Direct naar artikelinhoud

'De Mia's een populariteitspoll? Natuurlijk!'

Te weinig kleur, te weinig vrouwen, te weinig aandacht voor schlagers. Vorig jaar werd de tiende editie van de MIA's overschaduwd door luide kritiek. Wat is er eigenlijk mis met de MIA's? Het gemor mag verstommen, als we de nominaties bekijken.

Ook benieuwd of Amenra in januari zijn act met vleeshaken in de rug van zijn frontman zal herhalen in primetime op Eén? Het zou zowaar kunnen. De groep wordt vandaag bedacht met drie nominaties. Evenveel als de grote publieksfavorieten Bazart en Warhaus dus. Al doen Oscar and the Wolf (zes nominaties), STUFF. (vijf), Soulwax (vijf), Millionaire (vier) en Coely (vier) het zowaar nog beter.

Bij de MIA's lijken ze ook verrast door de opvallend gedurfde keuzes dit jaar. Gerrit Kerremans, overkoepelend muziekcoördinator bij de VRT, en Wouter Degraeve, coördinator muziekwerking bij Kunstenpunt, zetten al elf jaar samen de schouders onder de MIA's. Beiden tonen zich verheugd.

Mag deurwaarder Van Backlé zich ervan vergewissen dat jullie niet hebben gesjoemeld met de nominaties om een wit voetje te halen bij zeurende muzikanten en journalisten?

Gerrit Kerremans: (lacht) "Absoluut. Als er nu trouwens één band is die met recht en reden 'alternative' genoemd mag worden, dan wel Amenra. Blij dat die groep eindelijk zo vaak erkend wordt."

Wouter Degraeve: "Ik was ook aangenaam verrast door hun drievoudige nominatie. In de categorie 'beste groep' moeten ze zelfs maar één andere act laten voorgaan in stemmen. De mediajury is nochtans heel breed: alle dagbladen, weekbladen, tijdschriften, muziekgerelateerde websites, radio- en tv-zenders schrijven we aan. Ongeveer 165 mensen uit de muzieksector vormen die jury. Platenlabels en professionele muzikanten komen daar - vanzelfsprekend - niet bij kijken."

Hoeveel vrouwen stemmen intussen mee, om maar meteen een heet hangijzer boven te halen?

Kerremans: "Best veel. Ze zijn weliswaar niet in de meerderheid. Maar een jury die uit evenveel mannen als vrouwen bestaat, hebben we ook niet voor ogen. De redacties houden we verantwoordelijk voor de meest geschikte mensen. Geslacht doet er niet toe.

"Overigens is het ook niet zo dat vrouwen spontaan op vrouwen zouden stemmen: dat heb ik vorig jaar mogen merken, toen de commotie rond de blanke en mannelijke MIA's ontstond. Uitgerekend vorig jaar hadden we trouwens het hoogste aantal vrouwen ooit genomineerd. Maar goed: eigenlijk vind ik die discussie niet zo verstandig. Het draait om muziek. In een museum ga je toch ook niet eerst kijken of een mannelijke of vrouwelijke kunstenaar een mooi werk heeft geschilderd om het daarna te beoordelen?"

Over categorieën gesproken: wat is 'alternative' eigenlijk?

Kerremans: "Tja...What's in a name? Groepen die vroeger als alternative beschouwd werden, zijn nu mainstream geworden. Dat is altijd een moeilijk evenwicht geweest bij de nominaties. Maar dit jaar voelt de keuze wel juist aan."

Degraeve: "Vroeger heette die categorie 'rock'. Maar dat zou vandaag ook te beperkend zijn."

Dat is waar. Maar als Tom Helsen plots Lost Frequencies achterna gaat, en bands met elektronica, jazz én hiphop spelen: wat heb je dan nog aan genres?

Kerremans: "Daar heb je een punt. Maar we willen er ook geen Grammy's van maken, met elfendertig muzikale segmenten. Clustergenres als 'alternative', 'dance' en 'urban' zijn nodig, omdat we anders net zo goed élke artiest een prijs kunnen overhandigen omdat die gewoon een nieuwe plaat uitbracht. (lacht)"

Degraeve: "Dit jaar hebben we voor het eerst 'urban' toegevoegd. Die discussie voerden we al enkele jaren intern, maar nu pas vonden we de tijd rijp. We hadden in het verleden anders steeds dezelfde vier namen moeten opvoeren, terwijl er nu een grote verbreding is in dat genre. Sommige mensen vinden dat we wat te laat komen, maar dat betwijfel ik."

De hyperpopulaire en gecontesteerde rapper Damso blinkt evenwel uit in afwezigheid.

Kerremans: "Hij is vooral populair beneden de taalgrens, waardoor hij moeiteloos Vorst uitverkoopt."

Degraeve: "Als inwoner van Brussel vond ik Damso ook een evidentie, maar zijn naam circuleert pas de laatste weken in de Vlaamse media. Dat verklaart zo'n lacune. Nog zo'n heikel verhaal is Vlaanderen. Dit jaar komt Melanie De Biasio bijvoorbeeld nog voor in de lijst, omdat ze tot voor kort in Brussel woonde. Maar nu woont ze in Charleroi... Dus volgend jaar kan ze niet meer meedingen naar een prijs. Dat is vervelend, ja."

Kerremans: "Het zijn natuurlijk ook geen Belgische muziekprijzen, hè. Dan zouden we sowieso met een cultureel spanningsveld zitten: er zijn meer Vlaamse acts die het beter doen in Wallonië dan omgekeerd. Maar het is zeker iets om over na te denken. We hadden de voorbije jaren bijvoorbeeld veel geluk dat Stromae in Brussel woonde. (lacht) Maar als een Waalse act als Alice on the Roof erg populair wordt in Vlaanderen, en niets kan winnen omdat ze niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest huist, zit ik daar ook mee verveeld."

Bert Dockx van Flying Horseman vertelde me eens dat de MIA's geen staalkaart voorleggen van de beste muzikanten in ons land. 'Het is een rare mix van een populariteitspoll en een muziekwedstrijd.' Heeft hij gelijk?

Kerremans: "Eigenlijk wel. De MIA's zijn meer een populariteitspoll dan een kwaliteitsmeter. We pretenderen ook niets anders. Of we zouden collega-muzikanten moeten vragen om alle sectorprijzen te bepalen. Alleen: daar is geen beginnen aan. Bovendien moeten de MIA's vooral aantonen wie de meest verdienstelijke en populaire artiesten van het voorbije jaar waren. Een MIA Academy, opgezadeld met een godscomplex, die zal bepalen wie de béste van de klas is, zie ik echt niet zitten. Die pretentie hebben we niet."

Degraeve: "Wat ook mee in de kaart van de critici speelt: als je slechts vier genomineerden naar voren kunt schuiven, betekent het in Vlaanderen dat je minstens tweehonderd acts tekort doet. Ik vind zelf ook dat een aantal artiesten te snel genomineerd wordt, op basis van naam in plaats van kwaliteit. Er is dus altijd een plus en min aan een verhaal waar prijzen aan verbonden zijn. Wie wint, vindt het vaak evident. En wie niet genomineerd is, staat op zijn achterste poten. Zoals Wannes Cappelle zelf nog toegaf: 'Vroeger stond ik ook aan de zijlijn te mokken omdat alleen de populaire groepen aan bod kwamen. En plots word je dan zélf genomineerd.'"