Belgische bedrijven mogen weer naar Iran kijken
Na het goede rapport voor Iran schrappen de EU en de VS de economische sancties. Een goede zaak voor Belgische bedrijven die al maanden geleden voorbereidingen hebben getroffen om de export naar het land weer op gang te trekken.
"Er zijn nauwelijks hotelkamers te boeken in Teheran", zegt Kris Put over de stroom aan internationale zakendelegaties die de Iraanse hoofdstad bezoeken. Hij werkt er voor Flanders Investment & Trade (FIT), het Vlaamse agentschap dat wereldwijd Belgische ondernemingen bijstaat. Hij begeleidt ook de Waalse en Brusselse dossiers voor respectievelijk de agentschappen AWEX en Brussels Invest & Export.
De interesse van Belgische bedrijven om zaken te doen in Iran is groot. Voor de economiche sancties van kracht waren, telde het exportcijfer van België naar Iran volgens Put 1 miljard euro, tijdens de sancties zat het rond de 3 à 400 miljoen. "Wij hebben een rijke handelsgeschiedenis met Iran. Niet enkel in de petrochemische industrie, maar ook rond bijvoorbeeld infrastructuur en afvalverwerking", zegt Put. "Nu de sancties verdwenen zijn, kunnen de gesprekken weer opgestart worden."
Belgische bedrijven hebben niet gewacht op de opheffing van de sancties om de afgekoelde contacten weer op te rakelen. In oktober vorig jaar zijn vertegenwoordigers van de Haven van Antwerpen naar Iran getrokken om samenwerkingen te bespreken. "Wij hebben tijdens die missie geen enkele overeenkomst gesloten", zegt Antwerpse havenschepen Marc Van Peel (CD&V). "We hebben wel gezegd dat we alles finaliseren zodra de sancties opgeheven zouden zijn."
In november zijn minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) en staatsecretaris voor Buitenlandse Handel Pieter De Crem (CD&V) er op handelsmissie geweest. Met in hun kielzog bedrijven als baggeraar Deme, rederij Exmar, silliconen- en lijmproducent Soudal, specialist in milieutechnologie Waterleau, exportkredietverzekeraar Delcredere, Antwerp World Diamond Centre en ingenieursbureau Tractebel.