische PKK en het Turkse leger.

Geerdink werd beschuldigd van 'steun aan een terroristische organisatie' en een aantal dagen later op het vliegtuig naar Nederland gezet. Een half jaar eerder was ze nog door een Turkse rechter voor dezelfde aanklacht vrijgesproken, omdat de rechter toen nog vond dat haar werk onder de persvrijheid viel.

Met de uitzetting van Geerdink maakte de Turkse regering duidelijk dat onderwerpen als de situatie in Oost-Turkije en de PKK taboe zijn voor buitenlandse media.

Afgelopen zaterdag kreeg Giorgos Moutafis, de Griekse persfotograaf van de Duitse krant Bild, op het vliegveld van Istanbul te horen dat hij maar beter het eerste vliegtuig terug naar Athene kon nemen. Moutafis heeft onder meer de oorlog in Syrië en de vluchtelingencrisis voor Bild verslagen, maar zijn naam bleek op een 'zwarte lijst' te staan.

Afwijzing

Of er inderdaad een zwarte lijst bestaat, is de vraag. Maar het patroon is duidelijk: buitenlandse journalisten worden zo veel mogelijk in hun werk belemmerd en het land uitgezet. Gistermiddag was het de beurt aan David Lepeska, een doorgewinterde freelancejournalist die lange tijd in Istanbul woonde en veel publiceerde over de strijd in Oost-Turkije voor onder meer The Guardian, The New York Times en Al Jazeera. Hij werd op een vlucht naar Chicago gezet, nadat hem op vliegveld Atatürk de toegang tot Turkije was ontzegd.

De Noorse Silje Ronning Kampesaeter, correspondent voor de Noorse krant Aftenposten, kreeg in november te horen dat haar aanvraag voor een persaccreditatie definitief was afgewezen. Hoewel zij vermoedde dat de afwijzing te maken had met reportages over de gevechten in de oostelijke stad Diyarbakir, kreeg ze van de Turkse autoriteiten geen reden voor de afwijzing. Zelfs protest van het Noorse ministerie van Buitenlandse Zaken had geen effect.

Zonder uitleg

De Deense journalist Claus Blok Thomsen reisde op 9 februari van Kopenhagen naar Istanbul. Thomsen werkt al 19 jaar voor de Deense krant Politiken en had een ticket op zak om door te vliegen naar de zuidoostelijke stad Gaziantep. Hij wilde reportages maken over de situatie in het oosten van het land en over Syrische vluchtelingen. Thomsen bracht een nacht in de cel door, moest zijn telefoon en computer afgeven aan de politie en werd de volgende dag zonder enige uitleg op het vliegtuig terug naar Kopenhagen gezet.

In maart van dit jaar moest Hasnain Kazim, correspondent van het Duitse blad Der Spiegel, na maandenlang getouwtrek met de Turkse autoriteiten toch het land uit. Het is onduidelijk gebleven waarom zijn persaccreditatie en daarmee zijn verblijfsvergunning niet zijn verlengd. Volgens zijn hoofdredacteur heeft Kazim jarenlang bericht over de sociale en politieke ontwikkelingen in Turkije, met een faire, maar kritische blik richting de overheid.