Direct naar artikelinhoud

'Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dat is de basis'

Schrijver Orhan Pamuk stamt uit een zeer Europa-gezinde familie, en zal altijd de Europese waarden verdedigen. Zonder broederschap gaan ook vrijheid en gelijkheid verloren, zegt de Turkse Nobelprijswinnaar.

Op het terras van de villa waar Orhan Pamuk zich 's zomers terugtrekt, staan twee tafels, beide in de schaduw. De ene is om aan te schrijven, de andere voor interviews, zegt de auteur, en wijst precies aan hoe we zullen gaan zitten. Maar eerst maakt hij een foto van zichzelf en de bezoeker, een selfie met op de achtergrond de zee en daarachter het uitdijende Istanbul. We bevinden ons op Büyükada, een van de Prinseneilanden in de Zee van Marmara, en het is alsof de rust en de afstand vanzelf een beschouwer maken van de schrijver. Pamuk heeft notities gemaakt over 'Europa', een woord waarin voor de Turken alle spanning tussen Oost en West ligt samengebald, en als hij begint te praten, doet hij dat als de componist van een literaire tekst. "Dit moet misschien een alinea naar boven", zegt hij als een aspect naar zijn gevoel te laat ter sprake komt. Ook zegt hij soms 'komma', waar hij denkt dat dat leesteken op zijn plaats is. Vragen en interrupties zijn toegestaan, maar de Nobelprijswinnaar blijft de regie houden.

"Ik kom uit een hogere middenklassefamilie in Istanbul, die zeer seculier was. Niet atheïstisch - als je het hen zou vragen, zouden ze zeggen dat ze moslim waren. In tijden van nood riepen ze 'Mijn God, help me', maar ze volgden de religieuze voorschriften niet en ze voelden zich niet beperkt door de regels van de islam. Negatieve gedachten over het geloof hadden ze evenmin, hooguit over agressieve gelovigen die hen de les wilden lezen. In die tijd werden die nog niet aangeduid als 'islamisten', het waren gewoon al te vrome, agressieve gelovigen. Vooral de manier waarop zij omgingen met de positie van de vrouw werd bij ons in de familie niet gewaardeerd en gezien als onontwikkeld en reactionair - typisch lagere klasse."

Vroeg weduwe

"Mijn grootmoeder, die in de Ottomaanse tijd was opgeleid tot geschiedenisdocente aan de middelbare school, was vroeg weduwe. Ze beheerde het vermogen dat mijn grootvader had nagelaten, bracht vier kinderen groot en was overtuigd prowesters, pro-Europees. Thuis reciteerde ze werk van de grote dichter Tevfik Fikret, de vader van de moderne Turkse poëzie - Fikret was positivist, bijna atheïst, en verwikkeld in een publieke twist met een andere dichter, Mehmet Akif, bekend van het Turkse volkslied. Hun gevecht van honderd jaar geleden is het gevecht dat nog steeds gaande is: moderniteit, secularisme, individualiteit en Europa versus islam, nationalisme en antiwesters denken. En ik zeg daarbij dat Afik een hoogstaand en integer man was.

"In mijn familie - dit gold ook voor mijn moeder - was het een gevleugeld woord. Als er een dilemma beslecht moest worden, zelfs al ging het maar om een recept, dan was altijd het beslissende argument: 'Dit is hoe ze het in Europa doen'. Einde discussie. De films die we zagen, waren Europees, de romans die we lazen, waren Europees, als we daar ook de Russen onder scharen. Europa was alles.

"Nu moet ik iets zeggen dat samenhangt met de historische roman die ik aan het schrijven ben, spelend in het jaar 1900. Na de Industriële Revolutie produceerde Europa zoveel meer dan andere landen, en was het militair en demografisch zoveel sterker, dat de Europese macht eindeloos leek. De Europese landen aten de hele wereld op. En ik wil weten welk effect dat had op de onderworpen of gekoloniseerde landen."

"Neem India. Daar was het één van tweeën: of men haatte de Europeanen, of men was blind verliefd op hen. Deze mensen konden dingen die niemand anders kon, oppermachtig waren ze, onoverwinnelijk, goden bijna. Die verliefdheid is heel belangrijk als we willen begrijpen wat nog steeds speelt, ook in Turkije. Onze intellectuelen, die zich spiegelden aan Europa, leden in feite aan een minderwaardigheidscomplex, om een al te gemakkelijke psychologische term te gebruiken. Hun verliefdheid had een zekere naïviteit, en natuurlijk werd die gehekeld en belachelijk gemaakt door de nationalisten - zoals op dit moment weer gebeurt, zelfs meer dan ooit.

"Hoe bereikte de moderniteit niet-westerse landen? Ze werd door de kolonisator, samen met de lokale elite, opgelegd aan de bevolking, die zich daar uit religieus oogpunt tegen verzette, in het ene geval meer dan het andere. In India ging het om de Britse kolonisator, geholpen door schaamteloze collaborateurs, en een boze, maar ongeorganiseerde bevolking."

Islam als struikelblok

"Turkije is een ander geval, het land is nooit gekoloniseerd geweest, dat maakt zijn situatie uniek. Maar de modernisering die onder Atatürk werd ingezet, was ook een opgelegde modernisering. Atatürk deed dat omdat het goed zou zijn voor het land, en dat was het. Maar het is moeilijk gebleken de verworvenheden in stand te houden in een democratie, want de basis ervan werd gevormd door het leger en de bureaucratie, niet door het verlangen van de bevolking.

"De Turkse elite zag de islam als struikelblok op weg naar de moderniteit, en inderdaad is elke religie tot op zekere hoogte een struikelblok, omdat zij zich altijd verzet tegen de aantasting van haar politieke macht. Atatürk brak de macht van de geestelijkheid met behulp van het leger, niet via de stembus. Daarin was hij overigens niet uniek, dat gebeurde in veel landen. Maar bij de bevolking, die arm was en conservatief en niet profiteerde van de modernisering en de integratie met Europa, leidde dit tot wrok. We hebben het over de tweede helft van de negentiende eeuw, en de huidige term 'globalisering' werd toen niet gebezigd, maar de processen waren dezelfde.

"Onder niet-westerse intellectuelen leidde de dominantie van Europa tot de vraag: wat hebben zij dat wij niet hebben? Moderniteit, kapitalisme, vrijheid voor de burger, democratie - er is geen beschaving op aarde die zo werd bewonderd als de Europese. Op de vraag 'Waarom gebeurde dit niet bij ons?' kwam elke decennium een ander antwoord, maar er was één constante: in Europa beschikte men over individualiteit."

Virginia Woolf

"Bij dat woord zien wij een op zichzelf staande persoon, alleen in een kamer, beschermd niet door familie of clan of dorpsgenoten, maar door grondwettelijke rechten. Deze persoon is het product van de westerse beschaving. En van educatie. Educatie betekent: steeds verder gaan in het alleen-zijn, door je eigen beslissingen te nemen. De Europeaan had, om met Virginia Woolf te spreken, 'a room of his own'.

"Dit is allemaal terug te voeren op de idealen van de Franse revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dat is de basis van Europa. Maar ik maak me grote zorgen over wat resteert van deze erfenis. In 2015 zag ik hoe Duitsland een miljoen vluchtelingen accepteerde, terwijl andere EU-landen het volledig lieten afweten en wij in Turkije 2,5 miljoen vluchtelingen opvingen. Als je Syrische vluchtelingen niet als mensen behandelt, waar is dan de broederschap? En geef je de broederschap op, dan verdwijnt ook de vrijheid en de gelijkheid. Je kunt je vrijheid en gelijkheid niet in stand houden door muren op te trekken, dat is daarmee totaal in tegenspraak. Broederschap die zich beperkt tot de eigen clan is geen werkelijke broederschap. Zeker, de hoofdpijn van de buurman raakt ons meer dan de kanker van een onbekende in China, maar dat doet niets af aan het concept van broederschap. Als er mensen in nood aan je grenzen staan, heb je een verantwoordelijkheid.

"Er heerst angst voor islamisten. Natuurlijk. Maar de dreiging die van hen uitgaat, wordt overdreven en de oorzaak ervan wordt misverstaan. Het is afschuwelijk wat ze doen, schrijf vooral op dat ik dat heb gezegd, maar het geweld in Syrië, Irak en andere landen is het gevolg van territoriale conflicten, hoezeer men ook de taal hanteert van geloof versus ongeloof.

"Als je de Europese kranten leest, dan krijg je de indruk dat krankzinnige en rabiate fundamentalisten - en dat is wat ze zijn - hun daden plegen uit pure bloeddorst, maar zo is het niet. Niemand vraagt zich af wat er gebeurt in de Syrische of Libische dorpen die worden gebombardeerd door Franse of Amerikaanse vliegtuigen, geen journalist is erbij, geen krant schrijft erover. Maar in het brute geweld van IS zien we het antwoord op wat er in die dorpen is aangericht. Ja, de islam levert de retoriek, maar de islam is niet de oorspronkelijke oorzaak."

In het werk van Orhan Pamuk vormt de culturele en religieuze identiteit van Turkije een thema, wellicht het explicietst in zijn roman Sneeuw en in de essays in zijn bundel De andere kleuren.