Direct naar artikelinhoud

Nieuwkomers spijbelen meer

Anderstalige nieuwkomers spijbelen meer dan vroeger. In vergelijking met vier jaar geleden gaat het om een verdubbeling. 'Het gaat hier vaak om getraumatiseerde kinderen.'

Zo'n 16 procent van de nieuwkomers in het onthaalonderwijs, waar ze een jaar lang Nederlands leren en kennismaken met onze samenleving, was vorig schooljaar minstens 30 halve dagen niet op school. Hun aandeel in het totaal aantal problematische afwezigheden schommelt tussen de 6 en 12 procent, terwijl de anderstalige nieuwkomers slechts 1 procent van de totale schoolbevolking in het middelbaar uitmaken. Dat blijkt uit het jaarrapport onthaalonderwijs van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (Agodi) dat De Morgen kon inkijken.

Agodi geeft aan dat er meerdere oorzaken aan de basis liggen van de problematische afwezigheden. "Naast oorzaken die eveneens voorkomen bij spijbelaars in het reguliere onderwijs, zoals schoolmoeheid, schoolloopbaanproblemen of familiale problemen, vermoeden we dat er ook oorzaken zijn die meer aanwezig zijn bij deze doelgroep", klinkt het. "We denken onder meer aan de precaire leefomstandigheden van vluchtelingen, en in het bijzonder niet-begeleide minderjarigen en de eruit voortvloeiende financiële druk."

Begin mei waren in het basisonderwijs 4.171 anderstalige nieuwkomers. In het secundair ging het om 4.415. Steeds meer nieuwkomers zijn vluchtelingenkinderen. Zo komt de helft van hen rechtstreeks uit oorlogsgebieden als Afghanistan, Syrië en Irak. Het vormt volgens Ann Devos, coördinator onthaalonderwijs bij Katholiek Onderwijs Vlaanderen, een bijkomende verklaringen voor het gestegen aantal problematische afwezigheden.

"Het kan hier gaan om getraumatiseerde kinderen. Als zij 's nachts in bed liggen, spoken de demonen van het verleden door hun hoofd. Het is niet meer dan normaal dat slapen dan niet lukt. Ze kampen bovendien met angsten en depressies. Naar school gaan is dan niet altijd de grootste prioriteit. We slagen er met onze scholen in om hen warm welkom te heten, maar het is niet gemakkelijk om dat aan te pakken."

Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) nam het initiatief om zeven extra traumapsychologen aan te werven om die groep kinderen te begeleiden. Ook de vervolgschoolcoaches, die de nieuwkomers begeleiden na hun eerste jaar in Vlaanderen en ervoor proberen te zorgen dat zij op de juiste plek in het secundair onderwijs terechtkomen, spelen een rol. Waar er in de voorbije jaren telkens tussen de 130 en 160 vervolgschoolcoaches aan de slag waren, is dit nu gegroeid tot 621.

Kort op de bal

"Hun werk zal er ook voor zorgen dat de problematische afwezigheden kunnen dalen", zegt Devos. "Met die extra middelen vanuit de overheid sturen we nu al vervolgschoolcoaches naar de nieuwkomers om met hen te praten en na te gaan waarom ze afwezig zijn. Het zorgt ervoor dat scholen kort op de bal kunnen spelen en er veel meer kan worden gedaan voor de getraumatiseerde leerlingen. Maar het project met de psychologen, dat gerust mag worden uitgebreid, dreigt te stoppen in november."

Crevits geeft aan te geloven in de meerwaarde van het werk van de psychologen. "Kinderen komen uit oorlogssituaties, hebben families achtergelaten of zijn in handen gevallen van mensensmokkelaars. Ik wil bij de begrotingsopmaak van 2018 alles in het werk stellen om de werking van de psychologen te verlengen."