Direct naar artikelinhoud

Macrons strijd treft persvrijheid

De wet op de persvrijheid schiet volgens de Franse president Emmanuel Macron tekort om fake news de wereld uit te helpen. Hij kondigde op een nieuwjaarsevenement voor de pers aan dat hij aan een aanvullende wet werkt om nepnieuws in verkiezingsperiodes te bannen.

In de lente van vorig jaar, een paar dagen voor de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen, kruisen Marine Le Pen en Emmanuel Macron de degens. Tijdens dat debat zegt Le Pen plots: "Ik hoop dat we binnenkort niet moeten vernemen dat u een offshore bankrekening heeft op de Bahamas." De berichten over die geheime rekeningen circuleerden toen al een tijdje op het internet, maar klopten niet.

De Amerikaanse onderzoeker Ben Nimmo van het Digital Forensic Research Lab constateerde dat er duizenden 'bots' actief waren om valse verhalen over Macron te verspreiden. Bots zijn geautomatiseerde Facebook- of Twitter-accounts die veel berichten retweeten. Nu hij president is, wil Macron fake news bannen.

En hij oordeelt dat de Franse wet op de persvrijheid van 1881 daarin tekortschiet. Die bepaalt nochtans dat personen of bedrijven die met kwaad opzet valse feiten publiceren, verspreiden of reproduceren een boete riskeren van 45.000 euro. De nieuwe wetgeving zou enkel gelden tijdens de verkiezingsperiode en zou vooral betrekking hebben op sociale media. Zo pleit Macron voor meer transparantie. Hij wil dat mensen kunnen zien door wie gesponsorde berichten op sociale media betaald worden.

Bovendien denkt hij aan een financieel plafond voor verkiezingsboodschappen die verspreid worden via sociale media. Het moet ook mogelijk zijn om valse berichten te verwijderen en websites die fake news verspreiden te blokkeren.

Destabilisering

Hij wil daarnaast de Franse mediaregulator CSA meer slagkracht geven om op te treden tegen "elke poging tot destabilisering" door tv-stations die gecontroleerd of beïnvloed worden door buitenlandse mogendheden.

De aankondiging deed bij gastprofessor Paul Quinn (VUB), die zich verdiept in privacy, recht en technologie, de wenkbrauwen fronsen. "Persvrijheid impliceert net dat er vrijheid is om gevoelens en gedachten openbaar of kenbaar te maken zonder dat de overheid zich daar mee bemoeit."

Professor Quinn vreest dat het voorstel van Macron de liberale democratie helemaal niet beschermt. "Integendeel, wie bepaalt in zo'n klimaat wat fake is of niet?"

Je kunt feitelijk achterhalen dat paus Franciscus nooit zijn steun heeft uitgesproken voor Donald Trump. Maar er zijn ook mensen die niet geloven in de opwarming van de aarde. Quinn: "Is dat ook fake news? En moet je zulke berichten dan verwijderen?" De expert is ervan overtuigd dat het huidige wetgevend kader gewapend is tegen fake news.

"Uit onderzoeken blijkt dat het heel moeilijk is om op te treden tegen fake news", zegt docent nieuwe media Ike Picone (VUB). Hij vindt dat we voorzichtig moeten zijn met onze focus op de impact van valse berichten. "Het is niet omdat valse berichten een groot bereik hebben dat ze ook een grote impact hebben. We mogen burgers op dat vlak niet onderschatten."

Dynamiek

Met zijn voorstel schiet Macron de essentie voorbij. "De dynamiek op sociale media waarin politici rechtstreeks communiceren met hun achterban, waarbij bots boodschappen versterken en waarbij het moeilijk is om het overzicht te behouden zijn veel gevaarlijker dan het deelaspect van fake news", waarschuwt Picone. Ook hij vindt dat het initiatief van Macron gevaarlijk veel naar censuur neigt.

De Fransen zouden een deel van hun persvrijheid opgeven voor een probleem dat je niet op nationaal niveau opgelost krijgt. "Sociale netwerken stoppen niet aan landsgrenzen, dat hebben de valse berichten uit Rusland ondertussen bewezen. Ik vrees dat je dit probleem enkel op supranationaal niveau en in samenwerking met de sociale platformen kunt oplossen", besluit professor nieuwe media Michaël Opgenhaffen (KU Leuven). De Europese Commissie maakte eind vorig jaar budget vrij om een EU-taskforce op te richten die nepnieuws signaleert.