Direct naar artikelinhoud

De vrouw die het ware gelaat van IS toonde

De videobeelden die Haya Alali (26) van onder haar nikab maakte in Raqqa, de hoofdstad van IS in Syrië, gingen de hele wereld rond. Ze vertelt ons haar verhaal in Frankrijk, waar ze haar leven ook al niet meer zeker is.

Ze toont de laatste dreigmail die ze via Facebook kreeg. "Ongelovige bitch, we krijgen je wel te pakken. IS is overal. Ga jij ons misschien leren wat religie is? Jij, die ongelovigen verdedigt?"

Twee weken geleden nog hackten IS-militanten de website van het Maison des Journalistes, de organisatie die in Parijs onderdak verleent aan gevluchte journalisten en waar ook Haya Alali nu even woont.

"IS is echt overal", zegt ze. "Ik weet niet hoe ze zo snel zijn te weten gekomen waar ik ben." Of ze niet bang is? "Neen", zegt ze kort, en steekt nog een zelfgerolde Marlboro tussen haar lippen. Aan haar eigen gevaar en veiligheid maakt ze liever geen woorden vuil. "Ik ben maar een radertje in een groot geheel."

Wie dezer dagen aan Raqqa denkt, denkt niet aan vrouwen zoals Haya Alali: vrijgevochten, moslim maar nauwelijks praktiserend, universiteitsdiploma in de ene hand, sigaret in de andere. De beelden die de stad oproept, zijn diegene die de wereld in worden gestuurd door IS, als propaganda voor het kalifaat. Lachende kinderen, goedgevulde winkelschappen en marktkraampjes, aangeharkte grasperkjes en vaders met zonen in pretparken.

Maar ook: amper vrouwen en zij die wel te zien zijn, dragen een nikab, al dan niet met sluier die ook de ogen bedekt. Toch lijkt iedereen tevreden, of op z'n minst niet ontevreden met de aanwezigheid van IS.

De beelden die Haya Alali vorig jaar stiekem maakte in haar stad, ademen een heel andere sfeer. Stuurs kijkende, zwaar bewapende mannen met baarden, vrouwen in nikab met kalasjnikov over de schouder die met hun kind op weg zijn naar een speeltuintje. Soepkeukens, met ellenlange rijen wachtende jongens en oudere mannen, spreken het verhaal van economische welvaart dat IS ophangt, tegen.

De video's die Alali onder een schuilnaam op YouTube postte, gingen de wereld rond en werden miljoenen keren aangeklikt. Het waren de eerste beelden van het dagelijks leven in Raqqa, een stad die, afgesloten van de rest van de wereld, door IS wordt geregeerd als een politiestaat.

Gedoogd betogen

Dat net Raqqa in de chaotische eerste periode van de revolte tegen de Syrische president Bashar al-Assad het tot de hoofdstad van het Syrische deel van het kalifaat schopte, is niet helemaal toeval. IS greep er de macht niet van de ene op de andere dag, maar vond er een ideaal speelterrein om het extremistische gedachtegoed op uit te oefenen. Net als in de rest van Syrië was in 2012 de strijd ook hier er een tussen het leger van Assad, het Vrije Syrische Leger, een groep niet-gelieerde organisaties, de extremisten van Jabhat al-Nusra en - toen nog - ISIS (Islamitische Staat in Irak en Syrië).

In maart was de stad bevrijd van alle Assad-elementen, maar begon het conflict tussen de rebellen zelf. ISIS was beter bewapend, had meer geld om strijders uit te betalen en was nietsontziend. In een mum van tijd hadden de extremisten komaf gemaakt met de andere organisaties: velen vluchtten, anderen liepen over. Toen bijna de hele Raqqa-afdeling van Jabhat al-Nusra zich overgaf aan ISIS, was de winnaar duidelijk.

En toch, zegt Haya Alali, was er in die tijd nog protest mogelijk. "Tot eind 2013 betoogden we nog, tegen Assad, maar ook tegen Daesh (de Arabische afkorting voor IS; AE)."

Dat de militanten van ISIS lieten begaan - iets was nu onvoorstelbaar is - blijkt uit beelden van betogingen in Raqqa. Op een van die filmpjes is ook Haya Alali te zien in een groep jonge manifestanten. Ze loopt klappend over straat en roept luid "Daesh, Assad, ga weg uit Raqqa!" Het is een betoging tegen de vernieling van een kerk en geen van de vrouwen draagt een nikab, een enkele heeft een hoofddoek op. Een vriend van Alali zegt in de camera: "Hier in Raqqa maken we geen onderscheid tussen moslims en christenen, zelfs niet op de begraafplaats."

Vanuit een auto houden IS-militanten de betoging nauw in de gaten. Uitdagend loopt Alali langs hen en roept "Vrijheid voor allen!"

Van kwaad naar erger

Haya Alali heeft haar strijdvaardigheid overgeërfd van haar ouders, een apothekeres en een econoom die al in de clinch lagen met Hafez al-Assad, de vader van de huidige president. Geruchten over het reilen en zeilen binnen de Assad-clan zijn er genoeg, maar als je eigen familie erbij betrokken is, maakt dat de roddels onmiddellijk wat minder sappig.

"Mijn oom was chirurg en afdelingshoofd in een ziekenhuis in Damascus", vertelt Alali. "De manager van dat ziekenhuis was Bushra al-Assad, de zus van de huidige en dochter van de vorige president.

Zij wilde, maar mocht niet trouwen met Assaf Shawkat, de latere machtige chef van de inlichtingendiensten. Daarop begon ze een relatie met mijn oom.

"Maar de relatie tussen Shawkat en de Assads verbeterde, zodat Bushra toch met hem trouwde. Mijn oom voelde snel de gevolgen: hij werd bestempeld als tegenstander van het regime en moest het land uitvluchten."

Het waren de ouders van Haya Alali die de rekening kregen gepresenteerd: veiligheidsdiensten vielen voortdurend binnen in hun huis, vader en moeder moesten urenlange verhoren doorstaan. "Dan is het toch niet vreemd dat ik word opgevoed in een anti-Assad-sfeer", lacht ze.

Alali kwam tijdens de protesten tegen Assad vaak in aanraking met de politie. Maar nadat het regime was verdreven uit Raqqa, merkte ze snel dat activisme tegen IS veel harder werd bestraft dan protest tegen Assad.

Tijdens de manifestatie tegen de vernietiging van een kerk, werden ze niet alleen in de gaten gehouden door IS-strijders, maar ook gefilmd. "Ze hebben de manifestanten hard aangepakt. Twee van mijn vrienden werden gevangen genomen en gefolterd. Twee van hen zijn nog vermist, een andere werd gedood. Het was duidelijk dat Raqqa het ene kwaad had vervangen voor iets wat veel erger was."

Ook voor Haya Alali werd de grond te heet onder haar voeten. Vrienden en familie maanden haar aan wat voorzichtiger te zijn in haar protest tegen IS. Ze was gefilmd en de extremisten zouden haar overal kunnen herkennen en oppakken.

Toen de eerste dreigementen kwamen, en een poging tot ontvoering mislukte, besliste ze te vluchten naar Turkije. Vandaar trok ze naar Dubai, waar haar ouders een tweede verblijf hadden. "Maar ik voelde mij niet er niet goed bij, ik vond dat ik Raqqa in de steek had gelaten."

Bastion van extremisme

Tot eind 2013 zou nog betoogd worden tegen IS én tegen Assad. Daarna maakte IS komaf met alle tegenstanders. Op 17 januari 2014 riepen de extremisten het kalifaat uit in Raqqa, meer dan een halfjaar vroeger dan de afkondiging van het kalifaat in Syrië en Irak.

IS voelde dat de tijd rijp was om hun versie van de sharia op te leggen aan de stad. Raqqa werd afgesloten van de buitenwereld, een bastion van extremisme en intolerantie voor alles wat als westers werd gezien. De eerste beelden van stenigingen gingen de wereld rond, nog ongelovig bekeken, lacherig bijna. Dit kon toch niet waar zijn? Net zoals de taliban in Afghanistan had ook hier een bende fanatiekelingen voet aan grond gekregen.

Er volgden nog meer opnames van openbare straffen: handen die afgehakt werden, stokslagen, onthoofdingen. Om sigaretten die werden gerookt, alcohol die werd gedronken, gebedstijden die niet werden gerespecteerd, of vage beschuldigingen van onnatuurlijk gedrag, in IS-taal zowat altijd een synoniem voor homoseksualiteit.

Grote, zwarte spandoeken van IS domineerden voortaan het straatbeeld. Winkels moesten gesloten worden tijdens het gebed. Muziek was helemaal verboden, net als strakke jeans voor jongens. Vrouwen moesten voortaan volledig gehuld gaan in een nikab, stond op de geboden en verboden die de organisatie op verschillende plaatsen in de stad hing.

Een maatregel waarvan Haya Alali gretig zou gebruikmaken. In Dubai besliste ze om terug te keren. "Ik vond dat de wereld moest weten wat er in Raqqa gebeurde", zegt ze. "Dat kon ik nu doen in een nikab, zonder dat ik herkend zou worden. IS-strijders mochten geen vrouwen fouilleren, dus kwam ik de stad zonder problemen in."

De eerste keer

Haya Alali knipte in de achterkant van een kleine handtas een gat dat groot genoeg was voor de lens van een kleine GoPro-camera en zette de gekartelde rand af met siersteentjes. Ze stopte de camera in haar handtas, trok de nikab over hoofd en begaf zich op straat. "Niet dat het zo gemakkelijk was", lacht ze. "De eerste dag op straat al waaide mijn nikab alle kanten uit. Ik had het benauwd, voelde mij gevangen. Ik had nog nooit zo'n kledingstuk gedragen."

Dat het snel mis ging, blijkt ook uit de beelden die ze maakte. Op een van haar filmpjes is te horen hoe ze wordt gesommeerd door twee IS-militanten in een auto, hoogstwaarschijnlijk leden van de religieuze politie. Ze moest zich beter kleden, zei een van de mannen. Haar nikab was transparant, ze konden bijna haar gezicht zien. "Allah houdt van bescheidenheid", klonk het nog.

Haya Alali, die in het dagelijks leven niet op haar mond is gevallen, toonde zich van haar nederigste kant, zei dat ze dat niet met opzet had gedaan en beloofde dat ze snel iets anders zou aantrekken. "Ik voelde meteen dat ieder protest mij zuur kon opbreken", zegt ze.

Raqqa was in korte tijd een andere stad geworden. Angst en terreur regeerden. De scholen? Gesloten. De drie kerken van de weinige christenen in de stad? Afgebrand. De christenen? Degenen die niet weggevlucht waren, betaalden braaf de belasting die IS oplegde aan andersgelovigen: duizend dollar per jaar per familie. De jongeren? Vertrokken naar ofwel het Vrije Syrische Leger ofwel gevlucht naar het buitenland.

Raqqa was overspoeld door vreemdelingen: Irakezen, Egyptenaren, Tunesiërs. Ook een pak uit Europa, zegt Alali. Al is niet duidelijk uit welk land, maar zeker Fransen. Als het geen strijders waren, ging het om hele gezinnen die zich kwamen installeren in het islamitische kalifaat. Haya Alali: "Het huis van mijn ouders, die naar Turkije zijn gevlucht, is nu bewoond door Oeigoeren."

Nikab met AK-47

Een van de bekendste scènes die Haya Alali filmde, was er een in een internetcafé voor vrouwen - vrouwelijke jihadgangers skypeten met hun familie in Frankrijk. Dat ze nooit meer ging terugkeren, zegt een vrouw in nikab tegen de microfoon. "Maak jezelf daar maar niets wijs."

Een vijftal keer kan Haya Alali vanuit Raqqa naar Turkije reizen om daar haar opnames op het internet te plaatsen. De voorzieningen in Raqqa lieten niet meer aan iedereen toe om online te gaan. Maar wanneer IS in mei 2014 de Al-Khansa-vrouwenbrigades opricht, wordt het opnieuw te gevaarlijk voor haar. Deze vrouwelijke agenten in nikab met AK-47 schuin over de schouder, mochten wél vrouwen fouilleren.

Alali's reisjes naar Turkije beginnen op te vallen. Terwijl IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi zich opmaakte om vanuit Mosoel het islamitische kalifaat in Syrië en Irak af te kondigen, kreeg Alali de eerste dreigmailtjes binnen. Foto's van onthoofdingen en boodschappen waarin iemand zei dat haar hetzelfde lot stond te wachten. Kennissen die zich hadden aangesloten bij IS en die haar begonnen te achtervolgen. "Ik wist dat mijn leven in gevaar was en dat ik mijn familie ook in gevaar bracht."

Ze vluchtte een tweede keer, opnieuw naar Turkije. Van daaruit, nadat ze contacten had gelegd met een aantal Franse journalisten, naar Frankrijk.

Haya Alali werkt, na de fragmenten die ze postte op het YouTube, aan een langere documentaire, zegt ze. "Mensen vergeten snel. Ik wil met mijn beelden blijven herinneren aan hoe Raqqa in de greep wordt gehouden door een bende gehersenspoelde gekken. Zet een dak boven de stad en je hebt een perfecte psychiatrische instelling. Zonder behandelende dokters, weliswaar."