Direct naar artikelinhoud

De zelfmoordlijn staat roodgloeiend

Het aantal oproepen naar de zelfmoordlijn blijft stijgen. Elke dag bellen, mailen of chatten 41 personen met de vrijwilligers. Die krijgen elke week vier personen aan de lijn die op het punt staan een einde aan hun leven te maken. De preventiewerkers willen nu ook sociale media afspeuren naar berichten van suïcidale gebruikers.

Vorig jaar hebben de vrijwilligers van de zelfmoordlijn 14.559 oproepen beantwoord. Dat is 3 procent meer dan in 2015. Dat jaar was de stijging veel groter: 26 procent tegenover 2014. "We hebben ons aantal vrijwilligers kunnen verhogen van 75 naar 134 zodat we veel meer oproepen kunnen aannemen", zegt directeur Kirsten Pauwels van het Centrum ter Preventie van Zelfmoord (CPZ). "Mensen vinden steeds meer de weg naar het zelfmoordnummer 1813. Die bekendheid doet het aantal oproepen stijgen. Er is geen aanleiding om te denken dat er meer mensen aan zelfdoding denken." Het aantal zelfdodingen in Vlaanderen is al enkele jaren vrij stabiel. In 2014 - het meest recente cijfer - overleden in Vlaanderen 1.066 personen door zelfdoding. Dat waren er veertien meer dan in 2013. Twee jaar daarvoor ging het nog om 1.114 gevallen.

Uitgewerkt plan

Bijna de helft van de oproepen bij de zelfmoordlijn komt van mensen die in een beginfase zitten en enkel zelfmoordgedachten hebben. In één op de vijf gevallen is er een uitgewerkt plan en vier keer per week belt iemand die effectief op het punt staat een einde te maken aan zijn leven. "We merken wel heel vaak dat de mensen door het gesprek inzien dat er andere oplossingen zijn. Hoe het uiteindelijk afloopt, weten wij niet. We werken anoniem zodat mensen makkelijker de stap zetten. We hebben bijna nooit zicht op lange termijn, op hoe het afloopt. We weten natuurlijk wel hoe een gesprek eindigt. Dat iemand bijvoorbeeld zegt dat het weer gaat. Dat is een geruststelling. Soms helpen we om de hulpdiensten in te schakelen. Dan krijgen we ook wel te horen wat er gebeurd is. Maar we kunnen nooit achteraf vragen hoe het gaat. Iemand kan heel erg suïcidaal zijn midden in de nacht en daarvan afstappen, maar hoe het drie weken later gaat met die persoon, dat weten wij niet."

Onbegrip

Eenzaamheid en onbegrip zijn de belangrijkste redenen waarom iemand aan zelfdoding denkt. In 30 procent van de gesprekken haalt de oproeper aan zich niet begrepen te voelen. Dat is voor alle leeftijdscategorieën gelijk. De factor eenzaamheid neemt toe naarmate de leeftijd stijgt. Pesten is een probleem dat sterk besproken wordt binnen de groep jongeren. Dat percentage daalt naarmate de leeftijd toeneemt. Financiële problemen spelen minder een rol bij de groep jongeren. Maar vanaf de groep jongvolwassenen neemt het cijfer wel toe om te pieken bij de zestigplussers."

Het Centrum voor Zelfmoordpreventie maakt al gebruik van sociale media om te communiceren met het publiek, onder meer met een chatfunctie op Facebook. De preventiewerkers bekijken hoe ze hun werking op internet nog verder kunnen uitbreiden. In samenwerking met de taalverwerkingsgroep van de Universiteit Gent ontwikkelde het CPZ een automatische tool. Die moet beheerders en moderatoren van fora, websites en blogs helpen om zeer snel potentieel suïcidale berichten te detecteren en hier gepast op te reageren. Dit jaar wordt bekeken hoe deze tool verder ingezet kan worden. "Daar zijn we mee bezig. Maar met heel veel argwaan en respect voor de privacy", vertelt directeur Pauwels nog. "Hoe ver kan je gaan in het opsporen van mogelijk suïcidale berichten? Dat is iets dat we bekijken, maar we gaan nog niet onmiddellijk big brother spelen."

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be.