Direct naar artikelinhoud

Waarom Duitsers kritiek op Trump niet sparen

De Duitse politieke leiders nemen plotseling geen blad voor de mond over de Amerikaanse president Donald Trump. Bondskanselier Angela Merkel en vicekanselier Sigmar Gabriel nemen het voortouw in de kritiek. Speelt de verkiezingskoorts op?

Europa wordt op zichzelf teruggeworpen omdat de VS onder leiding van Trump geen betrouwbare partner meer zijn. Daar kwam de boodschap van CDU-kanselier Merkel op neer, toen ze zondag na de G7 een campagnetoespraak hield. Haar woorden gaan de geschiedenisboeken in als de 'biertentrede'.

De SPD-minister van Buitenlandse Zaken, Sigmar Gabriel, deed er nog een schepje bovenop. Trump brengt de vrede in Europa in gevaar, zei Gabriel. Zijn grootste kritiek betrof de wapendeal die de president had gesloten met Saudi-Arabië.

Na het ontwaken moet Trump er gisteren lucht van hebben gekregen dat de Duitse kritiek maar niet ophield. Hij vatte zijn politieke ochtendhumeur in de 140 tekens van Twitter samen: 'We hebben een ENORM handelstekort met Duitsland. Ook betalen ze VEEL MINDER aan de NAVO en defensie. Heel slecht voor de VS. Dat gaat veranderen.'

Waarom benadrukt juist Duitsland de Atlantische storing die zich ontwikkelt tussen de twee helften van het NAVO-bondgenootschap? Is het verkiezingsretoriek? Twee pro-Europese partijen die elkaar in aanloop naar de Bondsdag-verkiezingen van september proberen overtroeven in hun trouw aan de Europese Unie door afkeer van de VS te etaleren? Het zal zeker een rol spelen.

Of zijn de harde woorden een poging van de Duitse politici om Trump in Europa uit te roepen tot Gezamenlijke Vijand en zo de nukkige leiders van de vertwijfelde EU in elkaars armen te drijven? Ook daarin schuilt wellicht een kern van waarheid.

Maar er speelt ook iets anders mee: het voor Duitsland wijdverbreide anti-amerikanisme waar politici in verkiezingstijd graag op inspelen.

De VS zijn natuurlijk van levensbelang geweest voor het opbloeien van het naoorlogse Duitsland. Waar nodig beschermden de VS de Duitsers tegen zichzelf, en de Amerikanen gaven het land zakgeld waarmee het Wirtschaftswunder zich kon voltrekken. Bij de Duitsers leidde dat in de eerste plaats tot diepe dankbaarheid. Nergens in Europa worden Amerikaanse presidenten zo bejubeld als in Berlijn.

Maar binnen de liefde bestond een duidelijke machtsverhouding, waarbij de VS aan het langste eind trokken. Ook daarvan is de Duitse samenleving altijd doordrongen geweest. Het anti-amerikanisme is waarschijnlijk een bijproduct van dat besef: de wetenschap dat de liefde voor de VS geen keuze was, maar een vorm van overleven.

Machocultuur

Het was de linkse studentenbeweging in Berlijn en andere grote steden die zich in de tweede helft van de jaren 60 voor het eerst openlijk tegen de VS keerde. In de decennia die volgden ging mopperen op de VS in een groot deel van de Duitse samenleving behoren tot het vaste borrelpraatrepertoire. Het gemopper betreft meestal de 'machocultuur', het overdreven kapitalisme, het racisme, de vermeende oorlogsmisdaden in Irak en elders.

De laatste politieke leider die het anti-amerikanisme succesvol te gelde maakte tijdens een verkiezingscampagne was SPD-voorman Gerhard Schröder. In de zomer van 2002, op het heetst van de campagnestrijd tegen Edmund Stoiber, verkondigde hij dat Duitsland onder zijn leiding niet deel zou nemen aan de oorlog van Georg Bush in Irak. In de weken die volgden streefde de SPD toen de CDU voorbij in de peilingen.

Schröder won de verkiezingen met dank aan Bush, zo is de in Duitsland breed gedeelde opvatting. Willen Merkel en Gabriel misschien ook een 'Schröder-moment' creëren, door zich af te zetten tegen Donald Trump? Het is niet ondenkbaar.