Direct naar artikelinhoud

"Terroristen moeten weerwoord krijgen. Met nadruk op woord"

'Als een visioen dogma wordt, krijg je terreur.' Dat Gouden Uil-winnaar Frank Westerman ooit een boek aan het fenomeen zou wijden, leek in de sterren geschreven, want hij beleefde zowel de Molukse als de Tsjetjeense terreur van dichtbij. 'Deradicaliseren kan.'

Een boek over terreur schrijven, is met vuur spelen. Frank Westerman had het manuscript van Een woord een woord klaar op 13 november 2015. Hij ging die avond met vrouw en dochter eten in een restaurant. Klein feestje toch, tot de sms'jes binnenvielen: in Parijs was de hel losgebroken. Later schreef hij daarover in zijn naschrift: "De volgende dag besluit ik mijn manuscript niet te herschrijven. De actuele noch de toekomstige terreurdaden, ze veranderen niets aan mijn jacht op een weerwoord, waarvan dit boek verslag wil doen."

Dat naschrift lazen enkel journalisten die een eerste drukproef ontvingen. In het boek is het weg: na 22 maart 2016 en Zaventem en Maalbeek schrapte hij het alsnog. "Het laatste wat ik wilde suggereren is: 'Waarvan akte'. Hoe sterk de drang ook was om dat allemaal nog op te schrijven, het was overbodig. Ik heb de actualiteit wel geschaduwd, wegduikend in allerlei portieken, maar ik wilde voldoende afstand houden. Alleen onderstreept de actualiteit mijn boek wel. Er is altijd noodzaak om op zoek te gaan naar weerwoord. Met de nadruk op woord."

Een woord een woord lezend, blijkt terreur van alle tijden te zijn.

"Dat is een interessante gedachte, maar de slagkracht waarmee terreur ons in de jaren 70 geselde, was groter dan wat we nu meemaken. We zijn het alleen vergeten. Tenminste: ík was het vergeten. Maar ik denk niet dat ik overdrijf. In 1970 had je 'Hijack Sunday', met vier vliegtuigkapingen op één dag. Er werden in die tijd tot 30 vliegtuigen per jaar gekaapt.

"Je had de terreur van Al-Fatah, de PLO, de Rote Armee Fraction in Duitsland, de gijzeling van Hanns-Martin Schleyer. En bij ons in Drenthe waren er twee treinkapingen, een schoolgijzeling én de gijzeling in het provinciehuis. Tussen december 1975 en maart 1978 hebben we die vier gebeurtenissen achter elkaar doorstaan. Tot twee keer toe werden passagiers in koelen bloede uit de trein geschoten en een ambtenaar van het provinciehuis uit het raam."

"De daders van die laatste gijzeling afficheerden zich als een zelfmoordcommando dat op het punt stond alle gijzelaars één voor één te executeren. Een van die zelfmoordterrroristen was een schoolgenoot, Dicky Helaha, die tussen kerst en Nieuwjaar 1977 met een collectebus in de Molukse wijk rondging om geld voor wapens in te zamelen. Dat zei hij ook, hè. Een man gaf hem twee Tsjechische pistolen: 'Die mag je alleen voor een goed doel gebruiken', zei hij. Dicky was een slimme jongen, had 6 op 7 voor wiskunde, ging naar de kerk en zat bij mij op school.

"Maar toen Dicky's eisen - een losgeld van 13 miljoen gulden (6 miljoen euro), de vrijlating van alle Molukse gevangenen en een vliegtuig om te vluchten - niet ingewilligd werden, trok hij een zwart doodskleed aan en was hij bereid te sterven. Zo dichtbij was terreur."

Als Dicky vandaag in Molenbeek woonde, zouden we hem een geradicaliseerde jongere noemen.

"Ik heb met ex-treinkaper Abé Sahetapy langs de Maas gewandeld en die zei: 'Het woord radicalisering bestond toen nog niet.' Maar het was hetzelfde. Hij noemde het 'een proces van harding'. Als je zeventien bent, ben je zo kneedbaar als klei en dan versteent iemand plots. En wordt het een verblinding. Dan ben je dus in staat om een trein te kapen waarbij je samen met je kameraden drie moorden pleegt."

Is wat toen gebeurde te vergelijken met de terreur van 2016?

"De verschillen zijn groot, de overeenkomsten ook. De jaren 70 waren, ondanks die treinkapingen, een optimistische tijd. In Nederland was er een ongebreideld geloof in de verbeterlijkheid van de mens. De minister van Defensie was een halve pacifist: hij zei dat hij allergisch was voor uniformen. En de softheid van toen jegens terroristen is bij mijn weten ongeëvenaard. Er was schroom om geweld met geweld te beantwoorden.

"Maar ondertussen zat er van alles scheef en er was een niet-ingeloste schuld tegenover de Molukkers. En in die constellatie is geprobeerd met het woord de kogel te pareren, als in een ongelijk duel. Maar twee gijzelingen zijn zonder bloedvergieten beëindigd. Enkel door die kapers plat te lullen. Dat was uniek, de buitenlandse pers doopte dat de 'Dutch approach'."

In die 'Dutch approach' waren twee psychiaters van groot belang. Henk Havinga en Dick Mulder gingen, elk op hun manier, de onderhandelingen met de Molukse kapers aan. Frank Westerman beschrijft zeer mooi hoe dat ging. Hoe je een ultimatum laat verstrijken. Hoe je hen geen vliegtuigen mag beloven om te vertrekken. Hoe je hen het gevoel moet geven hen te begrijpen. 'Iemand omleggen is altijd een optie. Omlullen is lastiger, maar beter', zegt iemand in Een woord een woord.

Maar dat lukte niet altijd: bij een van de treinkapingen werden in ware commandostijl wagons doorzeefd met steun van vliegtuigen die een luchtgevecht simuleerden. "Het was elf minuten oorlog in Drenthe."

Het gekke is: net omdat die Molukkers het gevoel hadden dat hun strijd en dus hun woorden niet gehoord werden, grepen ze naar de wapens. En door die wapens werden ze dan wel weer gehoord.

"In 1970 was er op de oprijlaan van de ambassadeurswoning van Indonesië een politieagent doodgeschoten. Toen werd er voor het eerst geluisterd. Maar in Den Haag hadden ze op een eiland 'de staat Ambon' uitgeroepen en dat had niets uitgehaald. Die Molukkers, die in 1947-1948 voor onze koningin een vuile oorlog hadden uitgevochten, woonden in barakken en oude Duitse kampen en waren statenloos en statusloos. Pas door geweld ging de politie de dialoog met hen aan.

"Bij die eerste treinkaping vielen doden, onschuldige mensen, maar precies op het moment dat de mariniers de trein wilden bestormen, lieten de kapers zelf de wapens vallen. Ze beslisten onderling geen geweld meer te gebruiken."

U schrijft dat taal de terrorist onderscheidt van de crimineel.

"Men denkt altijd dat taal aan de kant van de beschaving staat en terreur aan de kant van de barbarij. Dat is een vals idee. Terreurdaden hebben onderschriften nodig. Er moet iets worden uitgelegd. Ook vandaag: IS tweet, verzendt videoboodschappen, noem maar op... Er is een verhaal.

"Natuurlijk zijn terroristen criminelen, maar de bankovervaller laat in de kluis geen briefje achter. Die heeft niets te vertellen. Zelfs de zelfmoordterrorist heeft dat wel. En daar begint ook de contraterreur. Ik heb een politie-oefening over onderhandelen gevolgd en daar leerde je dat. Wat is de drijfveer en het motief? Hoe in godsnaam haal je het in je harde kop om zoiets te doen? Waarom?"

In de zoektocht naar die antwoorden zit de ruimte voor onderhandelen.

"Zij willen niet praten, daarom staat Jihadi John met zijn dolk in de woestijn. Maar er is wel weerwoord mogelijk. JFK zei ooit: 'Geweld is in essentie woordloos en begint daar waar het rationele denken en communiceren ophouden.' Toen ik aan dit boek begon, dacht ik dat ook. Maar het is zo onwaar. Blaffende honden bijten niet, zegt men, maar blaffen en bijten gaan juist samen. Hun geweldverheerlijking is gesteund door taal, zij het door poëzie, opzwepende mantra's, Bijbelverzen of soera's. De eerste treinkapers begonnen, voor ze een passagier uit de trein schoten, te bidden tot dezelfde God als die met wie ik was grootgebracht. Nu ja, Samson was de allereerste zelfmoordterrorist uit de geschiedenis, gedragen door God."

Maar zij werden geen fundamentalisten genoemd, anders dan de islamitische terreurverdachten die in Zaventem en Maalbeek toesloegen.

"Waar gaat het fout? Bij de fanatici en de dogmatici. Elke godsdienst die fanatiek beleefd wordt, voert naar de duivel. Maar dat geldt ook voor de goddeloze godsdiensten zoals het marxisme. Ook die dogma's kunnen dodelijk zijn. Zoals er waarschuwingen op sigarettenpakjes staan, zou het niet misstaan op alle boeken met leefregels: 'Dogma's zijn dodelijk'."

Dick Mulder, een van de psychiater-onderhandelaars bij die Molukse kaping, schreef: 'De terrorist verschuilt zich achter een ideaal, hij devalueert zijn medemens, maakt hem tot Untermensch, ten faveure van zichzelf.' Dat is Hitler.

"Ja, maar je vindt dat ook helemaal terug in de ideologie van IS of van Sjamil Basajev (de overleden leider van het Tsjetsjeense verzet die in 2002 onder meer de theatergijzeling in Moskou opzette en later de schoolgijzeling in Beslan, RVP). Het is het uitsluiten van de twijfel. Ze zijn de vijand gaan zien als 'afvallige', die je mag afslachten alsof het varkens zijn. Basajev noemde alle niet-moslims 'afstammelingen van de apen', precies met dat doel: hen wegzetten als een minderwaardige soort die je mag uitroeien. Als je niet meer twijfelt, kun je niet meer om jezelf lachen en kun je niet meer relativeren. Dan zie je ook niet meer wat humor is."

Meteen denk ik aan de Turkse president Erdogan.

"Ja, maar daar staat ook iets anders tegenover: als je het principe van het vrije woord met hetzelfde absolutisme verkondigt, dan word je zelf ook een fanaticus. Ik zeg niet dat je dan een extremist bent, totaal niet, maar heb je dan wel genoeg inbeeldingsvermogen om je eigen principes te relativeren? Ik zal altijd blijven verdedigen dat ik in een land leef waar dat kan, maar ik huiver van iemand die dit principe verheft en aanbidt als was het een absolute godheid."

De vrije meningsuiting heeft ergens een uiterste grens, maar je moet nadenken over wat de gevolgen kunnen zijn? Ook als je voor Charlie Hebdo werkt?

"(denkt even na) Over het algemeen hebben de voorbeelden die ik me van cartoons uit Charlie Hebdo herinner wel altijd verbeeldingskracht en humor. En ik wil in een stad wonen waar Antifa en Pegida op straat mogen komen en uit elkaar worden gehouden. Niet vervolgd worden om wat je vindt en denkt is een pijler die je niet kwijt wilt.

"Alleen staan de mensen die daar dan weer de uitersten van opzoeken niet hoog in mijn achting. De man die voor het paleis hier 'Fuck de koning' riep, zou aanvankelijk worden vervolgd voor majesteitsschennis. Ik ben blij dat dat niet gebeurd is. Maar ik mag wel denken: 'Wat een zielige man dat je dat doet.' En de tekst van die Duitse komiek (Jan Böhmermann, RVP) vond ik nergens grappig. Het was een totaal slappe sketch."

Als correspondent voor de NRC in Rusland was u vlakbij toen er een aanslag op appartementsblokken in Moskou werd gepleegd, en in uw straat werd het theater gegijzeld. Later was er Beslan. Maar het begon in uw eigen stad, in Drenthe. Waarom heeft het zo lang geduurd voor u daar een boek over schreef?

"Al sinds de jaren 90 wilde ik over de Molukse zaak schrijven en ik heb er een hele plank boeken over. Die heb ik allemaal twee keer gelezen, maar twee keer legde ik ze weer weg. Ik wilde het laten bezinken. Het duurde heel lang voor ik wist waarom ik het wilde ontleden.

"Eigenlijk wilde ik vanuit het nu en de terreurdaden van nu over de schouder van de jongere van toen kijken. Toen ik er twee jaar geleden aan begon, had ik 9/11, Beslan, de theatergijzeling en de terreurdaden in Moskou, waar ik de lijken in de plantsoenen zag liggen, als achtergrond. De aanslagen in Madrid en Londen ook, Boko Haram... Die ontvoering van meer dan 200 meisjes door Boko Haram leek ver weg, maar de brutaliteit van mensen die zeggen dat westers onderwijs verboden is, ging me in de weg staan. Ik voelde me aangesproken omdat er geen weerwoord is. Vaak is het antwoord: stuur drones, we will kill them all. Dit boek is een queeste om terrein terug te nemen op dat gevoel van onmacht."

Maar valt er met IS te praten? Zelfs Kenneth Roth, directeur van Human Rights Watch, citeert u: 'IS op humane wijze aanpakken, is zinloos. IS is anders. Met IS is geen dialoog mogelijk.'

"Zelfs het Vaticaan steunt militaire actie. Maar Paul Meerts (Nederlandse professor die wereldwijd betrokken is bij vredesonderhandelingen, RVP) zegt: 'Ooit zullen we met IS praten.' Als het al niet gebeurt. Het principe is simpel: wij zijn beschaafd en we praten niet met barbaren. Dat zei Poetin ook voor die gijzeling in Beslan. 'Niemand heeft het recht te praten met kindermoordenaars.' Maar nadat hij zijn hele cordon interventietroepen had ingezet, bleven meer dan 150 kinderen dood bij die reddingsactie. Allemaal vanuit het principe dat niemand met kindermoordenaars mag praten? Mooi principe, als je er uiteindelijk zelf 150 mee de dood in jaagt door van alle kanten tegelijk te gaan schieten.

"In Rusland heb ik mijn geloof in de kracht van het woord verloren, maar nu ben ik er zeker van dat het zwaard niet zonder de pen kan."

Nog even terug naar Drenthe. Hoe traumatiserend was dat uiteindelijk voor het kind Frank Westerman? En was dat de kiem voor je latere werk als journalist?

"Ik was elf, de verleiding is groot om ja te zeggen, zeker omdat we net toen een musical aan het maken waren die Het vreemde Songfestival heette, waarin ik naast de rol van dirigent ook die van radioverslaggever speelde. Toen kwam de wereldpers in ons provinciestadje...

"Maar ik maakte me toen ik elf was toch vooral zorgen dat als ik keeper ballen zou doorlaten. Al was het natuurlijk grimmig en ook spannend om enkel met een pasje in je eigen wijk te kunnen. Er is veel weg uit de herinnering, maar ik weet nog dat het schoolhoofd op een ochtend binnenkwam en zei: 'Jullie bent al grote kinderen...', waarna hij vertelde dat de leraar handenarbeid in die trein zat. Als kaper."

Dat was niet Abé Sahetapy, die vandaag dichter is. Is hij het beste voorbeeld dat deradicaliseren wel mogelijk is?

"Vast en zeker. Hij komt ook naar de voorstelling van mijn boek. Die man is samen met zijn kameraden veroordeeld voor drie moorden, al blijft hij daar nu over op de vlakte. 'Ik heb me verantwoord tegenover de rechter, dat moet ik nu niet opnieuw doen', zegt hij.

"Hij is na 9,5 jaar cel vrijgekomen en heeft inmiddels vijf dichtbundels geschreven. Ik kan me voorstellen dat je als familielid van de slachtoffers zo'n man de hand niet wil schudden. Maar hij is inderdaad het voorbeeld dat deradicaliseren kan. Hij zegt altijd: 'Als je moord omkeert, krijg je droom.' En ook andersom natuurlijk. Keer je droom om, dan krijg je moord. Als je een visioen laat stollen tot een dogma, krijg je dit.

"En daar zit de sleutel in. Maar hij zegt dat hij vroeger de kans niet gekregen heeft zich te uiten, dat die kans hem ontzegd is. 'Nu heb ik mezelf leren verwoorden', zegt Abé, en zijn gedichten zijn razend interessant."

Frank Westerman zegt er één uit het hoofd op.

'Ik kijk naar mijn handen / Hun werken zijn bijna gedaan

De vlekken die geen water kan uitwissen / kleuren de palmen van mijn handen

Wat brachten ze mij in het leven / Is het de eer of is het de schande?'

En hij besluit: "Dat Abé dat opschrijft, zegt eigenlijk alles."