Direct naar artikelinhoud

'Al sinds onze kinderjaren namen wij ons voor een gezin te stichten. was nu de tijd eindelijk rijp?'

Een kalverliefde die bij elke vakantie opflakkerde. Een jongen en een meisje voorbestemd voor elkaar. Liesbeth (45) mijmert nog over hoe het leven zou zijn met die stoere jongen uit de duinen.

Nu het herfst is, denk ik weer aan hem. De geur van de bladeren herinnert me aan de keren dat mijn grootouders mij in de herfstvakantie meenamen naar de duinen van Schoorl in Noord-Holland, en hoewel ik hippie-ouders had, logeerden we daar in een oud huis van de broederschapskerk met een dominee als leider. Ik was 11. Er stonden lange tafels en wie corvee had, mocht aan het hoofd zitten en moest de tafel dekken en de soep inschenken. Er werden ook psalmen gezongen, ik kende binnen de kortste keren de refreinen, maar meezingen deed ik niet, uit loyaliteit met mijn overtuigd atheïstische ouders. Al snel werd ik door een nieuw vriendinnetje attent gemaakt op de zoon van de dominee: Matthijs. Hij was een stoer, irritant jongetje, een half jaar jonger dan ik. Maar 's avonds, als we ons zelfverzonnen zaklantaarnspel deden, verstopten we ons vaak samen achter hetzelfde struikje en leek het of zijn ogen iets anders zeiden dan zijn stem, zachter waren dan waar zijn plagerijen om vroegen. Hij had toen al de baard in zijn keel en kende de weg in het aardedonker langs alle paden. Ik was meteen verliefd, maar zei niks. Aan het einde van de week, op de ochtend voor ons vroege vertrek, vond ik een briefje onder de deur: ik ben verliefd op jou. Ik rende ermee naar mijn vriendinnetje. Zij was ook verliefd op Matthijs. Maar voor haar deur had hij een smurf gelegd.

"Het hele jaar dat volgde, bracht ik door met dromen. Ik schreef lange gedichten in mijn dagboek over liefde en trouwen en toen we de volgende herfst opnieuw naar Schoorl gingen, zag ik hem nog voor we waren uitgestapt, op de hoogste klimduin. De opwinding die ik voelde, was volslagen nieuw. De allereerste keer verliefd en dan ook nog in het geweldige decor van duinen en bossen en exotische psalmen, al was ik me van die laatste bijzonderheid natuurlijk maar ten dele bewust. Alleen al als ik naar hem keek, ging mijn hart tekeer alsof ik oog in oog stond met een roedel wolven. Van Jantje, een jongetje met een groeiprobleem dat laag in de jongenshiërarchie stond, waardoor hij zo nu en dan aanschoof bij de meisjes, hoorde ik dat Matthijs mij nog steeds leuk vond. En na een hele week om elkaar heen draaien, een week waarin hij tijdens het zaklantaarnspel soms mijn hand pakte als we gillend wegrenden, zogenaamd omdat het spel erom vroeg, belandden we de laatste dag op een bankje in het bos. Voor het eerst waren we samen zonder spel of groep kinderen als alibi. We waren samen omdat we dat wilden, zo dicht bij een jongen was ik nog nooit geweest. Verschrikkelijk spannend was het, we hebben elkaar omhelsd en elkaar verteld dat we verliefd waren.

"De volgende dag vertrokken we weer, ik naar mijn stad, hij naar zijn dorp. We wisselden adressen uit en begonnen brieven te schrijven, twee, drie in de week. Van onze ouders mochten we elkaar iedere maandagavond bellen, maar ik wist niet wat ik moest zeggen en hij zat vaak te schreeuwen naar zijn broertje dat telkens de kamer kwam binnenlopen.

"Aan het einde van de lente werd ik ongedurig, nog een paar maanden en ik zou naar het middelbaar gaan. Matthijs bleef nog een heel jaar in het zesde en met een brief heb ik het uitgemaakt: je bent te jong voor mij. Maar in de herfstvakantie zag ik hem weer en was alles als vanouds. Ditmaal omhelsden we niet alleen, maar zoenden we ook. Na de vakantie logeerde hij een weekendje bij ons en keek zijn ogen uit in ons huis met de wandkleden tegen de muur. Hij sliep op mijn kamer en ik op een veldbed bij mijn ouders. De stoere jongen die in Schoorl elke duin kende, werd in de stad stilletjes, zijn branie was weg. En met de hardheid die twaalfjarige meisjes eigen is, maakte ik het weer uit.

"Dat patroon herhaalde zich een aantal jaar. In de herfstvakantie toen ik 14 of 15 was, bleek hij ineens punk geworden, met een grote hanenkam en legerlaarzen. Op een middag sloten we ons op in mijn kamertje. Mijn oma bonsde op de deur en toen we niet snel genoeg opendeden, stuurde ze hem onmiddellijk weg. Hoe kon ze weten dat wij nog veel te schuchter waren voor seks? Het enige wat hij uitgetrokken had, was zijn trui en schoenen, maar het duurde eindeloos voor hij die ingewikkelde laarzen weer aan had. Pas het jaar erop, toen mijn strenge oma niet meer meeging, zijn we voor het eerst met elkaar naar bed gegaan. Op de fiets reed ik naar het dorp om condooms te kopen. Het was heel fijn met hem, maar weer maakte ik het later uit.

"En toen we 18 waren, vertelde hij in een lang gesprek hoeveel pijn ik hem had gedaan met elke breuk. Daarna zagen we elkaar een tijdje niet. Ik trouwde jong en kreeg kinderen, later kregen we opnieuw contact, maar nu als vrienden. We maakten wandelingen in Schoorl en kletsten op ons bankje.

"In de herfst van 1997 was ik opnieuw een week in het huis van de broederschapskerk. Nu met mijn vijfjarige zoon. Matthijs kwam ook. Samen deden we het zaklantaarnspel, dit keer als begeleiders en weer drong tot me door wat een geweldig paar wij waren. Al sinds onze kinderjaren namen wij ons voor een gezin te stichten, was nu de tijd eindelijk rijp? Matthijs keek me aan en wilde nadenken. Een week later antwoordde hij. 'Liesbeth, ik wil het niet, ik wil niet de oorzaak zijn van je gebroken gezin.' Ik was verdrietig, maar ik snapte hem, ik had het verdiend afgewezen te worden. Als we oud zijn, hoop ik, verhuizen we samen naar een bejaardentehuis en spelen we het zaklantaarnspel met de oudjes."