Direct naar artikelinhoud

Hoog tijd dat we beseffen wat goede kinderopvang waard is

Evelien Chiau is freelance schrijfster en werkte drie jaar als begeleider in de kinderopvang. Celia Ledoux is schrijfster, onder andere van Mama en Slaap je al door?

Wanneer een baby in kinderopvang wordt mishandeld, is de kwaliteit van die opvang opeens nieuws. Nochtans zouden we daar veel vaker over moeten debatteren. Kinderopvang moet "toegankelijk en betaalbaar" zijn, met voldoende plaatsen. Wat met tijd en aandacht - ook voor verzorgers?

In ons land is begeleider in de kinderopvang naast knelpuntberoep ook slecht betaald en weinig gewaardeerd. Vreemd, want van 0 tot 2 jaar bouwen de hersenen een blauwdruk waar je levenslang op terugvalt. Je relationele, sociale en intellectuele vaardigheden worden daar uitgebouwd. Unicef, WHO, OESO enzovoort vinden de vroegste opvang de grootste investering waard. Die betaalt zich later het makkelijkst terug. Niet dat geld een overweging moet zijn als er maatschappelijk geluk naast ligt.

Aangezien ruim de helft van de Vlaamse kinderen een deel van hun leven doorbrengen in opvang, is het cruciaal daarin te investeren. Bij het laatste decreet kinderopvang werd de leefbaarheid van de sector dan ook als absoluut streefdoel neergelegd. Helaas spreken hun eigen normen dat idee tegen. Van 1 verzorgster per 6,5 kinderen ging het naar 1:8 of 1:9, met 1:14 op 'rustmomenten'.

Geen ruimte om verlof op te nemen

Die normen zijn alleen leefbaar op papier. Iedereen die ooit voor meer dan één baby op hetzelfde moment heeft gezorgd, weet dat kinderen niet op commando slapen. Laat staan dat ze op commando gevoed, geknuffeld en getroost kunnen worden. Kinderverzorgers stappen bijzonder gemotiveerd in het beroep. Maar je hebt geen WHO, OESO, Unicef of Kinderrechtencoalitie nodig om 1 persoon voor 8 à 14 baby's nonsens te vinden. Geen talloze onderzoeken om te beseffen dat zorg bij grotere druk minder responsief en sensitief wordt. Hardere zorg is een menselijke reactie op onze abnormale norm, die onderzoekers en internationale instanties al jaren naar 1:4 teruggebracht willen zien.

Leen Du Bois van Kind en Gezin (K&G) haalde in haar reactie aan dat de draagkracht van begeleiders voortdurend bewaakt moet worden. Meer nog: ze haalt ook aan dat, wanneer men die draagkracht ziet verminderen, er concrete oplossingen moeten komen. Tijdelijk minder werken, bijvoorbeeld. Laat dat nu net het grote probleem zijn binnen het huidige systeem: er is geen ruimte voor pauze. Kinderverzorgers gaan ziek naar het werk omdat ze hun collega niet alleen willen laten met achttien kinderen. Omdat ze dat niet verantwoord vinden en weten hoe moeilijk het al is met twee. Er is nauwelijks ruimte om de huidige verlofdagen op te nemen. Mede daarom lassen crèches vaak collectief verlof in waarop de crèche enkele weken gesloten wordt, zodat verzorgers hun verlof toch kunnen opnemen.

We praten het voorval in de Schotense crèche natuurlijk niet goed. Maar de werkdruk in de kinderopvang is erg hoog. Dat zorgt er helaas weleens voor dat mensen buiten zichzelf reageren. We weten niet (en zullen dat wellicht nooit doen) wat er in het hoofd van de verzorgster in kwestie omging. Wat we wel weten, is dat de toekomst vormen tijd en aandacht vraagt. Laat dat nu net zijn wat het huidige decreet kinderopvang verzorgers én baby's ontzegt. Wordt het niet stilaan tijd dat we beseffen van welke onschatbare waarde de verzorging en opvoeding van een jong kind is voor zijn of haar toekomst én voor de maatschappij van morgen?