Direct naar artikelinhoud

Een medicijn voor gezonde ziekenhuizen

De tijd dat elke Belg een ziekenhuis in de achtertuin had waar hij zowel een appendix als een hersentumor kon laten verwijderen, is voorgoed voorbij. Tenminste, dat is toch wat minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) belooft in haar hervorming van de ziekenhuisfinanciering.

Dat die financiering aan hervorming toe is, staat al een hele tijd vast. Inmiddels zitten twee op de vijf ziekenhuizen in de rode cijfers en willen we het eerste faillissement afwenden, dan moet het systeem dringend herdacht worden. De resultaten van dat denkwerk deed de bevoegde minister gisteren uit te doeken.

Erg concreet werd ze niet, maar de eerste krijtlijnen stemmen de sector alvast positief. De vier essentiële elementen van het plan-De Block.

Ziekenhuis niet langer manusje-van-alles

"Het ziekenhuis zoals we dat vandaag kennen, zal verdwijnen." Grote woorden, maar er zit zeker een kern van waarheid in. De tijd dat je als patiënt zowel voor een heupprothese als voor een complexe hartoperatie naar het dichtsbijzijnde ziekenhuis kon, is voorbij.

Ziekenhuizen zullen de taken moeten verdelen en in netwerken samenwerken. In zo'n netwerk zullen de patiënten alle zorgen kunnen krijgen die ze nodig hebben - van simpele ingrepen tot complexe operaties - maar de kans is reëel dat ze voor sommige behandelingen extra kilometers moeten afleggen. Een logische evolutie, want zowat alle experts zijn het erover eens dat dit de manier is om het hele systeem kwalitatief en betaalbaar te houden.

Er zullen drie soorten ziekenhuizen zijn: basisziekenhuizen, referentieziekenhuizen en universitaire ziekenhuizen. Wat die precies wel en niet moeten/mogen doen, moet nog uitgeklaard worden. Net zoals we nog niet weten hoe die netwerken er precies zullen uitzien.

Dat is allemaal voer voor verder overleg. Overleg dat de sector overigens voor eigen rekening moet nemen. Het is namelijk aan de ziekenhuizen zelf om te bepalen hoe dat nieuwe landschap ingekleurd moet worden. Een werk van langere adem wellicht, maar wel een dat meer kans op slagen heeft.

De juiste prijs

Specialisten die aan de lopende band scans bestellen, om de inkomsten hoog te houden: ook dat zou iets van het verleden moeten zijn. Voor simpele ingrepen komt er een forfaitaire vergoeding. Een blindedarmoperatie zonder complicaties? Daar krijgt het ziekenhuis een vast bedrag voor, waarmee het alles - van overnachting tot verpleegster- of artsbezoek - moet betalen.

Een blindedarmoperatie bij iemand met diabetes? Daarvoor wordt het 'oude systeem' toegepast: een gesloten nationaal budget dat verdeeld wordt tussen de ziekenhuizen. Voor de erg complexe gevallen krijgt het ziekenhuis een bedrag voor de reële, verleende zorg.

Wie hoopte dat deze hervorming het einde van de prestatiegeneeskunde betekent, komt dus van een kale reis terug. Prestaties zullen nog steeds vergoed worden. Bovendien bestaat de kans dat artsen eenvoudige behandelingen zullen voorstellen als complexe ingrepen, en zo dus meer geld binnenrijven.

"Die kans bestaat", zegt gezondheidseconoom Lieven Annemans (Universiteit Gent). "Maar dat is in elk systeem zo. Je moet er vooral voor zorgen dat alle gegevens goed verzameld worden. Zo kun je controleren of iets fout loopt. Hoe beter de informatie, hoe kleiner de kans op fraude."

Kwaliteit belonen

Een uitermate hoge overlevingskans bij borstkanker? Weinig complicaties bij routine-ingrepen? Het zijn allemaal zaken waar ziekenhuizen voor beloond kunnen worden. Wie kwaliteit levert, krijgt een extraatje. De minister zet daarvoor 1 tot 2 procent van haar totale budget aan de kant.

"Een belangrijke stap voorwaarts", meent Annemans. "Dat betalen voor kwaliteit een goede zaak is, hebben we voor het eerst in een rapport geschreven in 2009. Zes jaar lang is met die vaststelling niks gebeurd. Nu komt daar verandering in." Kwaliteit belonen, kan de concurrentiestrijd volgens hem ten goede komen. "Als je bijvoorbeeld de 10 procent beste ziekenhuizen een bonus geeft, dan zal dat andere motiveren om de kwaliteit op te krikken. Ziekenhuizen krijgen nu een stimulans om het goed te doen."

Arts blijft sleutelfiguur

De arts behoudt het volledige zeggenschap over zijn loon. Een loon dat overigens nog steeds zal worden opgedeeld in de 'professionele prestatie' - de echte medische handeling - en 'de praktijkprestatie', waarmee hij infrastructuur of apparatuur moet betalen. Wel moet er transparantie zijn over die tweedeling.

Op termijn zal worden bekeken hoe die 'praktijkkosten' rechtstreeks van het Riziv aan het ziekenhuis kunnen worden overgemaakt en hoe dit integraal deel kan uitmaken van de ziekenhuisfinanciering. Hoe dan ook zal ook dan de arts mogen meebeslissen wat met dat geld gebeurt.

Over de verguisde ereloonsupplementen bleef het gisteren opvallend stil. Patiënten die op een eenpersoonskamer liggen, betalen op dit moment vaak extra. Al betekent dat in de praktijk dat patiënten in zo'n eenpersoonskamer geduwd worden, onder het mom: 'de verzekeraar betaalt toch'. Of er zijn specialisten die weigeren om patiënten te behandelen die niet alleen op een kamer willen.

"Ik blijf er nog steeds voor ijveren om die af te schaffen", zegt Annemans. "Maar eigenlijk is die kwestie hier niet helemaal aan de orde. Sowieso moeten in de nabije toekomst ook de honoraria van de artsen en ook het Koninklijk Besluit 78 (wettekst die bepaalt wat de verschillende zorgberoepen precies mogen doen, sv) nog hervormd worden. Daar zal die ereloonkwestie zeker uitgeklaard worden."

Hoe revolutionair sommige hervormingen ook mogen klinken, in de realiteit zal het vooral een gestage evolutie en een werk van vele jaren worden. Denemarken deed het ons ooit voor. "En zij hadden daar twintig jaar voor nodig", moest De Block tijdens de persconferentie toegeven. "Het was toch even slikken toen ik dat hoorde."

Het wordt dus nog even wachten op dat 'hervormde ziekenhuislandschap'. Al zijn de meeste experts het er over eens dat de eerste goede stap is gezet.