Direct naar artikelinhoud

Kardinaalsmutsen kleuren de herfst

De kardinaalsmuts is een soort Assepoester-struik: het hele jaar leidt ze een onopvallend bestaan, tot op het einde van de zomer, wanneer de struik als bij toverslag verandert in een adembenemende schoonheid waarbij alles in de directe omgeving verbleekt. Dan verkleurt het blad schitterend roze, oranje, geel tot helrood en paars en verschijnen de merkwaardige bessen.

Het is een beetje zoals de sering of de forsythia of zoals pioenen die ook maar een paar weken per jaar echt de moeite waard zijn. In tegenstelling tot die planten is de bloei van de kardinaalsmuts zelfs nauwelijks te zien. Hij moet het vooral van zijn bessen en herfstkleuren hebben. Toch zou ik hem niet willen missen in de tuin. Een kort maar hevig genot.

Er zijn weinig struiken met zo'n schitterende herfstverkleuring. Niet voor niets noemen de Amerikanen hem de burning bush, de brandende struik. De kogelronde bessen lijken in het begin zowel qua vorm als kleur een beetje op een kardinaalsmuts, al kan men er evengoed de muts van een Turkse pacha of een zotskap in zien. Het zijn kleine gebobbelde balletjes die als kersen in groepjes aan dunne stengels bengelen. Na enkele weken splijten ze als een capsule open en tonen ze, net als een zotskap, de zaden die verpakt zitten in een feloranje of rode zaadmantel die mooi contrasteert met de meestal rode, roze tot paarsrode, soms gele of witte vruchten.

Hij heeft ook opvallende takken en twijgen met vier brede kurklijsten die als de vleugeltjes van een pijl rond de takken zitten. Vooral bij Euonymus alatus zijn die heel goed zichtbaar, maar ook de andere soorten hebben deze eigenaardigheid.

herfstkleuren

Euonymus alatus heeft de meest spectaculaire herfstverkleuring. Hij wordt vlammend rood, een echte burning bush. De groenig rode vruchtjes zijn minder opvallend dan bij de andere kardinaalsmutsen, maar de schilderachtige kurklijsten vormen dan weer een extra troef. Het is een traaggroeiende heester die na een tiental jaar zo'n 2 meter hoog en iets breder wordt. De vorm Compactus wordt op de duur even groot, maar hij lijkt compacter doordat de grotere bladeren dichter op elkaar staan. Voordeel van deze cultivar is vooral dat hij veel rijkere en grotere vruchten draagt.

Ook de inheemse Euonymus europaeus heeft een erg fraaie herfstverkleuring en bovendien ook mooie vruchten die zeer geliefd zijn bij allerlei vogels. Koop wel een cultivar omdat de soort zich nogal onvoorspelbaar gedraagt in de tuin. De soort kan wel gebruikt worden als tussenbeplanting in een gemengde haag. De inheemse kardinaalsmuts wordt een vrij grote struik van een paar meter hoog en breed. Een rijkdragende cultivar is Red Cascade met heel veel donkerroze vruchtjes en oranje zaadhulzen. Fructu-coccineo heeft felrode vruchtjes en Albus heeft heel bijzondere crèmewitte vruchtjes met oranjerode zaadhulzen.

Wie vooral de vruchten wil bewonderen moet Euonymus oxyphyllus of E.hamiltonianus ssp. sieboldianus planten. De vruchten van E. oxyphyllus zijn bijna zo groot als een kers, donkerrood aan de buitenkant en donkerpaars aan de binnenkant, met een helrode zaadmantel. Ook de felrode herfstverkleuring is prachtig. Het is ook een traaggroeiende en luchtige struik die maximaal zo'n 2 meter hoog en breed wordt. E. hamiltonianus ssp. sieboldianus heeft grote roze vruchtjes met oranje zaadmantels en donkerrode bijna zwarte zaadjes. Ze hangen eind september-oktober aan de struik, net op het ogenblik dat het relatief grote blad geel en rood en violet verkleurt. Red Elf is een rijkbloeiende cultivar met felroze vruchten en oranje zaadmantels. Deze soort groeit sneller dan de twee voorgaande soorten en wordt ook veel groter, zo'n 4 tot 5 hoog.

Ook de uit zuidelijk Europa afkomstige Euonymus latifolius en de Japanse E. planipes worden op termijn forse struiken. De grote rozerode vruchten hangen aan heel lange stengeltjes. Ze verkleuren heel mooi paarsrood, al is dat bij E. planipes meestal van heel korte duur. E. sanguineus heeft de grootste vruchten van alle kardinaalsmutsen, bijna een kleine pruim. Ze zijn bloedrood met oranje zaadhulzen en zwarte zaden. Ook de rode verkleuring is heel opvallend en het verkleurde blad blijft heel lang op de struik zitten. Hij wordt na verloop van tijd goed 2 meter hoog.

Ten slotte nog twee zeldzame buitenbeentjes: Euonymus cornutus en E. grandiflorus, twee soorten met een vrij opvallende bloei. Bij E. cornutus zitten de vleeskleurige bloempjes in trosjes bij elkaar en lijken een beetje op de bloemen van de aardappel. De vruchten zijn aanvankelijk niet erg opvallend, tot ze opensplijten en de oranje zaadhulzen zichtbaar worden. De dunne twijgen buigen door onder het gewicht van de vruchtjes. Het is een traaggroeiende soort die ook na jaren nauwelijks groter wordt dan een meter. Met zijn donkergroene, buigzame twijgen en lancetvormig blad lijkt hij een beetje op een bamboe. De herfstverkleuring is minder spectaculair dan bij de andere soorten, maar het voordeel is dan weer dat het blad in een zachte winter groen blijft. Ook E. grandiflorus, die in strenge winters kan te lijden hebben van de vorst, heeft halfwintergroen blad en vrij opvallende witte bloempjes die in grote trossen bij elkaar staan.

wintergroen

Er bestaan ook wintergroene kardinaalsmutsen, die weliswaar de prachtige herfstkleuren moeten missen, maar die dan weer andere charmes hebben. Vooral de bontbladige vormen van Euonymus fortunei zijn erg mooi en uiterst geschikt om een donkere hoek van de tuin wat op te fleuren. Er bestaan veel variëteiten met wit, geel of rozig gepanacheerd blad. Goede variëteiten zijn onder meer Emerald Gaiety, Emerald Charm, Emerald 'n Gold, Silver Queen en Sunspot. Ze kunnen als losstaande struik of als laag haagje, maar ook als klimplant of als bodembedekker worden gebruikt. Ook E. kiautchovicus is een mooie kruipende of klimmende soort die perfect klimop kan vervangen tegen een muur of als bodembedekker. In het najaar krijgt hij roze en oranje vruchten die zeer geliefd zijn bij vogels. E. japonicus is in ons klimaat twijfelachtig winterhard, met uitzondering van de variëteit Robustus. Dit is een heel decoratieve struik met kleine, groene, leerachtige blaadjes en paarsrode vruchtjes. Heel mooi in een formeel stadstuintje.

gemakkelijk

Kardinaalsmutsen zijn niet veeleisend wat de bodemkwaliteit betreft, al lijken de bladverliezende soorten zich beter thuis te voelen op een lichte, goed doorlaatbare grond. Ook de herfstverkleuring zou intenser zijn op lichte grond. Daarom vermengt u op zware grond het best wat scherp zand in het plantgat. Ze geven de voorkeur aan een neutrale tot kalkrijke grond. Van oorsprong groeien kardinaalsmutsen aan bosranden en op open plekken in bossen, dus in matige schaduw. Bij de bladverliezende soorten is de herfstverkleuring het mooist als ze flink wat zon krijgen en ook de vruchtzetting is minder in de schaduw. De wintergroene soorten zijn daarentegen ideale schaduwplanten die zelfs bestand zijn tegen diepe schaduw.

Hoewel kardinaalsmutsen zelffertiel zijn (wat betekent dat één enkele plant volstaat om vrucht te vormen), is de vruchtzetting beter als er meerdere exemplaren van dezelfde soort samen staan. Indien ze te groot worden en je moet snoeien, dan moet dat in september-oktober gebeuren, onmiddellijk nadat de vruchten zijn afgevallen. Ze bloeien namelijk op overjaars hout. Indien je later snoeit of in het voorjaar, snoei je de bloei en dus ook de vruchten weg.

De struik heeft ook opvallende takken en twijgen